De Lustige Reiziger

Eindetappe

Lieve lezer.


We zijn in Agadir. Een kustplaats in Marokko waar veel zon- en surfminnende mensjes in de winter naar toe reizen om wat zonnestraaltjes en vitamientjes van het huismerk D mee te pikken. Mocht u een andere reden weten om naar dit oord af te reizen, ik hoor het graag.


Wij hebben wel een goede reden om hier naar af te reizen: het is onze eindbestemming.


Het idee van deze reis begon met de wens van Joan om ‘s in Marokko te willen fietsen. Ja, ze hoorde mij zo enthousiast vertellen over mijn twee voorgaande reizen in dit land, dat ze er ook wel ‘s een kijkje wilde nemen.


Zonder al te blasé over te willen komen moest ik wel even zoeken naar gebieden waar ik nog niet gefietst had. Maar die vond ik. Fietsen van Casablanca naar Agadir. Een route van 600 kilometer langs de Atlantische Oceaan.


Er was slechts één probleem.


De route werd door wereldfietsers - die er wel ‘s gefietst hadden - als zeer druk beschreven. Ik begreep dat niet zo goed. Want als ik de kaart bestudeerde dan liep er inderdaad een drukke doorgaande weg van Noord naar Zuid (en ook van Zuid naar Noord trouwens….).


En ja, als je daar met je fietsje 600 kilometer lang op zit, jah, dan kan het druk zijn! In dat geval scheuren auto’s en vrachtwagens met een gangetje van 100 kilometer per uur met regelmaat (rakelings) langs je heen. Over een traject dat zo lang is als dat van Utrecht naar Parijs. En ja, dan moet je niet gek opkijken dat na verloop van tijd je de fietszin een ietsje vergaat.



Maar tussen die drukke doorgaande weg en de kust meende ik op de kaart toch een B-weg te zien. Zou die weg er echt liggen? En zo ja, wat zou de toestand van de weg zijn? Zou die fietsbaar zijn? We nemen de gok en maken een route die grotendeels kort langs de kust loopt en die voor 97% de drukke doorgaande weg links zou laten liggen.


En zo werd een idee een reis.


De trappers maalden het eerst rond in Casablanca. De eerste 40 kilometer waren alles behalve fraai. De kuststrook wordt er vol gebouwd met appartementen en toeristenzooi. Niets aan om doorheen te trekken. Snel een tandje bijschakelen en de ketting strakker dan strak trappen.


Daarna werd mooi. En trokken we over rustige, vlakke wegen langs kuststeden als El Jadida, Safi en Essaouira. En daartussen tal van kleine dorpjes en plaatsjes.


Hoe zuidelijker we fietsten, hoe hoger de temperaturen werden. Maar ook de bergen kwamen prominenter naar voren. En dat maakte dat we in het tweede deel van deze reis flink aan de bak moesten. Dat maakte dat we dikwijls aan het einde van de fietsdag behoorlijk moe waren.


Ronduit geluk hadden we met de wind. Het waaide ook wel ‘s niet, maar als ie waaide, waaide ie goed en hadden we ‘m recht in onze rug.


Het was een gevarieerde reis. Het landschap veranderde voortdurend. Som koersten we dagenlang door een landbouwgebied. Om daarna weer in een bonsai-achtig sprookjesbos te fietsen met rotsige ondergrond. En ook zandduinen trokken op het einde van de reis aan onze ogen voorbij.




Een constante factor was de zee. En bij de zee hoort vis. We zijn op alle mogelijke manieren geconfronteerd met de zee en vis. We hebben de leukste haventjes gezien. We hebben met vissers gesproken. En overal waar we aten stond er wel iets van (verse) vis op het menu.



Een andere constante factor is de vriendelijk- en gastvrijheid van de Marokkanen. Die is geweldig om te ervaren. En niet één keer op een dag, maar nagenoeg altijd, in elk contact.


Voorzieningen (eten en drinken) waren niet altijd voorhanden op de momenten dat we het nodig hadden. Meestal zijn die berekend op autoafstanden. En niet op fietsers. Altijd hadden we meerdere 1,5 liter flessen water aan boord. Brood, koekjes, nootjes probeerden we ook altijd tijdig in te slaan. Soms moesten we even op rantsoen.

Onze ‘redding’ waren vaak de benzinestations. Behalve brandstof verkopen ze daar ook iets eetbaars en water. En dan konden we weer door.



Uiteindelijk pakte de zelfbedachte route geweldig fijn uit. Soms moesten we wat improviseren omdat bijvoorbeeld een traject was opgebroken of omdat er onlangs een recreatiepark op - wat ooit een weg was -gebouwd was. En daar moesten we dan omheen zien te geraken.


Landschappelijk gezien komt deze reis hoog op mijn lijstje van mooiste fietsreizen.



En ja lieve lezer. Dat is het dan voor nu. Echter, U gaat dit jaar nog veel meer van ons horen. U bent nog niet van ons af.


In juni van dit jaar hopen we weer een reisje te maken in een (voor ons) verassende bestemming. Het is niet al te ver van Nederland, en we hebben er nog nooit gefietst.


Wij hopen U dan weer te treffen op onze bagagedrager.


Gerrit & Joan



Vrijdag 8 maart 2024

Imsouane - Taghazout

73 km.


Zaterdag 9 maart 2024

Taghazout - Agadir

28 km.


Zondag 9 maart 2024

Agadir (the end)

Stil

“Tjonge, wat kun je je toch in de problemen fietsen”.


Zo zit je op een verharde weg te karren, en zo zit je in een afgelegen oord waar asfalt in geen velden of wegen te bekennen is. En er alleen een keienpad - met van die grote afgeronde keien - dat vlak voor ons overnachtingsadres loopt.


Met die wat-kun-je-je-toch-in-de problemen-fietsen-ietwat- zorgelijke-gedachte zijn we vanochtend opgestaan in Tafedna. Schitterend gelegen, daar niet van. Deze zee binnen handbereik, we hebben we ‘s in slechtere oorden gebivakkeerd. Een prachtige zonsondergang, daar hoor je ons ook niet over klagen. Een aantal randvoorwaarden zijn pico bello geregeld hier. Maar toch. Hoe komen we hier vandaan en hoe verder?


Gisteravond heb ik de eerste kilometer van het keienpad te voet verkend en kwam tot de conclusie dat deze redelijk fietsbaar was. Maar ja, daarna dan? En wat een zekerheid is: de weg gaat stijgen. En dat is op zo’n keien pad nauwelijks te doen.



Na een goed ontbijt gaan we toch op pad. De eerste kilometers verlopen moeizaam. Het gaat omhoog en we laveren tussen de keien en hopen dat de banden voldoende grip houden om ons op de weg en op de fiets te houden. Na 5 kilometer voert een een betonpad ons omhoog naar een dromerig en slaperig dorpje.


We slingeren van links naar rechts en van rechts naar links door het dorpje en Joan vraagt zich hardop af of dit allemaal wel goed gaat komen. Als een man (lokale bewoner) ons dan ook nog probeert duidelijk te maken dat de weg waarop we zitten nergens toe leidt, slaat de twijfel toe.


De route die we volgen hebben we zelf thuis gemaakt. Ik heb een telefoon op m’n stuur met een app met daarop die route. Maar ja, wat je thuis bedenkt hoeft natuurlijk in de praktijk niet altijd te kloppen. Maar ja, watlocalszeggen hoeft ook niet altijd waar te zijn.


Een voorbeeld daarvan is dat ik in India iemand de route vroeg naar twee verderop gelegen dorpjes. De man in kwestie had geen idee. Vijf mensen die ik het daarna vroeg hadden ook geen idee. De Wereld van deze mensen is zo klein dat naar twee dorpen verderop fietsen voor hun al een Wereldreis is. Laat staan dat ze weten of het dorpje bestaat en hoe je er überhaupt kunt geraken. Dus je kunt net zo goed zeggen dat je naar Timboektoe fietst, of naar Biddinghuizen. Maakt hun niet uit, blijft een eind.


Ook nu gok ik, sla het advies van deze locale man ‘bewust’ in de wind, en volgen onverstoord de zelf bedachte route. Die - ik moet het eerlijk bekennen - nu wel een heel avontuurlijke kant op gaat. De route volgt weggetjes en paden die nauwelijks als zodanig te onderscheiden zijn. Toch houden we vol. Uiteindelijk werpt het doorzetten z’n vruchten af en komen we bij de zee. De zee die we de hele reis al volgen.


Langs deze zee loopt iets dat je met wat fantasie zou kunnen identificeren als een keienpad. En dit keienpad - lieve lezer - kijkt uit op misschien wel de mooiste kuststrook die ik ooit gezien heb. Het is bovendien adembenemend stil. We luisteren minutenlang naar het ruisen van de zee, niets meer. Er is niemand. Het is hier schitterend.




De eigenaar van het overnachtingsadres schatte in dat we na 10 kilometer weer op asfalt zouden geraken. Dat blijkt te kloppen.We trekken verder.



Het vinden van brood en water is niet gemakkelijk. We vinden we een aantal mannen die aan het dammen zijn. Maar ja, om nu aan damstenen te lopen knagen, daar zal de eetlust niet mee gestild worden. En een beetje zitten knabbelen aan het bord zelf, zal ook weinig zoden aan de dijk zetten. Daarbij, dan zijn deze mannen hunnie hobby kwijt, en dat willen we niet op ons geweten hebben.



We hebben nootjes. Een stuk brood. Een bodempje jam. En een pak koekjes. Daar gaan we het mee doen.



Halverwege de middag komen we in Imsouane. Het is een plaatsje dat niets te bieden heeft als je niet van surfen houdt. Mocht je daarentegen van surfen houden, dan is het the place to be.



Iedereen loopt er met een surfboard onder de arm. Oude busjes en campers staan langs de kuststrook zo goed als bumper aan bumper geparkeerd. Er klinkt zo hier en daar muziek. Het is een perfecte omgeving voor vrijbuiters.


Daar voelen wij ons ook best bij thuis.


Het was een stille, wat spannende en vooral mooie dag.


Tafedna - Imsouane

37 km.


ZwaarLood

Na 40 kilometer fietsen komen we tot stilstand.


Onze eigen bedachte ‘ongeveer-route’ verteld ons dat we hier rechtdoor moeten. Langs de zee. Maar de rechtdoor weg is ‘under construction’. In de praktijk betekend dit dat het asfalt verwijderd is en dat er een ruwe steenslag weg voor in de plaats is gekomen. Tijdelijk, want ze gaan ‘m asfalteren. Alleen hebben wij daar nu niet veel aan. Het is nog best een stukkie naar ons overnachtingsadres. En de te bedwingen heuvels/bergen zijn vandaag talrijk. En hoog. Dus lieve lezer, de vraag die nu voorligt is of we deze bergachtige steenslagweg moeten nemen of een wat meer zekere omweg.



Vanochtend vroeg vertrokken we uit Essaouira.


Essaouira is een toeristenstad, badplaats en surfparadijs langs de Atlantische Oceaan. Eerlijk gezegd heb ik doorgaans niet veel op met steden waar het krioelt van de toeristen met onlosmakelijk verbonden activiteiten. Maar Essaouira vormt hierop een uitzondering.


Het is een leuke stad. Zekers, er ligt een vliegveld en velen nemen hun kans waar om in maart wat winterzon mee te pakken. En dat maakt dat er veel toeristen rondlopen. Maar de stad heeft zijn authenticiteit voor een belangrijk deel behouden. In de achteraf steegjes kan je een heerlijke cous cous of tajine wegknagen voor weinig. De Marokkaanse kooplui zijn aardig. Het is gewoon een aantrekkelijke stad.


De stad heeft een prachtige haven waar nog dagelijks vis aan land wordt gebracht en verhandeld. Kortom, wij hebben ons er op onze rustdag prima vermaakt.


Maar al dat geluk moet niet te lang duren. Want dan ga je het maar gewoon vinden. Dan wordt het routine. Dan wordt je onderdeel van het meubilair………Dus gingen we vanochtend weer op pad.



Wanneer we de stad uitrijden verandert het landschap razendsnel. We zien een rotsige bodem, rood van kleur, waar bonsaiachtige stuiken op groeien. Die bereiken een maximale grootte van 4 meter waardoor het net lijkt of je permanent in een Madurodam-achtig sprookjes bos fietst. Het heuvelt dat het een lieve lust is. Maar de heuvels zijn fietsbaar.



We volgen eerst een vrij drukke verkeersweg. Maar slaan daarna rechtsaf richting de veel rustigere zeeweg. We voelen dat het knetterheet is. Een blik op de temperatuurmeter van de fietscomputer leert dat de temperatuur op het warmst van de dag tot maar liefst 34.8 graden is opgelopen.


Het landschap blijft onverminderd mooi.



Na 20 kilometer komen we plots in een surfersparadise omgeving terecht. Maf, want even daarvoor was er niets. Geen voorzieningen. Geen winkeltjes, Geen eetgelegenheden. En dan opeens verschijnt er een plek voor vlotte jongelui dingen doen die ik nooit heb gekund, nooit zal kunnen en waar ik in mijn ergste nachtmerries nog wel ‘s badend in het zweet wakker van wordt mocht ik ooit gedwongen worden het wel te doen. Maar goed, dat golf- en zeesurfen is leuk om naar te kijken.



Als we weer verder willen fietsen worden we aangesproken door Marianne. Nederlandse. Ze is rond de 65. Na haar gedwongen ontslag bij de ANWB, en de dood van man is ze met haar Camper gaan reizen. Nu zit ze in Marokko.

Ze verteld ons dat ze 1500 in de maand minder is gaan verdienen en dat dat tot gevolg heeft dat ze nu 1 meter in plaats van 4 meter kledingkast heeft. En dat het voor de rest niets uitmaakt. Ze is gaan reizen. Ze adviseert ons hetzelfde te doen……


Enigszins verontrustend is dat de fiets van Joan kuren krijgt. Hij maakt een geluidje en het schakelen gaat niet optimaal. Mm………..


We stoppen en vinden nabij een woning een plekje uit de wind en uit de zon.



Een jongeman spreekt ons aan. Hij is fysiotherapeut. Vanuit de grote stad bezoekt hij mensen aan huis die de praktijk niet kunnen bezoeken. Een klein - maar totaal niet bang - meisje komt bij ons zitten en wil ons alleen aanraken. Als een volleerd fotomodel (ik voorspel haar een grote toekomst) poseert ze.



We stappen op en komen al snel voor het eerder genoemde 40 kilometer punt. Tja, wat is wijsheid. De steenslagweg 20 kilometer volgen of toch de omweg nemen? Na wat wikken en wegen besluiten we het verstandigste besluit te nemen. En dat is een omweg maken. De consequentie is wel dat er er 15 klimkilometers bijkomen. En dat opgeteld bij de toch al niet al te gemakkelijke fiets dag maken dat dit een uitdagende fietsdag gaat worden.


We stijgen meteen en fietsen door het bonsaiachtige rode rots landschap.


Joan geeft aan dat haar fiets nu echt begint te haperen. We vallen een levendig dorpje binnen. We zoeken wat schaduw. Halen de tassen van de fiets. En proberen zelf het euvel te verhelpen.


We kunnen het euvel zelf niet de baas en zoeken een fietsenmaker. Na lang zoeken vinden we er een. Naar wat gekijk en geprobeer komt ie tot de conclusie dat het niet goed zit met de tandwielen. Hij adviseert ons er twee niet meer te gebruiken. Maken kan ie het niet.



Ik heb er een beetje de balen van. We hebben nog geen jaar geleden de gehele cassette laten vervangen. Maar de problemen die we al hadden voor de vervanging hebben we nog steeds. En ik ben inmiddels zover: breng je fiets zo weinig mogelijk naar een fietsenmaker, want die zijn meer bekwaam in het verkopen van fietsen dan het maken ervan.. Excuses voor deze wat Citroën- en azijnzure - maar hartstikke ware- opmerking.



We knagen eerst een broodje weg en een verse jus de orange. En stappen dan weer op. Nog niet wetend wat ons te wachten staat.


We volgen de N1. Een doorgaande weg. Dat is een weg die van klimmen houdt. De ene haarspeldbocht volgt op de andere. Het is een geploert, geknoert en geschuur van jewelste. Eindelijk bereiken we de top - die op 500 hoogtemeters ligt - en daarna zeilen we een flink stuk naar beneden. Maar ja, dan gaat het weer naar boven. En dan weer naar beneden. En zo gaat het eventjes door.


We moeten plots scherp naar rechts afslaan en volgen een asfaltweg richting de zee. Die weg daalt maar stijgt ook weer. Man er komt geen einde aan. Het klimmen is van het nivo: “het begint nu echt op werken te lijken”. En dan lieve lezer, dan moeten de laatste 4 kilometer nog komen.


Want…..



We moeten plots scherp naar links. En daar ligt een grof keienpad. En zoals zo vaak, geeft de foto geen reëel beeld Van de werkelijke situatie. Dat pad zal ons naar ons overnachtingsadres brengen. Het is een nauwelijks fietsbaar pad. Het loopt sterk naar beneden en het bestaat uit ronde keien. Van die keien waar je banden zo fijn af kunnen schieten en je met fiets en al lelijk kunt vallen.


We lopen dan ook hele stukken. We doen er een uur over om er te komen. Het is een afgelegen dorpje dat alleen via dit nauwelijks te befietsen en te belopen steenslag-keienpad te bereiken is. In welk afgelegen oord zijn we in Godsnaam beland. En…….hoe komen we morgen hier weer vandaan?!


We hebben vandaag - schoon aan de haak - 6 uren gefietst en zo’n 9 uren gereisd. De knollen zijn op. De rapen gaar. Alle energie is verbrand.


Net voor het vallen der duisternis bellen we bij het onderkomen aan. Daar weet de eigenaar aanvankelijk niets van onze reservering, is weinig vriendelijk en toont zich alles behalve een gastvrije gastheer. Dat is precies wat we nu niet kunnen gebruiken. Wij zijn ook niet meer de allerflexibelsten na deze lange inspannende fietsdag. En dat is in eerste instantie geen ideale combinatie om ‘s lekker te gaan knuffelen met elkaar. Of tongzoenen. Of eventueel nog verder amoureuze plannen ten uitvoer te brengen..


Uiteindelijk blijkt ie de reservering wel te hebben maar nog niet te hebben gelezen en worden we voorzichtig aan vriendjes.


We hebben dak boven ons hoofd, een bed en eten. Er is een einde gekomen aan een mooie maar ook loodzware fietsdag.


Morgen maar ‘s kijken hoe we in vredesnaam uit dit afgelopen dorp weg geraken.


Essaouira - Tafedna

75 km.

Periscopische Gerrit

Na een welverdiende rustdag in Safi bestijgen we onze karretjes. Een rit van ruim 80 kilometer staat - trappelend van ongeduld - op ons te wachten.


De ochtenden beginnen koud. De handen staan strak aan het stuur. De spieren voelen stram aan. De kaken staan stijf. De teennagels krullen omhoog. De veters laten zich maar moeilijk strikken. Kortom: we moeten er nog wat inkomen.


Er is op dit tijdstip weinig verkeer in de stad. Bijna autoloos banen we ons een weg door het centrum van Safi. Het duurt 15 kilometer voordat we de stad en industrie achter ons laten.


Daarna wordt het mooier. De kuststrook waar we strak langs fietsen is van een ongekende schoonheid. Het wegdek heuvelt wat. De uitzichten zijn prachtig. Het landschap is leeg en maakt een desolate indruk. Niks aan de hand dus. Kind kan de was doen. Piet pakt de leuning. De appel valt niet rot van de boom. Kortom: het gaat allemaal prima!


Na 30 kilometer fietsen begint er iets te knorren. En dat is gek, want er is geen varken in velden of wegen te bekennen. Dan moet het de maag zijn!


We vallen een slaperig dorpje binnen waarvan we verwachten dat er qua bevoorrading niets te halen zal zijn. Toch vinden we een plek waar we een prima ontbijt kunnen scoren. En de vermoeide fietsbenen rust kunnen geven.



We trekken verder en er verandert iets.


De heuvels tonen zich frequenter aan ons. Op zichzelf is dat niet zo erg. Echter de hoogte en de venijnigheid van die krengen neemt toe. Het is steeds een minuut of zeven/acht pittig klimmen en dan weer 1,5 minuut naar beneden zeilen. En dan weer zeven/acht minuten klimmen en dan weer 1,5 minuut naar beneden. En dan begint het feest opnieuw.


En met een rit van ruim 80 kilometer op zo soms asfalt van matige kwaliteit doet dit een beroep op onze energie. Joan heeft vandaag een heel sterke fietsdag en ze bedwingt de heuvels alsof ze er niet zijn. Ik moet er voor werken vandaag.


We fietsen voort. Het landschap wordt groener van aard. De grond vruchtbaarder. De eerste olijfboomgaarden tonen zich aan ons. Het land wordt bewerkt. Steeds houden we de zee - aan onze rechterzijde - stevig in de gaten. Dat ie geen rare dingen gaat doen. Want mocht dat gebeuren, dan grijpen we meteen in. Geen gelul, gebak van Krul!


De percelen worden hier gemarkeerd met stenen muurtjes. We hebben ze eerder deze reis gezien. En ook hier zijn ze talrijk.


Tegen vijven verlaten we de oceaanweg die we zo’n 600 kilometer zuidwaarts volgen, en slaan rechtsaf. We koersen af op ons zorgvuldig gekozen overnachtingsadres. En daar is een nauwgezet selectieproces aan vooraf gegaan. Daar moet wel bij gezegd worden dat die zorgvuldige keuze wel mede en vooral bepaald is doordat dit zo ongeveer het enige adres is in deze omgeving.



Natuurlijk, 50 kilometer verderop in Essaouira - een vermaarde badplaats en bekend surfparadijs (voor van die vlotte, lenige jongelui gekleed in kekke kleurrijke surfpak kledij)- is voldoende slaapruimte te vinden.


Iedereen die gemotoriseerd rondtoert in Marokko zal doorrijden en daar een plek vinden. Maar te fiets zou het betekenen dat we vandaag 130 kilometer moeten afleggen. En dat is iets teveel van het goede voor ons.

Dus we zijn super in ons sas met deze enige overnachtingsplek.



We moeten nog 1,5 kilometer fietsen. Het eerste stuk gaat over asfalt en loopt naar beneden, richting de zee.. De laatste 600 meter gaat over een zandweg. Ik voel dat mijn lippen vandaag schade hebben opgelopen van de vele uren zonnebrand in combinatie met de altijd aanwezige zeewind. M’n kale knar was eerder deze reis al aan de beurt. Ik schijn lelijke rode plekken op m’n kop te hebben. Gelukkig voel ik dat alleen en zie ik het niet. Ik heb tenslotte geen periscoop aan boord. Maar het is opletten geblazen.


We hobbelen richting de B&B met de naam: Golden Bhaibah. We komen op een speciaal plekje op korte afstand van de Atlantische Oceaan.


Het is een B&B dat wordt gerund door een Frans echtpaar. We moeten - zoals bijna overal - onze gegevens digitaal overhandigen en die sturen zij dan weer naar de plaatselijke politie. Want ja, er zullen maar ‘s twee Hollandsche fietsers zijn die snode plannen hebben om het plaatselijke gemeentehuis over te nemen, de burgermeester uit zijn ambt te ontzetten of nog erger: het Marokkaanse regime omver te werpen. Met twee fietsen en vier fietstassen als enige wapen.


Weet u: daar hoeven ze niet bang voor te zijn. Niet dat we het niet zouden willen - we zouden het hele Marokkaanse zaakie best over willen nemen. Hoewel we het hier geweldig naar ons zin hebben, zien we hier en daar nog wel een aantal verbeterpuntjes. Die zouden we best met een PowerPoint presentatie voor het voetlicht willen brengen. En daarna alle daarin opgenomen actiepunten best willen uitrollen. Wij willen best een bijdrage leveren. Wij zijn de beroerdsten niet.


Maar ja, we zijn er domweg te moe voor.


Misschien morgen!


Safi - Aqemoud

82 km.


Safi

Weet U lieve lezer.

Marokko moet het niet van z’n steden hebben. Jah tuurlijk, ze mogen er wel zijn. En het is ook maar goed dat ze er zijn. De oude Medina’s zijn er levendig en kleurrijk. Maar er is doorgaans iin de steden niet geweldig veel te beleven. Echt waar.

Mocht u onlangs een partner opgedaan hebben. En denken van ”het zou best ‘s wat kunnen worden”, neem hem of haar (of een mix van beide, ik weet ‘t tegenwoordig ook niet meer….) dan niet als eerste mee mee naar een Marokaanse stad.

Ga naar London. Boek een muurtje met uitzicht over de Theems. Neem een fles wijn naar keuze. Zuip je klem. Bedrijf de liefde. Tip 1 en tip 2. Huur een bootje in Venetië en laat je lekker rondvaren in de grachten. Succes verzekerd! Tip 3: Ga naar Parijs. Neem je geliefde mee in de metro. Stap bij het ondergaan van de zon uit op station Trocadero: loop naar het naastgelegen plein. En zie de verlichtte Eifeltoren in volle glorie. Een (tong)zoen is uw beloning. U relatie kan niet meer stuk. Zijn tips, doe er uw voordeel mee.

Mocht u relatie een beetje zo-zo gaan. En heeft er u er weinig fiducie in. Neem dan de volgende tips ter harte:

Ga naar Londen. Boek een hotelkamer inabij de Big Ben. En zorg ervoor dat die klok elk uur de sponningen in de ramen laat trillen. Tip 2: Neem de lift in de Eiffeltoren naar de bovenste verdieping en flikker je geliefde van de Eiffeltoren. Ze hebben van de vangnetten, maar dan moet je maar hopen dat daar gaten in zitten. Is mij ook een keer gelukt, kwestie van goed mikken. Tip 3: Huur een bootje in Venetië, boek een toer van twee dagen en laat het peddelen aan hem of haar over. Laatste tip: Rijd naar Brussel, zorg dat je tenminste 3 files meepakt op de heenreis en laat over je geliefde heen pissen door dat Mennke. Zijn tips, doe er uw voordeel mee.

Kortom. Alles beter dan een Marokkaanse stad. Behallevvvveeeeeeeeee……..Safi.

Niet dat de stad Safi kan wedijveren met bovengenoemde toeristen-trekpleister (of Kruidvat, ik weet ‘t nooit). Maar in Safi kun je een uurtje of wat gezellig rondstruinen, muntthee met kilo’s suiker naar binnen werken, wandelen zonder het gevaar dat je relatie meteen averij oploopt.

Hier komen de foto’s:

Safi
rustdag

Stormkracht

Na 33 kilometer buigt de weg naar vrij scherp naar links.


We buigen mee. En dat blijkt een uitstekend idee te zijn geweest. Want zonder dat afbuigen waren we zonder pardon van de rots gelazerd en linea recta in de zee terecht gekomen. En dan hadden we nog maar moeten zien of we de lang geleden gehaalde zwemdiploma’s en de daarmee samenhangende opgedane vaardigheden nog hadden kunnen laten zien……



Dat het vandaag hard waaide, dat wisten we al. Maar als de wind recht in de rug blaast, dan valt dat minder op. Maar als ie de andere kant opwaait en je blijft dezelfde kant omfietsen, dan voel je pas hoe krachtig de wind is. Met het afbuigen van de weg krijgen we de stormachtige wind schuin van opzij. En moeten we onze sturen stevig vasthouden om niet van de fiets te waaien.



Was ik onlangs nog wat sip en somber over het landschap waar we door fietsten. Sinds enkele dagen is alles anders. De kustweg die we 600 kilometer volgen is van ongekende schoonheid.


De voorzieningen zijn - buiten de steden die we aandoen - vrij beperkt van aard. En dan is ‘beperkt’ nog vrij optimistisch en vrolijk omschreven. Vaak is er tientallen kilometers niets. En gisteren en vandaag hadden we ons daar iets op verkeken. We gingen weliswaar met een volle maag op pad, maar na een paar uur fietsen is de maag toch wat leegjes aan het raken. En we hadden niets (wat we normaal wel doen) meegenomen aan fruit, nootjes een pak koekjes). En dan sta je op een goed moment toch wat raar en met een lege blik naar je maag te kijken……



Gisteren was - zoals zo vaak - een benzinepomp onze redding. Er stonden daar Tajines voor ons klaar. En er was een koelkast met yoghurt en koele dranken. Dit benzinestation kwam juist en precies op het moment dat we het nodig hadden. Want daarvoor en daarna was er qua bevoorrading niets deze fietsdag.


Ook vandaag liepen we. In onze eigen val. Weer op pad gegaan zonder noodrantsoen. Maar ook nu hadden we alle geluk. Er was zegge en schrijven 1 restaurant (en geen winkeltjes) te tellen op deze 65 kilometer lange route. En die kwam precies op het juiste moment. We aten daar ons lekkerste maaltje van deze reis.


Behalve een stormwind die ons vandaag van opzij probeert de zee in te blazen, verandert het landschap drastisch. Werden we de afgelopen 100 kilometer getrakteerd op veel agrarische activiteiten langs de kuststrook. Het is nu meer een desolaat rotsen landschap waar we door heen trekken. Er is soms wat bebouwing, maar veel huizen zijn onbewoond. En sommige al een tijdje te zien aan de vervallen staat.



Gisteren kwamen we - na 20 kilometer fietsen - plots in een gebied met veel chemische industrie. Heel onwerkelijk maar wel waar. Een penetrante geur vergezelde ons gedurende 10 kilometer. Benzine en olie opslagtanks trokken aan ons voorbij. Grote truck passeerden ons met grote snelheid. Maar zoals met veel lelijke dingen: ook die gingen weer voorbij.


Spoedig kwamen we weer in een meer agrarisch gebied.



Het land werd bewerkt. En waar dat al gedaan was werden tomaten, venkel, artisjokken, winterwortelen en bloemkool verbouwd.


We zijn zowel gisteren als vandaag - vanwege de vele af te leggen kilometers - best vroeg vertrokken. De eerste uren is het dan nog flink koud. We hebben dan als onze laagjes kleren aan. Maar naarmate de ochtenduren verstrijken loopt de temperatuur op tot 25 graden. Vandaag echter blijft de temperatuur wat steken.



Dat we gisteren ruim 88 kilometer in de benen hadden beginnen we vandaag de laatste 20 fietskilometers te voelen. We minderen vaart, stoppen wat vaker. Het gaat allemaal niet meer zo soepeltjes. Dat fietsen.


Gelukkig hebben we morgen in Safi (want daar zijn we naar op weg) een rustdag gepland staan. Die kunnen we goed gebruiken.


Om 16.30 uur rollen we Safi binnen. Moe en voldaan. Het vinden van een onderkomen heeft wat voeten in Marokkaanse aarde, maar uiteindelijk vinden we een fijne plek.


Donderdag 29 februari 2024

El Jajida - Loualidia

84 km.


Vrijdag 1 maart 2024

Loualidia - Safi

65 km.





El Jadida

El Jadida.

Nogal fijntjes gelegen aan de Atlantische Oceaan. Het oude ommuurde deel is Unesco stuff. Portugese wortels en nog een hele rits met jaartallen waarop allemaal belangrijke dingen hebben plaatsgevonden.

Ach lieve lezer, het zal U een zorg zijn. Hier komen de tien mooiste El Jadida plaatjes:


Woensdag 28 februari 2024
El Jadida
rustdag

5 voor 12

Tegen tweeën rollen we - onder een blakend zonnetje, dito temperatuur en een knalblauwe - bijna wolkenloze hemel - het stadje Azemmour binnen.


Net daarvoor - net buiten de stad - bezochten we de plaatselijke weekmarkt.


We hadden veel geluk. Want als we gisteren waren gekomen, dan zouden we de markt zijn misgelopen. Waren we morgen gearriveerd, dan hadden we de markt voorwaar gemist. En overmorgen hadden we geen schijn van kans gemaakt. Maar vandaag schoten we recht in de roos. Want de markt was vandaag!



Over zo’n markt lopen is een ware belevenis. Het is een soort HEMA. Je kunt er alles kopen. Levende kippen (die voor je ogen geslacht worden), alle soorten handige plastic bakjes, kruiden, groenten, matrassen en nog veel meer handige shit, tenminste als je er naar op zoek bent. Anders niet. Nee, in dat geval is het overbodige meuk waarvan je je afvraagt waarom het te koop aangeboden wordt. Maar goed: als je het nodig hebt, is het reuze handig, al die spulletjes. Maar ok, als je er niet op zit te wachten dan is natuurlijk overbodige shit. Mocht daarentegen verlegen zitten om het een of ander, ja dan is weer heel fijn.


Afijn.



De markt is naar schatting een aantal voetbalvelden groot. Het is ingedeeld in categorieën. Er is een kippenafdeling. Een afdeling met matrassen. De handelaren in kruiden staan bij elkaar. En dat ‘ gegroepeerde’ is wel zo handig voor de kopers. Want die weten dan wat waar te vinden is. De handel is levendig. En de waar wordt luidkeels en/of met luidsprekers aangekondigd.



Vandaag is het feest op de markt. Er hangen slingers. Strak geblazen ballonnen hangen overal. De confetti snippers hangen in de lucht. Er is namelijk een heugelijk feit te vieren. Iets dat niet vaak gebeurt. Iets ongelofelijks. Een unicum!!


WIJ ZIJN ER! TWEE HOLLANDSCHE FIETSERS!!!


En dat is reden voor veel opgestoken duimen, lachende gezichten en veel “Welcome in Marocco’s”!



Na deze ware zegetocht van Joan en Gerrit over de markt van Azemour trappen we onze ketting strak richting het centrum. Dat centrum bereiken we door een rivier over te steken. Kort daarna stijgen we lichtjes en slaan we scherp linksaf. We zetten koers richting het reisdoel voor vandaag: de stad El Jadida.



We proberen de stad te bereiken via een weg die strak langs de oceaan loopt. Echter we slagen daar vooralsnog niet in. Om de op de kaart aangegeven achteraf-langs-de-zee-weg te bereiken moeten over een golfcomplex. Aan de poort worden we tegengehouden. “Hier mag je niet door, probeer het ietsje verderop” vertelt de bewaker ons.


Iets verderop stuitten we op een nogal zwaar bewaakt villapark (bodemplaten van auto’s worden met spiegeltjes onderzocht voordat ze door mogen).


Aha, over een villapark gesproken. Er moet mij iets van het hart.


Gisteren vertrokken we uit Casablanca. Enne…..hoe zeg ik dit. De eerste vijftig fietskilometers van deze reis schrijven we niet bij in de top 10 van door ons mooiste gefietste routes. Zekers te weten niet!


U vraagt? Hoe dat komt?!


Nou lieve lezer. De Marokkaanse kuststrook wordt bijkans helemaal volgebouwd met appartementencomplexen, villaparken en nog meer stenige beton-meuk.


Ongetwijfeld aangenaam, leuk en fijn voor inwoners van Casablanca en Agadir om een tweede huis a’ 91.000 euro te bezitten in the country-sea-side met zwembad en sauna-achtige knuffelmuur (mocht U lieve lezer zo’n ding in huis hebben: die dingen zijn knetterheet, pas op dat je er niet te lang tegen aanleunt want er is serieus gevaar op ‘aankoeken’! Ik heb me laten vertellen, boze tongen beweren, er wordt gefluisterd dat er mensen zijn die er net wat te lange tegen aan hebben gezeten en dat ze die er met hamer en beitel vanaf hebben moeten bikken. Niet te lang knuffelen met die muur dus! Is een tip: doe er uw voordeel mee).


Voor mij is het een gruwel. Die betonnen kolossen onttrekken de zee aan het zicht van twee Hollandsche fietsers. Het landschap wordt er op een vreselijke wijze door aangetast. Dit is overigens een verschijnsel dat ik op veel van mijn fietsreizen waarneem. Talloze voorbeelden van compleet verpeste landschappen trokken reeds aan mijn netvlies voorbij.


Mijn hoofd trok dat gisteren slecht. Het maakt wat verkeerde afslagen. En vraagt zich af: moet onze hele aardbol dan helemaal naar de kloten geholpen worden? Mag dan iets wat mooi is, niet gewoon mooi blijven? Moeten we altijd streven naar meer? Naar beter? Naar hoger? Meer omzet? Nog meer winst? Er moet toch een keer een eind komen aan die ongebreidelde behoefte aan groei? Aan bouwen? Dat trekt onze - tot nu toe vrij geduldige - planeet toch niet heel veel langer meer.Hoe lang kunnen we nog blijven zeggen dat het 5 voor 12 is?


U merkt ‘t. Gisteren schoot mijn hoofd in een dip. Gelukkig was Joan in de buurt. Die had haar vizier op ‘positief‘ staan. En dat is altijd fijn als tegenwicht.


Goed terug naar de veel mooiere dag van vandaag.



We genieten met volle teugen. We hebben de lelijke bouwactiviteiten achter ons gelaten en trekken door een landschap dat door landbouw activiteiten gedomineerd wordt. Er steken ‘s wat schapen en koeien over. Mensen bewerken het land. Een koe staat wat te balken. Een ezel wat te blaten. Kortom: het leven is mooi en goed.



We proberen nog steeds zo dicht mogelijk langs de oceaan te fietsen. En doen nog een poging.


Bij het zwaar bewaakte villapark wordt ons ten verstaan gegeven door te rijden over de hoofdweg. Dat doen we dan maar. Een kilometer of 7voor El Jadida kunnen we dan eindelijk over de kustweg rijden. En die is dan meteen ook weer heel fijn en lekker rustig.




We rollen soepeltjes El Jadida binnen en trekken na 67 kilometer de hydraulische remmen van onze fietsen strak. Tegelijkertijd.


Dat laatste is wel van het grootste belang. Daar hebben we afspraken over, anders wordt het fietsgewijs een bende. Als de een remt, en de ander niet, dan wordt het voorwaar een bloederige aangelegenheid. Met ledematen die door de lucht vliegen met alle ellende van dien. Geeft ook zo’n rommel……..en dan moet je weer met je eigenste Nilfisk in de weer (is die zak weer net vol, moet je dat ding weer wisselen….gekloot….) en met een bezem en stoffer en blik in de weer……….Allemaal niks.


Ok. El Jadida Dus. Binnen in de Medina (ommuurde gedeelte van de stad) vinden we een klein, eenvoudig maar voedzaam onderkomen.


Hier gaan we onze benen en lijven een dag rust gunnen.


Zondag 25 februari

Nouaceur - Casablanca

37 km


Maandag 26 februari

Casablanca - Siri Rahhal Cathai

44 km


Dinsdag 27 februari

Siri Rahhal Cathai - El Jadida

67 km