De Lustige Reiziger

Bokkepootje

Lieve lezer. Bent u wel `s in een niet schoon gemaakte feestzaal geweest? Eentje waar de avond ervoor een feest heeft plaatsgevonden?

Ik wel.

Toen ik in 2000 was uitverkoren om de prachtige functie van kasteelbeheerder te vervullen nam de bijna gepensioneerde voorganger me, op mijn eerste werkdag, mee naar de Zuid-tuin. Daar stond (en staat nog steeds) een oranjerie. De oranjerie was oorspronkelijk bedoeld om subtropische tuin of kuipplanten (ook wel orangerieplanten genoemd) vorstvrij de winter door te helpen. Heden te dage worden die gebouwen veelal geexploiteerd en worden er huwelijken gesloten, concerten gegeven en feesten gevierd.

Zo ook in deze oranjerie. Bij het binnentreden waren de resten van het feest nog overduidelijk aanwezig. Wat een bende!! Wijnglazen all over the place. Wijnvlekken op de plavuizenvloer, etensresten en tafels en stoelen kris kras door de ruimte. En de geur van zure wijn. Die herinner ik me ook nog.

Ik heb vannacht heerlijk op de vloer van een dergelijke feestzaal mogen slapen. En waande me weer even op die eerste kasteelbeheerder-werkdag ergens in februari van het jaar 2000.

Met de zure wijngeur nog in mijn neus bestijg ik mijn karretje des 10.00 uur `s ochtens voor een soort van tussenetappe. Een tussenetappe, want morgen wil ik in Tiznit geraken. In Tiznit is een oude binnenstad die grotendeels ommuurd is. Dat ommuurde deel is te bezoeken en te beklimmen. Het plan is om in Tiznit een rustdag in te gelasten. De zadelpijn wat te laten wegvloeien. Mijn bezwete lijf eindelijk `s af te dochen en mijn door het transpiratievocht, met zout uitgeslagen kleren `s te laten kennis maken met iets van water en zeep. Want met de kleren in deze stinkstaat krijg ik nooit verkering. Althans, misschien behoort een snolletje voor d`r bij tot de mogelijkheden. Vaste verkering lijkt me schier onmogelijk. Tenzij ze natuurlijk nu net van een man houdt die juist........ We dwalen af.

Vandaag probeer ik dus Anezi te bereiken. En als dat lukt dan verlaat ik het Anti Atlas gebergte voor een tijdje. Eerlijk gezegd zie ik wel uit naar een paar ietwat vlakkere etappes. Ik hoop die te vinden aan de Oost-kust van Marokko. Maar voordat ik daar arriveer moet ik nog wat stevige `berg-puisten` bedwingen. Smeren met anti-acne(berg) zalf helpt niet. Dus fietsen maar.

Vanaf de start stijgt het weer. Procentje of zes! En dat is precies goed te behappen. Na een uurtje vlakt het wat af. Echter, dan steekt er een stormachtig windje op die mij van opzij omver tracht de blazen.

Het landschap is betoverend mooi. De (roodgekleurde) bergen volgen elkaar op. De vegetatie bestaat voor een belangrijk deel uit zgn Argantrees. Deze bomen komen alleen in dit deel van Marokko en delen van Algerije voor. Van de vruchten worden de noten gewonnen, vermalen tot een pasta en vervolgens met water aangelengd. Het kost circa 3 dagen om 1 liter olie te maken. Een langdurig proces dat de olie zeer kostbaar maakt. De olie wordt geexporteerd en veelal voor cosmetische doeleinden gebruikt. Ze zijn behoorlijk bepalend voor het landschap waar ik door trek. Maar ik zie ook aardbeibomen (Arbutus Unedo), cistisstruiken en heel veel uit uw bloempot gegroeide gewassen cactussen.

Na 20 km, om 12.00 uur, is het tijd voor een flinke pauze. De energie is sluipenderwijs wat weggevloeid door het zware klimwerk. Ik zoek en vind een beschut plekje. Eet goed. Leg mijn lange vermoeide lijf te rusten. Een heel uur lang. Met hernieuwde energie vervolg ik mijn weg.

Het wegdek baant zich een weg tussen de bergen en van overig verkeer is nauwelijks sprake. Dat geldt overigens voor de afgelopen drie dagen. Ik heb voor de start van mijn reis niet de gemakkelijkste weg gekozen. Flinke bergpassen. Onherbergzaam terrein. Nauwelijks verkeer en dat nauwelijks geldt ook in hoge mate voor de voorzieningen. Wanneer ik van tijd tot tijd even stop, overvalt me een oorverdovende stilte. Voor sommigen is dit misschien zelfs beangstigend stil. Ook op deze dag doe ik geen dorpjes aan. Domweg omdat ze er niet zijn. Ik spreek dan ook mijn hele watervoorraad aan.

Na een half uur durende afdaling op net aangelegd asfalt rol ik rond 15.00 uur Anezi binnen. Anizi blijkt precies op het kruispunt van een viertal wegen te liggen (nu heb je dat al snel met een kruispunt). Gelukkig vind ik er vrij snel een nogal ...eh.... basic room. Voorzieningen nul. Comfort: below zero. En nog een detail: een ongelofelijk smerig toilet (zo heb ze niet vaak gezien). Maar het geheel is in het gelukkige bezit van een dak en een deur die sluit en nog op slot kan ook. Eigenlijk ben ik geweldig in mijn nopjes met dit sobere onderkomen.

Nadat ik geinstalleerd ben slenter ik wat vermoeid rond in het dorpje. Locals kijken me na en sommigen knopen zelfs een praatje aan. Ik ga naar de kapper. Laat me scheren en ik eet een twijfelachtige maaltijd.

De twijfels zitten `m niet zozeer in het feit of de maaltijd wel een maaltijd is. Die kou kan ik wel uit de lucht halen. Het was een maaltijd! Zeker!! Er was sprake van stukken aardappel, wortel en geit. En dat alles probeerde z`n zwemdiploma te halen door te watertrappelen in een dikke laag olie. Niks aan het bokkepootje zou je zeggen. Alleen......er zijn wat twijfels mijnerzijds (niet hunniezijds) over de hygienische kwaliteit van dit culinaire hoogstandje .

Mocht ik het er tegen alle verwachtingen in het er toch levend vanaf brengen, dan rapporteer ik u morgen weer.

Naschrift: dat hele overnachten kreeg nog iets van een vervelend staartje. s`Avonds al best wel laat werd de eigenaar op het matje geroepen bij de plaatselijke politie. En ik moest mee. Naar het politiebureau. Daar kreeg ik te horen dat ik in een cafe onderdak had gevonden en dat ik daar illegaal verbleef. `Want een cafe is geen hotel meneertje de vrolijke Hollansche fietser`. En daarom zat ik nu dus tegenover de head off Police. Die stelde me allerlei vragen (zoals: wat is de voornaam van je moeder!?!) en de antwoorden schreef hij dan weer op. In mijn korte tijd in Marokko heb ik wel in de gaten dat je niet moet grappen en grollen met de politie. Is ff ietsje pietsje anders dan bij ons. Dus antwoord ik vriendelijk en beleefd op zijn vragen. Een tweetal ondergeschikten moesten de handgeschreven notities uitwerken in een document. De chef stuurde ze driemaal terug omdat er onjuistheden in het document stonden. In the mean time werden de politiechef en ik dikke vrienden. Zo weet ik dat hij al 30 jaar werkzaam is voor de politie, dat hij nu twee maanden op deze post zit (soort reorganisatieklus), dat ie drie studerende kinderen heeft in Fez en .......

Na al deze fijne weetjes mocht ik het pand verlaten en gewoon de nacht doorbrengen in het oorspronkelijke pand. De eigenaar van het cafe zal er al de tijd maar wat stilletjes en onderdanig bij te zitten.

Hij was iets meer de klos.........

Etappe: Tanalt-Anezi

43 km

Reacties

Reacties

roel

wauw meurende man.
je weet de avonturen wederom beeldend te beschrijven.
prachtig.
hopelijk ben je niet vanaf het politie bureau boven op de smerige toilet beland na je plaatselijke delicatesse?

smeer en deo-se
ciao

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!