Soms is dat ook even fijn. Joan leest een boek, vergrijpt zich aan wat flessen alcohol en rust wat uit. Ik ga wat solo fietskilometers maken.
Dat doe ik vanuit Chilaw.
Ik baan mij een weg door het drukke verkeer van Chilaw en kom al snel aan de kust. Op zichzelf niet zo opmerkelijk. Chilaw ligt aan de Westkust van Sri Lanka. Dus echt een geweldige omweg hoef ik
er niet voor te maken.
Daar ontmoet ik een groep jongeren die op het punt staan om te gaan wielrennen.
Ik rijd op een vrij vers geasfalteerde weg. Strak langs de zee. Strakker langs de zee heb ik nog nooit gefietst als nu. Je hebt zeg maar de teerzwarte weg. En daarnaast een wild opspattende zee.
Dār zit - bijna - niets tussen.
Het is vis dat de klok slaat langs deze weg. Er liggen talloze boten. En vooral veel gedoe, bedrijvigheid en handel met vis. Vis. En nog ās vis. In alle soorten en maten. Vers en gedroogd.
Om die vis te vangen heb je netten nodig. Ik spreek mannen die bezig zijn om netten te knopen om tonijn te kunnen vangen.
Na 17 kilometer verlaat ik de zeeweg. En sla linksaf het binnenland in.
Ahaā¦..daar zie ik een vogelverschrikker. De derde deze reis. Die ga ik ās even fijn op de gevoelige plaat vastleggen. Er is 1 dingetje. Een probleempje. Een detail. Er liggen vijf honden tussen mij
en de vogelverschrikker. Honden zijn voor mij een barriĆØre. Nick & Simon ook. Maar honden ook.
Ik ben namelijk nogal bang voor hunnie scherpe tanden. Hunnie natte neuzen. En hunnie woef-woef-blaf-gedrag.
Mmā¦..mijn verzamelwoede voor de vogelverschrikker (u weet, ik spaar zeā¦.) verliest het bijna van de hondenangst, als er opeens een vrouw ten tonele verschijnt. Ze overziet het slagveld. Verjaagd de
honden met een ferme kreet (moet ik ook eens op oefenenā¦.). En nodigt me uit om een foto te maken van de vogelverschrikker. Ze legt me - vrij uitvoerig - uit waar ie voor dientā¦ā¦..
Het blijkt dat ze medeaandeelhouder is van het fabriekje dat naast haar tuin ligt.
Ze vraagt of ik een rondleiding wens. āZekers, te weten, zeg ik!ā
Het blijkt een touwfabriek te zijn. Touw dat gemaakt wordt van de buitenste schil van de kokosnoot.
U zit er totaal niet op te wachten, echter Ik zal U stapsgewijs āmeenemenā in het proces.
Stap 1 is het scheiden van de vezels van de schil. Dat gebeurt door de schil in een machine te duwen. De vezels worden er daarna uit geblazen.
Stap 2 is het verzamelen en āschonenā van de vezels. Ik snap niets van deze machine. Maar hoe het ook zei: het goedje komt er schoner uit dan het erin ging.
Stap 3: de gereinigde vezels worden nu in een machine geduwd, en komen er als losse kabels uit
Stap 4: De losse kabels worden in een andere machine gedouwd en tot touw gedraaid.
Het touw wordt op verschillende lengten gemaakt en (met name) naar Amerika geƫxporteerd.
Er werken zeven mensen in de fabriek. Ik krijg een kijkje in hun leefomgeving (ze wonen op het fabrieksterrein) en hun keuken. Oei!! De werkomstandigheden lieten al te wensen over. Maar
ehā¦ā¦tjongeā¦..in wat een armoedige omstandigheden moeten deze mensen levenā¦ā¦.
Ik bedank iedereen uitvoering voor de ārondleidingā. Met een droge touwstof keel fiets ik verder.
Ik passeer een spoorlijn en station. En fiets voornamelijk op hele kleine kronkelende weggetjes. Waar het rustig en fijn fietsen is. En fiets voornamelijk tussen de palmbomen plantages.
Dames in een naaiatelier zien mijn fietsen en slaken kreten van verbazing. Zoān Hollandsche fietser met kale kop zien ze niet elke dag passeren. De kreten van verbazing worden nog groter als ik
terugkeer. En een kijkje in hunnie atelier kom nemen. Zijn mogen dat dan bijzonder vinden. Ik vind hen ook bijzonder.
Met een vers aangemeten maatpak met vlinderstrik en stoere gympen fiets ik verder. Tja, je moet je kans grijpenā¦ā¦..
Op het einde van mijn 70 kilometer durende tocht kom ik op rood gekleurde zandwegen terecht. Hobbelig van aard. Avontuurlijk fietsen. Ik passeer een groepje vrouw die ongewenst kruid aan het
verwijderen is. Ik maak een praatje. Posseer gewillig met het - inmiddels half uitgelopen - dorp. En koers verder.
Iets verderop worden de geoogste rijstvelden- gecontroleerd - platgebrand. Dat scheelt als de grond straks weer bewerkt moet worden. En het levert een mooie organische meststof aan de bodem.
Daarbij: tis een mooi gezicht!
Helemaal op het einde passeer ik een Hindoetempel. Die zien er prachtig uit. Ik ben helaas niet gekleed om de heilige tempel van binnen te bekijken en moet het met de buitenzijde doen.
De laatste 2 kilometer brengen me weer terug in het hotel.
Het plaatsje zal U - lieve lezer- in het regen- en herfstachtige Holland weinig zeggen. Als ik hier Tietjerksteradeel had geschreven, had U mij vast ook geloofd. Maar het is toch echt Chilaw.
We laten onze overnachtingsplek in Puttalam achter ons. We proberen de drukke A-wegen zoveel mogelijk te vermijden. En kiezen - als ze er zijn - voor de kleine (op de de kaart geel en wit van
kleur) rustige en meer avontuurlijke weggetjes.
We passeren een benzinestation. Nog steeds is brandstof uitsluitend met een QR code verkrijgbaar hier. Als er tenminste benzine voorradig isā¦.
Het eerste deel van onze tocht verloopt over een vervelend drukke weg. Na 13 kilometer slaan we af. Het is meteen rustiger hier. Pffā¦..
Rond het middaguur komen we - na 3 weken fietsen - weer bij de zee. Dezelfde zee die ons de eerste week ook vergezelde. Maar dan iets noordelijker.
Vissermannen hebben hunnie boten en vissen op het droge getrokken. Maar dat is nog maar het eerste deel van de inspanning. Ze proberen nu met man en macht de gevangen vis uit de netten de pulken.
Een bewerkelijk klusje.
Enigszins vermoeid en hongerig vallen we Arachchikattuwa binnen. Mocht het U lukken om deze plaatsnaam - zonder te oefenen - in 1x en foutloos uit te sprekenā¦ā¦In dat gevalā¦..krijgt u een sticker
van de juf.
Ah!! Over de juf gesproken!!!
Gisteren werd onze aandacht getrokken door een groepje zingende kinderen. In mooie geel-blauwe pakjes. We stapten af. Keken van een afstand toe. En werden uitgenodigd door de juffen om een stukje
van de les mee te maken.
Het bleek een school voor āarme kinderenā te zijn. Niet ondersteund door de overheid. Drie zeer bevlogen leerkrachten lieten ons zien hoe ze de kinderen onderwezen. In welke lokalen ze werden
ondergebracht. En we zagen het Buro van de hoofdleerkracht.
Tjonge.
Dat maakte indruk. Bevlogenheid, liefde en ijver van de drie leerkrachten compenseerden zo ongeveer alles wat er tekort schoot in dit schoolgebouw. De bescheiden donatie die we gaven werd in grote
dankbaarheid aangenomen. En werd ons verteld: āwe gaan er schriften en pennen voor de kinderen van kopenā.
Ahā¦.Arachchikattuwa. Dus. Is het U gelukt?
Dit dorp bestaat uit een hechte Hindoegemeenschap. Het centrale deel van dorp wordt geflankeerd door een fantastisch mooie tempel.
We schieten was fotoās van veel lieve mensen die ons willen begroeten.
We proberen wat eten te vinden. Maar dat lukt niet best. Een restaurant is het dorpje niet rijk. We belanden bij een klein winkeltje alwaar het lukt om de eigenaar 4 bakjes - niet geheel
suikervrije (!) yoghurt en een fles water afhandig te maken.
Daarna zetten we het op een lopen. Maar vergeten daarbij onze fietsen. Snel terug. Op onze karretjes gesprongen. En we weten net op tijd het Hindoedorpje te ontvluchten.
We doen dit voor U lieve lezer. Voor niemand anders.
Niet veel later lukt het ons om een bord rijst met curry te scoren.
Rijst met curry is het Nationale knaagvoer hier. Sri Lankanen eten het drie keer per dag. Hierbij een foto van de helden van dit restaurant, waarbij we niet willen vergeten te vermelden dat het
vrouwspersoon - dus ter linkerzijde op deze foto - DE ECHTE HELDIN IS!!!! (H)eerlijk gegeten!!!
Tegen drie uur vallen we Chilaw binnen. Dat blijkt een beste wel grote, stinkende en drukke stad te zijn.
We ploegen onze fietsen zo goed en kwaad als het gaat door het drukke - scooterrijke en schooluitgaande - verkeer.
We komen even op adem bij een jongen die cricketbats verkoopt.
Hij maakt ze zelf. Van hout. Hij doet over een groot exemplaar: 1 dag. En vraagt er 3000 roepies voor. Een tientje! Je wordt eigenaar van een kleinere bat voor 1000 roepies.
We vinden een redelijk onderkomen. Wassen het zoute en tot plaklijm verworden zweet van onze lijven. Eten wat.
En laten de zwoele (zeg maar: stikhete) avond over ons heen komen.
Gisteren hebben we de Oude en Heilige Stad in Pollonaruwa bezocht.
We willen U niet meer lees-moe maken dan U al bent en stellen dan ook voor om de archeologische appel meteen door te bijten. Hierkomendefotoās:
Des savonds togen wij naar - de niet bijster interessante - stad en hebben daar een voedzame maaltijd genuttigd in een uitspanning die naast ons uitsluitend door lokale inboorlingen werd bezocht.
De bezoekende buitenaardse wezens - wij dus - werden met lachende, belangstellende en warme blikken ontvangen. We kregen een heuse inboorlingenmaaltijd voorgeschoteld. En er werden twee blikjes sap
met prik door een gast aan ons aangeboden, als gift.
U begrijpt: hier kan geen toeristische Unesco-atractie tegenop. Wij kregen er kippenvel van. En het maakte ons nederig. Wat een gastvrijheid. Wat een mensenwarmte mochten we ervaren.
Bij het ondergaan van de zon beslisten we dan ook dat we de komende - nog te bezoeken kaartjes kopende bezienswaardigheden - van ons lijstje afstrepen. En dat we lekker gaan fietsen. Op kleine
bochtige weggetjes. Waar gewone mensen zijn. Met wie je kan praten en je gevoelens kan delen. En waar na elke bocht weer een nieuw avontuur op de loer ligt. Waar je geen kaartjes voor hoeft te
kopen. Dat is veel leuker en geeft ons veel meer reisenergie.
Met die nieuw opgedane energie en plannen stappen we op. En verlaten Pollonaruwa. Dat doen we meestal zo tussen 7 en 8 uur. Dit om de scherpste hitte te vermijden.
We kiezen voor kleine rustige weggetjes. Die bevallen ons het meest.
Na een uurtje fietsen vallen we Hingurakgoda binnen. Deze āmetropoolā bestaat uit enkele huisjes. Er loopt een spoorlijn langs. Eneā¦.dat is het zo ongeveer.
Nou, lieve lezer. Correctie! Helemaal waar is dat niet.
Aan de Zuiderzeestraatweg tussen Oldebroek en Wezep heeft lang een melkfabriek gestaan. In de ooit zo trotse fabriek werd in de vorige eeuw boter en melkpoeder gefabriceerd. Tot 1984 brachten
boeren op de Noord Veluwe hun melkbussen er naar toe. In de fabriek werd de melk bewerkt en verder gedistribueerd.
Maar in 1984 was het uit met de pret. De melk vond op een andere wijze zijn weg naar de klant. De fabriek werd overbodig. Het werd een worstfabriek. Maar dat duurde niet lang.
Sinds eind jaren 90 staat de oude melkfabriek leeg. Hoewel nadien een deel werd gesloopt is het betonnen geraamte van het pand al die jaren blijven staan.
Het onverkoopbare gebouw gaf veel overlast. Er werden feesten gegeven en er schijnen zelfs pornofilms te zijn opgenomen.
āU vraagt? Welke series? Welk deel? Waar die te koop zijn? Ja, sorry lieve lezer, dat weet ik ook niet. Dat soort informatie moet ik u schuldig blijvenā.
Ik reed er zoān 1 keer per jaar langs de fabriek. En zag het verval met de jaren toenemen. Ik vond het wel mooi. Bomen groeiden uit de ramen. Muren brokkelden af. Hij is nu afgebroken. Echter, van
mij had ie mogen blijven staan.
Dit verhaal schoot me te binnen toen we vanochtend het āmelkfabriekjeā van Hingurakgoda aandeden.
Locals komen er hun melk aanbieden. Die melk wordt afgemeten en overgegoten in een grote melkbus. De naam van de aanbieder wordt genoteerd. En de hoeveelheid geregistreerd. En vandaaruit zal de
melk zijn weg naar de klant vinden.
We trekken verder over grotendeels vlakke asfaltwegen.
De rijstoogst is begonnen. Nog niet overal. Maar de eerste percelen moeten er aan geloven.
We slaan af naar de A6. Dit zou een wat grotere weg moeten zijn. Het blijkt een rustige weg te zijn. Flink wat tegenwind. Geen voorzieningen. En met afstand het saaiste deel dat we deze reis
gefietst hebben.
Om een uur of twee des middags vallen we ons eindstation voor vandaag binnen: Habarana.
We ontmoetten de plaatselijke fietsenmaker (die we gelukkig niet nodig hebben).
In Habarana gaan we onze vermoeide fietsbenen te ruste leggen.
In mijn basisschooltijd kocht ik snoep in het snoepwinkeltje in Hattemerbroek (Daar destijds beter bekend onder de naam: sneuuuup).
Je kocht er kauwgomballen voor 1 ouderwetse cent. Verschillende soorten drop kocht je uit van die glazen potten met zoān zwarte draai-deksel.
Meestal kocht ik harde zoete drop. Maar zo heel soms maakte ik een uitstapje en kocht een snoepsoort die ik nog niet kende. Een snoepsoort die er lekker uit zag. Zo soms pakte dat goed uit. Af en
toe viel dat tegen. Dan bleek dat snoepje niet zo lekker als vooraf gedacht.
De rit van Ella naar Kandy verloopt flink heuvelachtig. En voert ons deels door - op heuvels gelegen - theeplantages. Toen we in Ella verbleven hebben we een theefabriek bezocht en ons laten
onderwijzen in de Wereld die ātheeā heet.
Machtig interessant!!
De Camelia chinensis (de theestruik) is verantwoordelijk voor alle kopjes thee die wij zo op een dag achteroverslaan. Althans ik.
De theestruiken kunnen tot 150 jaar oud worden. En er wordt elke 7-10 dagen van geoogst. Dan worden de bovenste jonge blaadje geplukt en naar de fabriek vervoerd. De theeplantages zijn particulier
eigendom. De fabriek koopt het van de theeplantage eigenaar.
Het fabricageproces begint met het drogen van de bladeren. Het vochtgehalte wordt teruggebracht tot 50%. Dan begint het fermentatieproces (alleen bij de productie van zwarte thee). Dan wordt het
goedje weer gedroogd. En daarna gezeefd.
Er ontstaan bij dat zeeproces, zeven verschillende kwaliteiten thee (elk krat heeft een kleur die overeenkomt met de kwaliteit). Het spijt mij u te moeten teleurstellen, zeer gewaardeerde lezer, ik
doe dat liever niet. Echter, U voelt ām misschien al een beetje aankomen: de thee die U, ik, wij, zij, hullie en wullie in onze supermarkt in zoān theezakje kopen, is van ehā¦ā¦ā¦.de minste kwaliteit.
Ze noemen dat hier: stofthee. Thee uit de onderste zeef dus.
Beter is het om losse thee te kopen.
We mogen door de fabriek lopen alwaar het proces in volle gang is. Veel van de productie is geautomatiseerd. Maar er komt ook nog steeds veel handwerk bij kijken. En dat is weer goed voor de
werkgelegenheid.
Monsters van de verschillende soorten kwaliteiten thee worden naar de Veiling in de hoofdstad Colombo gestuurd. Daar wordt de thee beoordeeld door Fabrikanten als Ceylon, Lipton, etcā¦. Die kopen
dan partijen op. En voegen hun eigen melange toe. En die thee(zakjes) vind u - lieve theedrinkende lezer - dan weer in uw eigenste supermarkt-schap terug.
Vandaag hebben we Kandy (spreekt uit: Kendy) vereerd met een bezoek. Kandy is centraal gelegen in het meest bergachtige deel van het land. Kandy is de culturele
hoofdstad van Sri Lanka. Je hebt er belangwekkende tempels, een centraal gelegen meer en een belangrijke botanische tuin.
Onze bezoek plannen zijn groot. Echter, bij het binnenrijden valt Kandy niet mee. Het is een grote stad waar het verkeer zijn roetwalmen uitstoot. Het is druk. Zweterig. Smerig. Mmā¦ā¦ā¦
We besluiten de Koninklijke Botanische Tuin te bezoeken. Wat een machtig leuke en interessante tuin blijkt te zijn. Met wel 4000 verschillende soorten bomen, struiken, planten. Allemaal bij elkaar
verzameld in een prachtig onderhouden park van maar liefst 60hectare.
Het is zaterdag en de Sri Lankanen weten de weg naar de tuin goed te vinden. Het is machtig druk. Voor veel jongelui en families voorziet de tuin in een behoefte. Mensen zoeken op het warmste deel
van de dag de verkoeling van de bomen en struiken. En picknicken gezellig met elkaar.
Wij wanen ons op de kamerplanten-afdeling van de intratuin. We bleven machtig veel plezier aan dit bezoek.
En zo zie je maar. Een snoepje dat zich vooraf heel erg lekker aan ons toonde, viel aanvankelijk best wel tegen toen we het in onze mond staken. Maar toen we eenmaal aan het kauwen raakten, bleek
het toch heel lekker te zijn.
Morgen zetten we koers naar het noorden van Sri Lanka. Alwaar zeker en vast nog veel meer āzoets en lekkersā te beleven zal zijn.
Met het transpiratievocht nog ietwat bungelend en kriebelend in de bilspleet, deze x geen verhaal maar een fijn beeldverslag van de - nogal inspannende - klimtocht naar het bergdorpje Ella.
Wellicht kunt U op de onderste foto de weg ontwaren die gefietst isā¦ā¦..