De prijzen lopen op tot wel 1200 Jordanese Dinar pegeltjes per nacht.
Voor lager dan voor 200 JD euro vind je hier sowieso geen kamer. Een karig ontbijtbuffet kan er dan (hopelijk) nog net af. Maar dan wel: verplicht Corvee.
Als ik dergelijke prijzen ECHT zou betalen dan zou ik om principiƫle redenen geen oog dicht willen doen. Neeh. Ik zou elk uur, elke minuut, elke seconde, iedereen milliseconde van de nacht willen
meemaken. Dan zou ik alles willen zien. Elke millimeter van mijn hotelkamer. āVoor dat geld?!, doe je je ogen toch niet dichtā!
Ik ben vanochtend - een eindje voor de klok van 7.00 uur - mijn onderkomen voorzichtig uit geslopen. Alle luiken zijn toe. Het is uitgestorven hier. Het lijkt wel een failliete boedel.
Iedereen slaapt nog. Ze gaan tot 2 uur sā nachts door. Beetje keuvelen. Beetje theedrinken. Beetje slap lullen. En ja, dat moet je de volgende ochtend - met katerig uitslapen - bekopen.
De avond ervoor heb ik keurig mijn rekening van 20JD (25 euro) voldaan. Dat U niet denkt dat ik zonder te betalen ā¦ā¦.
De reden dat ik op dit vroege tijdstip de kuierlatten neem is dat de temperatuur gisteren - op mijn rustdag - de 50 graden aantikte. Ik wil daarom de grootste fietskilometerklap in de ochtend geven
voordat de hitte weer zān verzengende werk oppakt.
Vandaag is mijn reisdoel duidelijk en onduidelijk tegelijk.
Ik hoop het laagste punt van de Wereld te bereiken: de Dode Zee. Het grote plan is om er een tijdje in te gaan drijven. En ja, en danā¦ā¦dat staat in de sterren geschreven. Ik heb namelijk nog geen
onderdak kunnen regelen. Alles is bezet nabij de Dode Zee. Of te duur. Veel te duur. Heel erg veel te duur! En bovendien ik heb een hartgrondige hekel aan corveeā¦ā¦
Maar goed. Onderdak vinden, is een zorg voor later.
De eerste 20 kilometer zijn ehā¦ā¦.teleurstellend. Ja, de term āteleurstellendā dekt de lading het beste. Komt het dichtstbij. Mikt de pijl het meest in de roos. Is het meest van toepassing. Is het
beste ā¦ā¦ā¦. Afijn: U heeft een beeld lieve lezer.
Ach weet U. Veel industriegedoe. Gerommel met cement. Olieleidingen en dikke buizen waar allerlei goedjes hun weg door moeten vinden. Vrachtverkeer. In niets lijkt het op de aanloop die ik
verwachtte richting de Dode Zee.
Ik moet mijn weg nog wat vinden in dit geĆÆndustrialiseerde ālandschapā.
De weg heuvelt precies voldoende om het zuur in de benen te laten lopen. Daarbij komt nog dat ik wat lichtjes in mijn hoofd begin te raken. Meestal is dat een gevolg van te weinig water drinken.
Anderhalve liter wegdrinken binnen een half uur lost het probleem veelal wel op. Maar dit keer drink ik dat ālichte hoofd-gevoelāniet geheel en al weg.
Ik val een winkeltje binnen. Maak de eigenaar wat kleffe witte broodjes, vleeswaren en 2 pakjes yoghurt afhandig. Dat zal ām leren! Kauw het met mijn rotte kaken en uitgevallen vullingen weg. En
vervolg mijn weg met een minder licht hoofd.
Het industriƫle gedoe laat ik achter me. Het wordt langzaam aan mooier.
Ik stijg wat in hoogtemeters. Krijg iets van een uitzicht. En potdomme daar istie: de Dode Zee!!
U weet wel. Dat zoute meer van 67 kilometer lengte. 18 kilometer in de breedte. Precies in het midden doorsneden door de grenzen van Israƫl en Jordaniƫ. Met een diepte van 377 meter. (Heb ik deze
keer niet voor U nagemeten dus ik hoop dat u deze feitjes voor kennisgeving van mij wil aannemen, zo niet, dan moet ik toch ff langs de Gamma voor een rolmaatje en ā¦ā¦.).
De Romeinen gaven het plasje water de naam: Dode Zee, vanwege de afwezigheid van vis. De Dode Zee is het laagste punt op aarde. De waterspiegel ligt meer dan 400 meter onder zeeniveau en blijft nog
steeds zakken.
Het zoutgehalte is 33%. Ik vraag me af hoeveel JoZo plastic zoutbusjes je moet legen om dat zoutgehalte te bereiken. Ik weet āt niet, maar wel heeeeeeeel veel. En als het zoutgehalte al niet op
peil zou zijn, dan zou ik voorwaar investeren in het aandeel ā JoZo-zoutā. Want er is een flinke kans dat ze bij de firma JoZo een flinke bestelling plaatsen.
Volgens mij loop je - als aandeelhouder - helemaal binnen en kun je na de jaarlijkse dividend of winstuikering prima een kamer van 1200 JD veroorloven. Wat zeg ik: wel 2. Missschien kun je het hele
hotel wel opkopenā¦ā¦
Hoe dan ook. Ik heb me vandaag voorgenomen om ās lekker op het zouterige water te gaan drijven. Maar eerst moet ik nog even doorkarren. Want zo gemakkelijk gaat dat allemaal niet lieve lezer. Dat
drijven.
Neeh!!!
Dat komt zo. De Kuststrook van de Dode Zee (die overigens prachtig is) loopt langs diepe kliffen. Waar ie dat niet doet zijn nogal wat Resorts gebouwd.
Aha, een Resort!!
Voor wie nog nooit in zoān ding geweest is of er verbleven heeft. Het zijn potsierlijke betonnen opgedirkte blokkendozen die ze zo dicht mogelijk bij de Dode Zee hebben geplaatst. Zo dicht, dat je
op die plekken de Dode Zee niet meer kunt zien. En nog erger: je moet een kamertje boeken bij zoān blokkendoos om Ć¼berhaupt in de Dode Zee te mogen drijven.
āPotdomme, wat een enorme eikelsā. Eerst verpesten ze het uitzicht. Daarna nemen ze ook nog een zakelijke monopoliepositie in, op het drijven in het zoute meer. Tot zover mijn ongezouten mening op
dit punt.
Maar u kent mij, lieve lezer. Ik ben niet zomaar voor 1 zoutvaatje te vangen.
Er moeten twee plekken zijn waar je - weliswaar illegaal en dus gratis - wel toegang hebt tot de Dode Zee. En een van die plekken bereik ik nu.
Ik parkeer mijn fiets. Geef aan de meest betrouwbare souvenirverkoper mijn stuurtas (met geld, paspoort en zo) in bewaring. En loop naar beneden. Enkele tientallen mensen hebben de plek ook
gevonden.
Het opmerkelijke is: niemand drijft. Je zou denken: je bent bij de Dode Zee. Nu gaan we drijven. Maar nee hoor. Er worden allerlei selfies gemaakt door mensen, in poses waarvan ik denk: is onze
mensheid daarmee echt geholpen?! Met zoān selfie. Brengt dat onze samenleving echt een stap verder? Vergroot dit de verbondenheid tussen landen?
Ik twijfel. Het is dan ook precies de reden waarom ik die dingen nooit maak.
Maar dat ik niemand zie drijven maakt me lichtjes onzeker. Zou je hier - op deze illegale plek - niet kunnen of mogen drijven?! Zouden die waarschuwingsborden met doodskoppen er op, echt een
bedoeling hebben? Zou het gevaarlijk zijn?!
Gelukkig zijn er 4 Amerikanen die zich in een zwembroek hullen en de stoute zoutschoenen aantrekken. Ik volg hun voorbeeld.
Net veel later drijf ik op mijn rug. Hierkomtdeonvermijdelijkefoto, maar alleen ā¦..en ECHT ā¦ā¦ALLEEN als U beloofd niet te lachenā¦ā¦ā¦(op Instagram: de lustige reiziger, is een filmpje te zien).
Het is al met al een erg leuke en nogal bijzondere ervaring.
Met veel moeite klim ik uit het zoute meer. Loop naar boven. Installeer mān fiets. En trek verder.
Het is 14.30 uur. Ik moet langzamerhand een plek voor de nacht gaan regelen. Alleen ā¦ā¦er is niets. Althans niet binnen fiets- en financieel bereik.
De weg klimt lelijk. Ik fiets nog 30 kilometer verder. Maar vind niets. De zon begint langzaam te zakken. Het wordt tijd voor iets van een besluit.
Ok. Ik ga een plekje voor mān tent opzetten. Mooi besluit. Goed gedaan Gerrit de doorpakker. Nu nog een fijn plekje vinden. Dat valt voor de drommel niet mee.
Rechts rotsen. Links een diepe klif en meteen aansluitend de Dode Zee. En middenin een asfaltweg met een gele streep die het midden van de weg markeert. Alle drie niet echt lekkere opties om ās
fijn een tent ongezien weg te zetten!
Ik klim nog ietsje verder. Sla bij een van de spaarzame tentjes op de route flessen water en frisdranken in.
Links van me zie ik een met hekken afgezet gebied. In een van de hekken zit een gat. Mmā¦ā¦zal ik ās proberen om ā¦ā¦
Niet veel later zet ik mijn tent - op een klif - slechts vijf meter van de Dode Zee, een mooie eindje van de doorgaande weg vandaan. Hier zal niemand mij spotten. De wind loeit om de tent. Het
zoute zeewater ruist langs mijn hoofd. De zilte zeewind aait mijn oorschelp ā¦ā¦.. (begint potdomme op die rijmelarij van BLĆF te lijken!!).
Ik installeer mān kookgerei. Kook water. Maak een onvolprezen noodlesoepje klaar (hoe kun je voor zo weinig eurocentjes, zoveel culinair geluk bewerkstelligen, hulde aan de fabrikant van de
noodlesoepjes).
Daarna bereid ik een Globetrotter (gedroogde maaltijd). Eenvoudig klaar te maken. Zeer voedzaam. En goed binnen te houwe.
Ik heb te weinig gedronken vandaag.
Ik sla een blikje sprite en vier blikjes cola achterover. Binnen een tijdsbestek van 20 minuten.
Zittend op een rotsblok mijmer ik wat, overdenk het leven, voel dankbaarheid, staar naar de ondergaande zon. In de richting van Israƫl. Dat niet ver weg is van hier.
En realiseer me dat dit een van de mooiste kampeerplekken ooit is.
Het is ruim voor 7 uur des Ochtends als ik lauwe slappe friet, gefrituurde balletjes, een blauw gekookt ei, koude groentesoep, vijf - ik herhaal vijf - stroopwafels en een door de zon kromgetrokken
dubbele TWIX wegspoel met drie pakjes pislauw sinaasappelsap en wat water.
Ja lieve lezer. Ik zie U toch ietwat verlekkerd kijken. Ook wel met iets van een jaloerse blik. Zoān vorstelijk ontbijtje heeft u vast niet gehad. Mijn vader zou zeggen: āde Koningin heeft niet
lekkerder gegetenā.
Maar een fatsoenlijk fietsbodempie moet wel gelegd worden. Temeer omdat de fietsdag van vandaag voorzieningen beloofd met het aantal: NUL, ZERO, NIENTE, KNOTS! Kortom, op deze woenstijnweg is mij
beloofd dat ik mijn voorraden niet zal kunnen aanvullen. Vandaar het leggen van een flinke bodem.
Ik ben de eigenaar van dit restaurant geweldig dankbaar. Dat hij me een plekje voor de nacht bood. Dat ie me gisteravond te eten gaf. En dat ik het ontbijtje van vanochtend naar binnen mocht
werken.
Voor ik vertrek maken het personeel en passanten een selfie met mij erop. Ik poseer met veel plezier!
Het is friswarm als ik de ketting weer op spanning breng en de rubberen Robbieās weer het ronddraai-werk laat verrichten.
Ahā¦daar zijn mijn vrienden vrachtwagenchauffeurs weer. Ze rijden op en neer. We beginnen met elkaar vergroeid te raken en groeten elkaar steeds hartelijk als ze passeren. Ik door keihard te
toeteren of met het knipperen van de lichten. Zij door te zwaaien en een duim op te steken. En dat alles omdat ze me zo fijn ruim passeren.
Het landschap vertoont gelijkenissen met dat van gisteren. Het kenmerkt zich door zand. Veel zand. Een enkel boompje. Wijdse uitzichten. En dan is er dan weer licht dalende, en dan weer licht
stijgende weg. Vlak is een relatief begrip in Jordaniƫ.
Na 30 kilometer is er een tankstation van Jo Petrol. Ik heb iets van geluk. Het blijft een geliefde tussenstop te zijn voor toeristenbussen die naar de Dode Zee reizen. Ahaā¦toeristen ā¦.bussenā¦ā¦.dan
zijn er ook voorzieningen, zoals een toilet. Thee. En misschien is er wel een broodje te scoren.
En wel zeker. Een half uur later zit ik - met een gevulde maag - op de fiets en kan ik mijn weg vervolgen. Maar niet nadat ik ruimschoots met ik-weet-wel-niet-hoeveel-toeristen op de foto ben
gegaan. Allemaal om een foto van de MAD CYCLING BOLD DUTCHMEN op hunnie FACEBOOK-pagina te plaatsen.
Ik verwacht vanaf morgen een enorme koersval van het aandeel FACEBOOK!. Mocht je die aandelen hebben: ālozen die dingen!!!!! En wel nu!!!!!!!ā
Er moet me - ff tussendoor - wel even iets van het hart lieve lezer.
Tijdens deze stop in voornoemd benzinestation viel er een groep Nederlanders binnen. Pensioengerechtigd. Geld zat. Zakelijk helemaal afgetankt. Kan niet anders, getuige de overmatige
aanwezigheid van gidsen, begeleiders en een iets te luxe airco-touringcar. Geheel verzorgde reis tot aan het brengen van een kopje koffie en thee toe.
Even in algemene zin: als je in het wonderschone Jordanie bent en je komt tijdens zoān tussenstop niet verder dan de hele tijd te lopen ouwehoeren over je zakelijke successen (en maar tegen
elkaar opbieden), dan mogen ze je van mij afvoeren naar het abbotoir. Tis toch Suikerfeest hier. Hebben ze nog wat aan je. Voor de dames heb ik ook een boodschap. Dat je ouder wordt, kan je niks je aan doen. Dat er wat rimpeltjes zo hier en daar bijkomen. Mij zul je niet horen. Dat je bovenarmen wat beginnen te
klotsen, So Be IT. Maar doe godverdomme geen broekpak aan waar alle erotiek volledig en voorgoed is uitgetrokken. Echt waar: het leek wel afgesproken werk.
U begrijpt - ik ben de kinderachtigste niet - ik ben op tafel geklommen en heb dit de groep in een - ik mag wel zeggen - best fraaie speech eventjes medegedeeld. En heb er ook nog even een
kleidingadviesje tegenaan gegooid.
Ik kan u zeggen lieve lezer: de sfeer is nog nooit zo optimaal geweest!
Flikker op man!!
Het blijft een kaal en leeg landschap waar ik doorheen trek. Met zo hier en daar wat lage begroeiing. Je zou het saai kunnen bestempelen. Ik geniet ervan. Vind het mooi. Rustgevend. Overzichtelijk.
Passerende autoās toeteren. Mensen zwaaien. Een enkeling stopt en vraagt waarom ik dit ik hemelsnaam aan het doen ben. Of ik niet beter voor door de ziektekostenverzekering - nu het nog kan-
therapie had kunnen kiezen. Of dat ik mijn mentale problemen niet beter in een all-inclusieve resort op een rijtje had kunnen zetten. Zo met de beentjes hangend over de rand van het zwembad. Zo net
met de kalknageltjes bungelend in het water. Met in de linkerhand een Sangria, in de rechterhand eenā¦ā¦ā¦ā¦.
Ik moet er niet aan denken, lieve lezer.
Het is een eindje voorbij het middaguur. Ik heb er zeventig kilometer opzitten en hoor mezelf zeggen: tijd voor rust en iets van een plan Pleijtertje. Fijn bedacht. Mooi gezegd. Maar waar dan? Er
is geen spoortje schaduw. Temperatuur is opgelopen tot 44,8 graden C.
In de verte zie ik een gebouwtje. Fiets er naar toe. En verdomd, ik heb geluk. Het blijkt een winkeltje te zijn. Ik koop er twee yoghurtjes. En een best wel coole sprite. En werk die naar binnen.
De eigenaar spreekt goed Engels. En weet dat ik de komende 40 kilometer geen voorzieningen en onderdak hoef te verwachten. āJe moet doorrijden naar Ghawr As Safi, daar zal je wat vindenā, zo
bezweert ie me.
Ik zeg ām dat ik de benen aardig begin te voelen. Gisteren 90 km, vandaag al 70. Nog veertig erbij vandaag brengt de teller op 110 fietskilometers vandaag. Ik twijfel.
Hij trekt me over de spreekwoordelijke streep door te zeggen dat de weg naar beneden loopt. Je zit nu op -139. Het loopt naar -400.
Dat wist ik. Ik ga naar het laagste punt op aarde. De Dode Zee. Maar nog twijfel ik.
Mān tent opzetten in de woestijn is op zichzelf geen probleem. Ik heb alles aan boord om avond, nacht en ochtend door te komen. Douchen sla ik wel een keer over (mijn all time record ā niet
douchenā staat op achtereenvolgende 7 dagen, dat was in Pakistan). Lieve lezer: ik kan U zeggen, na drie dagen maakt het niet meer uit. De eerste drie dagen voel je je smerig. Plakkerig. Vies.
Ergens rond drie dagen zit een schanierpunt, daarna maakt het niet meer uitā¦..
Echter ik maak me wat zorgen over hoe de tijd door te brengen dat de zon nog staat te branden. En geen erbarmen zal hebben met deze Hollandsche fietster. Er is namelijk gaan strookje schaduw te
vinden, waar ik mijn HUBBA HUBBA neer kan zetten. Ik vrees dat ik de tent uitkook.
āNeem ās een gok Gerrit, doe ās verantwoord gekā. Ok, ik knoop er nog 40 bij aan. En stap op.
Maar van naar beneden lopen van de weg is vooralsnog geen sprake. Het loopt op. Ik heb wind tegen. En iets van spijt, iets van haren. Iets van hoofd, sijpelt langzaam doch gestaag mijn geest en
lichaam binnen.
In dit soort gevallen hanteer ik de volgende fietswerkwijze. Ik hak de veertig kilometer die ik nog moet afleggen in vier stukjes van 10. Hup. De eerste tien. Daarna een korte (drink)pauze. Hup. De
tweede tien. Weer een pauze. Enzovoort.
Het wordt stilaan groener. Er is meer begroeiing. En er wordt akkerbouw bedreven. Er worden paprikaās verbouwd. Luzerne. Mais.
Ook het aantal voorzieningen nemen toe. Een enkel winkeltje dient zich aan. Ik sla meteen in. En trek een blikje Sprite open dat ik in een schrikachtig recordtempo naar binnen werkā¦ā¦..
Ik ben in totaal - vandaag - vijf keer staande gehouden door de militairen die de grens bewaken. Het ligt hier allemaal supergevoelig. Ben ook minder dan vijf kilometer van de Israƫlische grens
verwijderd. Om de zoveel kilometer staat er een bemande en bewapende uitkijktoren in het woestijnzand. Daar staat dan een militaire knakker de hele dag op de uitkijk (heb ik maar geen fotoās van
gemaaktā¦..) met uitzicht op de grens en de Westelijke Jordaan Oever.
Controle voorbeeldje 1: ik stond even stil om wat te drinken. Direct kwam er een jeep (met mitrailleur op het dak) kwam met gierende banden aanrijden. Ik werd dringend (niet vriendelijk) verzocht
om op te stappen. Drinken doe je maar in je vrije tijd.
Nog een voorbeeld. Ik kreeg twee controles te verwerken binnen 7 minuten. De ene jeep was nog niet weg, of een andere kwam. Ze willen weten wat ik hier doe, waar ik naar toe ga. En willen mijn
paspoort zien. Daar maken ze een foto van. En die gaan ze checken in hunnie office. Mocht blijken dat er iets niet ok is dan weten ze me te vindenā¦..
En ja hoor. Daar is controle nummero zes aanstaande. Ook die proeve van bekwaamheid doorsta ik met verve. Ik mag door.
Vermoeid, maar toch nog vrij fit rijd ik tegen 16.30 uur het plaatsje Ghawr As Safi binnen.
Daar heb ik via onze ācorona-steun-boeventuigā (beter bekend onder de naam: BOOKING.COM) een kamertje geboekt bij Safi Kitchen.
Na een kilometer of 15 gefietst te hebben fiets ik tegen een eerste militaire controlepost aan.
Dat wil zeggen: ik rem precies op tijd om dat ā tegen aan rijdenā te voorkomen.
Ik moet mijn paspoort tonen. Zeggen waar ik naar toe ga. En vooral uitstralen geen kwade bedoelingen te hebben.
Het overvalt me niet, die controle. Er zullen er nog meer komen.
Ik ga vandaag (en de komende dagen) de 65 volgen. De Jordan Valley Road. Die me ondermeer naar het laagste punt op aarde zal voeren: de Dode Zee.
De Jordan Valley Road loopt strak langs de Israƫlische grens. Zo strak dat ik - als ik echt goed en ver kon gooien - zo een steentje op Israƫlisch grondgebied zou kunnen gooien.
Er is wel een ietsje gevoeligheid in dit grensgebied in verband met het conflict met Israƫl en de Palestijnen. En Jordaniƫ houdt een oogje in het zeil.
Dus ik zal nog wel ās tegen een controletje of wat aanfietsen.
De controlemeneer kijkt naar mān rechtertas en vraagt me of er kleding in zit. Ik antwoord dat ik daar mijn geweren in vervoer. Hij loopt naar mān linkertas en zegt: daar zitten zeker de
fotospullen in?! Ik antwoord ām dat ik juist in die tas de kogels vervoer. Want ja, met een geweer moet je wel lekker kunnen knallen. Kanjer dār niet genoeg van bij je hebben. En die lange tas:
daar zit zeker je tent in?! Nee, zeg ik: daar heb ik juist die raketwerper in gedaan. Leek me een fijne plek.
Nou ja, in dat geval mag deze Hollandsche fietser gewoon doorkarren, maar niet nadat er een foto is gemaakt die op een Jordaanse Facebook-pagina zal prijken. Ik waarschuw de man nog dat ām dit
vrienden gaat kosten. Maar ik geloof dat mijn overtuigingskracht tekort schoot.
Vanochtend heb ik Aqaba verlaten.
Aqaba is de enige havenstad van Jordaniƫ en zit tegen Eilat aangeplakt (zie de foto hierboven). U weet wel die Israƫlische badplaats waar het goed toeven is wanneer u lekker negerbruin wilt bakken.
Eilat ligt zo dicht bij dat ik de gebouwen aan de andere kant van de grens prima kan onderscheiden. Ik zit het hemelsbreed minder dan een kilometer vandaan.
De rit van vandaag en de komende dagen jagen me ietwat schrik aan. Het is niet het hoogteprofiel. Die verloopt de eerste dagen vrij vlak. Het is niet de tegenwind. Die kan ik het kale hoofd bieden.
Maar het is meer het ontbreken van voorzieningen. Op een enkel tankstation na, zou er niets aan eten en drinken te vinden Zijnā¦ā¦
Ik heb gisteren goed ingekocht. Heb vijf flessen water aan boord. Brood, chocopasta, koeken, bananen, noodlesoep en nog meer meuk die de fietsmaag zou moeten vullen.
Vandaag is een speciale dag in JordaniĆ«. De Ramadan wordt afgesloten en het Eid al Fitr kan gevierd worden. Ik heb de afgelopen dagen talloze vrachtautoās zien rijden met schapen aan boord. Die
hunnie laatste ritje maken. Waarvan ik denk dat die lekker worden opgepeuzeld tijdens de feestelijkheden die tot drie dagen kunnen duren.
Het goede nieuws - voor mij is - dat de restaurants overdag weer open gaan. Kijk, reizen tijdens de Ramadan is prima te doen. Maar het kent wel zān beperkingen. Het is wat moeilijker om eten te
bemachtigen (je bent afhankelijk van een winkel/supermarkt), en het opeten moet in het geniep. Je bent niet vrij om zomaar ergens wat te eten en te drinken.
Na 50 kilometer - die droog, warm en relatief vlak en zonder een spoortje schaduw verlopen - is er een eerste tankstation. Ik hoop dat ze naast benzine ook wat fietsvoer hebben. Dat valt zwaar
tegen.
Ik koop allerlei zoete en zoute meuk - dat ik normaal probeer te vermijden - en werk āt allemaal naar binnen. De komende 40 kilometer is er namelijk weer niets.
Ik stap op. De wind trekt aan. Het is zo warm dat ik mijn temperatuurmetertje niet check. Tja, ik kijk gewoon niet. Het is misschien wel 50 graden. Als ik daarvan bevestiging zoek, dan kan dat
mentaal tegen mij gaan werken. Laat het lekker warm zijn, ik hoef niet te weten precies hoe warm.
Er is nauwelijks verkeer. Maar met regelmaat passeren mij grote vrachtautoās. Die halen iets op, en transporteren dat dan weer in tegengestelde richting. Het gaat de hele fietsdag door. De meeste
chauffeurs geven mij ruim baan. Maar er is er 1 die het leuk vind om mij van de weg te kegelen. Nou lijken die wagens erg op elkaar en weet ik niet precies welke wagen er aan komt en wie me nu wil
liquideren. Het is en blijft opletten geblazen.
Er is nog iets. Gisteren heeft er in dit gebied een enorme zandstorm plaatsgevonden. Dat zand ligt ook op het asfalt. Wanneer de grote vrachtautoās mijn passeren, stuift het zand met kracht op en
wordt mijn gezicht gezandstraald. āWat kunnen die zandkorreltjes scherp zijn zegā!
Ik moet even in de remmen. Er steekt een kameel over (stoere zin om te schrijvenā¦.).
Op kilometerstandje 87 moet ik er nog drie. Het is iets van een gouden wet of zo (vraag Joan ook maar ās). De hele dag gaat het vlak. En ja hoor. De laatste drie - na 87 kilometer - lopen vuil
omhoog. Gebeurt zoooooo vaak!! Ik begrijp nooit zo goed waarom dat nu moet precies op het moment dat je op het punt staat een vermoeide fietsdag te beƫindigen.
Maar goed. Die berg is bedwongen. Ik rijd Ar-Rishah binnen. Het is een ietwat bevreemdende ervaring. Vanochtend heb ik Aqaba verlaten - waar alles is. Supermarkten. Telefoonwinkels. Restaurants.
Banken. Tot aan een Mac Donalds toe (Zie foto hierboven). En hier is het armoedig, stoffig en geeft het een verlaten en armoedige indruk.
Ik had me erop voorbereid dat hier geen hotel zou zijn. En val bij het enige restaurant binnen dat dit dorpje rijk is. Ik vraag ām of er iets van onderdak te vinden is in zijn dorp. De eigenaar
bied me meteen een douche en bed aan. En zegt er meteen bij dat ie daar geen geld voor wil.
In JordaniĆ« heeft men gastvrijheid hoog in het vaandel. Je weigert een gast nooit maar draagt juist zorgt voor die gast. Je geeft ām te eten en te drinken. En vraagt daar geen tegenprestatie voor.
Ik sleep mān spullen naar de hoogste etage. Neem een douche. En installeer mān slaapplek.
Een slaapplek die ik mag delen met een Egyptenaar en nog iemand die in het restaurant werkzaam zijn.
Als de zon onder is gegaan staat er een maaltijd klaar, die we met zān vijven opeten.
Ze vragen of ik de waterpijp meerook. Maar dat rook aanbod sla ik met het grootste mogelijke tact en vriendelijkheid af.
Als ik die ga roken kom ik morgen zeker niet vooruit.
Uw nederige dienaar.
Gerrit
Afgelegde afstand: 90 km.
Het zandploegen van gisteren, mag ik vanochtend nog ās dunnetjes overdoen. In omgekeerde richting.
Het is net voorbij 7.00 uur des ochtends, en mijn tempratuurmetertje geeft al dertig klein nulletje C aan. Dat beloofd nog wat voor de rest van de fietsdag.
Na het nodige zandsleurwerk en geploeter geraak ik uiteindelijk op de Dessert Highway. Schud het woestijnzand uit schoenen en sokken. Ontdoe de ketting van zand. Geef ām een paar drupjes olie. En
zet koers naar de meest zuidelijk gelegen stad van Jordaniƫ: Aqaba.
Bij een benzinestation-winkel (het MOON DESSERT RESTAURANT, FIJN GEKOZEN NAAM)- mijn grootste vrienden in ramadan-tijd - werk ik een Yoghurtje naar binnen en giet de inhoud van een pakje
sinaasappelsap (althans ze hebben een poging gedaan om het naar sinaasappelen en sap te laten smaken) naar binnen.
De Dessert Highway is vooralsnog minder druk dan gisteren. Maar het blijft oppassen geblazen dat je niet van de sokken gereden wordt. De achteruitkijkspiegel bewijst zān urgente functie en dienst
maar weer ās.
Het is nagenoeg uitsluitend dalen geblazen. De weg kronkelt door een geweldig fijn woestijnlandschap. Ik ben helemaal in mān element. Een koelelement is het overigens niet. Nee. De warme rijwind
blaast om mijn hoofd en lichaam. Maar de wind doet niets wat in de buurt komt van iets wat lijkt op verkoelend werk.
De hoogst gemeten temperatuur vandaag is 44,7 graden!
Ik heb de hete woenstijnwind tegen en het wegdek ook. Dat maakt het rollen der rubberen Robbie-banden een ietsje minder vanzelfsprekend maar het fietsen als geheel bezien wel een stukje
avontuurlijker.
Iets na enen al rol ik Aqaba binnen. Mijn eindbestemming voor vandaag.
Er wuiven wat palmbomen te wuiven. Er staan wat lantaarnpalen te bungelen. Het wegdek is glad. En ik kom in 1,5 week tijd weer ās een verkeerslicht tegen. Die me ook meteen staande houd. Maar dat
is het ook wel. Van een geweldig sfeervolle entree is geen sprake.
Ik heb een hotel gereserveerd dat ik gemakkelijk vind en waar ik soepeltjes kan inchecken. Althans het verliep soepeltjes totdat ik mijn kamerdeur wil openen. Dat doet ie niet. Hij wil zich niet
voor mij openstellen. Daar heeft ie vandaag domweg geen zin. Tis nogal een inkennige deur. Een heuse monteur moet er aan te pas komen en die is best even bezig.
Dat is allemaal niet zo erg. U kent mij als een geduldig mens. En dat ben ik ook. Echter ik moet al sinds vanochtend ontzettend nodig poepen.
Ik kan de aandrang tot het daadwerkelijk poepen best lang ophouden. Mijn all time record op dit punt is 3 dagen 2 uur, 17 minuten en 3 seconden. Maar toen moest ik ook ECHT!!!
(Misschien is het wel leuk om als reactie onder dit weblog te delen wat uw eigenste record isā¦.. = misschien een leuk weetjeā¦..en ā¦ā¦ā¦wellicht dat het de onderlinge band met alle overige lezers
wat verder versterktā¦ā¦kijk maar even ā¦..ter geruststelling ā¦ā¦.er zijn geen foute antwoorden mogelijkā¦.u krijgt altijd een sticker van de juf).
Maar goed: wanneer de deur dan eindelijk open gaat en de wc-pot eindelijk in āt zicht komt dan voel ik toch wel ā¦ā¦ Afijn. U heeft een beeld.
Tip: mocht u op regelmatige basis met constipatie van doen hebben. Zet dan een cd van Nick & Simon op. Of, hang een poster van Caroline Tensen in je woonkamer. En ren dan meteen naar de
WC-pot. Echt waar: je loopt vanzelf leeg.
Na een lekker douche ga ik de Rode Zee met een bezoek vereren. Nu zult U denken, nou Gerrit, je bent toch al op reis. Moet je nu ook nog een ticket boeken naar de Rode Zee?! Is dat niet wat erg
decadent?!
Nou lieve lezer: de Rode Zee grenst ondermeer aan Jordaniƫ. En het strand ligt maar 200 meter van mijn hotelletje af. Die kans op een ontmoeting wil ik me niet ontnemen.
De Rode Zee en ik kennen elkaar nog niet. Tis een eerste kennismaking. Een eerste date. Zal wat onwennig zijn. Grote kans dat het niet meteen tongzoenen wordt.
Maar ik denk dat we wel vriendjes worden.
(Eigenlijk heet het hier de Golf van Aqaba, en die stroomt dan weer uit in de Rode Zee, maar ik noem het gewoon de Rode Zee. Vind ik veel stoerder om te zeggen!!)
Het is lekker vroeg wanneer ik mān spulletjes weer bij elkaar raap en me opmaak voor een lekker lange rit.
Ik weet dat ik vandaag 40 kilometer moet klimmen. En dat ik daarna naar beneden zal zoeven. Dus die dagkilometers moeten haalbaar zijn.
En eerlijk gezegd moet dat ook wel een beetje want er zijn op deze route slechts in beperkte mate slaapvoorzieningen voorhanden. Ik heb in de woestijn 1 onderkomen kunnen vinden, en dat ligt dus op
- op de kop af - 78,5 kilometertjes van waar ik zal beginnen.
Ik volg nog steeds de Kings Highway (no. 35). Zelfs al ben je een expert in de verdwaalkunst. Verdwalen zal hier moeilijk gaan want dār ās maar een grote doorgaande weg. Maar dat klinkt veel
somberder dan het in werkelijkheid is. De weg kronkelt en heuvelt door een adembenemend mooi landschap. Het is heerlijk fietsen!
Dat betekent wel dat er flink geklommen zal moeten worden. Want een landschap dat je naar adem doet happen, dat je de adem beneemt, dat je ohās en ahās doet uitroepen, dat landschap vraagt ook de
nodige inspanningen. āDat zijn communicerende vatenā. (Ik dacht, ik gooi er ās een interessante quote in, krijgt die schrijverij van mij de o zo broodnodige diepgang).
Ik ploeter tegen heuvels en bergen op. Kom door dorpjes die bezig zijn om de slaap uit hunnie ogen te wrijven. Ondertussen moet ik goed wakker zijn want er kan hier maarzo een kameel de weg
oversteken.
Ik begreep ooit van iemand die in Saudie Arabiƫ had gewerkt dat kamelen - in het verkeer - doodsoorzaak nummero 1 zijn in dat land. Dat zit zo. Wanneer een auto - met serieuze snelheid - tegen de
benen van een kameel aanrijdt, dan valt die kameel met zijn lichaam door de voorruit, en dien ten gevolge verpletterd hij bestuurder en bijrijder. Echt waar!!
Ik weet dat U - lieve lezer - er helegaar nie op zit te wachten. Maar ik heb twee tips voor u, mocht u ooit in een kamelen land gaan reizen:
Tip 1: ga op de achterbank zitten
Tip 2: neem een fiets, zonder voorruit
Zijn tips. Doe er uw voordeel mee.
Van tijd tot tijd moet ik in de remmen knijpen. Niet vanwege kamelen die naar de andere kant van de weg willen. Maar geiten en hunnie honden en begeleiders.
De weg heuvelt. Het landschap heeft desolate trekjes. Er is maar weinig verkeer. Af en toe passeert er wat. Twee jonge (ik denk Nederlandse vrouwen) die in een huurauto rijden en mij zien fietsen,
minderen vaart. Ze vragen of ik OK ben, of ik water genoeg heb en of ik een energiereep wil. Ik ontken alles. We groeten, glimlachen en zwaaien. Ze rijden door.
Wat ongelofelijk lief!
Na 42 kilometer klimmen (i.p.v. de vooraf bedachte 30ā¦.) begin ik de benen te voelen. Ik ben sterk. Ik klim goed. Maar het energielevel begint iets te dalen. Ik spreek met mezelf af dat ik die
volgende heuvel nog neem. En dat ik op de top ervan mijn witte kleffe broodjes ga besmeren met chocopasta. En die daar ās lekker ga oppeuzelen. Flinke kerel die me daarvan afhoudt. Die moet van
goede huize komen.
Boven gekomen zie ik een gebouwtje staan. Zet koers naar het bouwwerk. Treed er binnen. Ze blijken bereid om - ondanks de Ramadan - een lunch voor me te
bereiden. De broodjes en chocopasta houd ik tegoed voor later.
Met een goed gevulde maag trek ik verder.
Ik daal nog een stukje en dat komt het moment van afscheid nemen. Ik ben er niet goed in, dat afscheid nemen. Zeker niet als het onverwachts is.
En dat is het nu een beetje. Maar de Kings Highway komt hier tot een eind. Ik sla rechtsaf. De 15 op.
De 15 is de Dessert Highway. De King is dus qua naam getransformeerd in Dessert. Echter niet alleen in naam.
Er veranderen drie dingen:
Nummero uno: Het landschap verandert van het ene op het andere in een woestijn (de naam Dessert Highway lijkt dan ook vrij goed gekozenā¦ā¦).
Nummero two: De weg is poepie druk (vrachtautoās en toeristenbussen doen een wedstrijdje wie het eerst een Hollandsche fietser van de sokken kan
rijdenā¦).
Nummero Trie: Het wegdek verkeert in belabberde staat.
O ja, er is nog een vierde ding dat niet onderbelicht mag blijven: ik ga flink en langdurig dalen (dat is fietsen zonder te hoeven trappenā¦.).
Als er nu nog iemand zegt dat ik niet veranderingsbereid benā¦ā¦..
Het desolate, lege, nietsige bevalt me. Vooral in combinatie met de hoge temperaturen. Ik geniet. Heb genoeg eten en drinken aan boord. Voel me goed.
En dan zijn we nu aangekomen op een punt van dit verhaal waar ik graag uw gewaardeerde en inlevende- en voelende aandacht vraag.
Het is 16.30 uur (ben om 8.00 uur begonnen) wanneer ik aankom nabij het plaatsje Al-Quwayrah. Daar heb ik een onderkomen geboekt in een soort kamp. Dat
kamp ligt in de woestijn. En de weg er naar toe staat niet aangeven op Maps.
Ik denk dat de Google-chauffeur heeft gedacht toen ie met zān loserige camera-autootje voor die zandbak stond: daar begin ik mooi niet aan. Bangerik!
Kan zijn dat ie als kind een traumaatje had van het in de zandbak spelen. Zou kunnen. Dat als ie dan weer een zandtaartje had gebakken, en ie er de tanden inzette, het ding niet te vreten bleek.
Zelfs niet nadat ie er aardbeienconfiture op smeerde. Of er een klodder spuitbus slagroom opspoot. En het toen nog niet smaakte.
Of dat ie aan de kust een mooie toren aan het bouwen was, en toen het ding bijna af was (hij moest nog 1 vormpjeā¦..), dat toen de golven de bijna affe toren aan snot spoelden. Weg toren. Al het
werk voor niets.
Kan allemaal. Maar hoe dan ook. MAPS laat geen weg zien en brengt me niet tot bij het kamp. En contact leggen met de eigenaar lukt niet. En om nu maar zo de woestijn in te karren zonder navigatie
en richting ideeā¦ā¦.
Mmā¦..het +veertig graden. Ik heb er 78,5 kilometer opzitten. De woestijnwind waait me om de oren. Mij kiezen knarsen van het woestijnzand (zand schuurt de maag maar tochā¦..). De fietsketting
schuurt de tandwielen. Het zand vindt zijn weg tussen mijn eczeem-achtige kalknagel tenen, druk verkeer raast langs me heen. Kortom: het is wel een beetje mooi geweest.
Maar wat te doen?! Er zijn geen andere overnachting opties voorhanden
Na wat heen en weer gefiets (4 km heen, 4 km terug, gebel, gsms, 2 km heen, 2 km terug) komt de eigenaar van het kamp dan toch opdagen.
En nu begint het echte verhaal.
De man toont zich een hork. Een onbehouwen, onbeschofte en echt onvriendelijk schepsel des Heeren. Waarvan ik heel graag aan dezelfde lieve heer zou willen vragen met welk maandagochtendhumeur deze
man aan de Wereld is toevertrouwd. En als onze Lieve Heer almachtig is, als ie dat echt is, had ie dan niet even - toen dit misbaksel zich aandiende - kunnen regelen dat ie de afslag naar de HEL
had kunnen nemen. Daar kom ik ām vermoedelijk en naar alle waarschijnlijkheid later wel weer tegen, maar nu nog niet.
Had van mij gemogen. Die afslag.
De ontvangst is ehā¦ā¦ronduit bars en onvriendelijk. Hij met zān auto vooruit. Ik op me fiets achter hem aan. Door het mulle woestijnzand. Na 4,5 kilometer zandploegen komen we aan in het kamp.
Een welkom is er niet bij. Hij gaat op een matras liggen. Ik laad mān fiets af.
Er blijken nog 5 andere mensen in het kamp te verblijven. Die zeggen dat ze uit Israƫl komen. Maar ik hoor en zie dat het Russen zijn. Ik verdenk ze ervan dat ze daar niet voor willen uitkomen. Zou
iets met de oorlog te maken kunnen hebbenā¦.
Waar ben ik in Gods Heeren naam terecht gekomen?!
Het wordt een surrealistisch gebeuren. Waarvan ik niet precies weet in welke film ik terecht gekomen ben. Is het zoān komedie waarvan je na 5 minuten het lachen reeds vergaat? Is het een horrorfilm
waarvan je de helft niet ziet omdat je met je ogen dicht zit te kijken? Of is het best wel ingewikkelde detective die je wel afkijkt, en waarvan je vriendin dan zegt: ādie was goed he?!ā. En dat
jij zegt:āJa heel goedā, maar dat je er geen bal van begrepen heb (heb ik heel vaakā¦ ja lach maar ā¦heb āt zelf maar ās).
Het is aan de lieve Anja (zijn vriendin of vrouw) - van Siberische afkomst - te danken dat er nog wat warmte en liefde het kamp binnenstroomt. Ze neemt me mee naar een uitzichtplek waar we de
zonsondergang in de woestijn van Wadi Rum kunnen aanschouwen.
Nadat we terugkeren naar het kamp begint de terreur weer. De man schreeuwt. Is ongelofelijk luidruchtig in zān hele doen en laten. En is ehā¦ā¦laat ik het zo zeggenā¦ā¦.nogal AANWEZIG en BAZIG. Bemoeit
zich overal mee. Voert bevelen uit. En wil invloed uitoefenen op alles.
Des sā avonds wil ik nog wat lezen als hij mij beveelt om mijn hoofdlampje uit te doenā¦ā¦.. Ondertussen tonen de IsraĆ«lische Russen niet bepaald hunnie meest sociale kant.
Weet U. Ik heb een vrij lang elastiek. Ook in de woestijn. Maar na meer dan 80 kilometer fietsen in 40 graden C is de Wiegert Ketelapperkoek wel een keer op. Laat ik āt zo samenvatten: er hoeft op
mijn eerstvolgende verjaardag geen extra gebakje besteld te worden voor deze woestijnknakker.
U heeft een beeld lieve lezer.
Ik ga naar bed. Waar mān voeten en enkels - als waren het buitenboord voet-enkels door de bedspijlen - een flink eind naar buiten steken. Ik luister nog even naar Radio 1, naar het live
wedstrijdverslag van Feyenoord (waanzinnig dat dat kan zo in de woestijn).
En hoop dat ik deze surrealistische situatie snel om kan zetten in iets van slaap.
Het is aan Jean Luc Bruckardt te danken dat ik hier nu rondloop. Eerlijk is eerlijk! Ik zou graag zeggen dat ik er iets van een rol in heb gehad. Dat ik een stukje van de verantwoordelijkheid op me
had genomen. Dat er ook naar mij gewezen zou kunnen worden. Maar niets van dit alles: alle eer aan onze Jean.
Eeuwen geleden bouwden de Nabateeers een koninkrijk wat verborgen lag in de bergen. Ze creƫerden een koninkrijk ver van de bewoonde Wereld.
Voordat ze begonnen met bouwen gingen ze eerst - met een Audi uit het zoveelste jaar voor de Jezus Christus-serie - naar de plaatselijke Gamma. Kan ook de Praxis of de Hornbach geweest zijn. Daar
wil ik vanaf zijn. Maar het zal wel een bouwmarktje geweest zijn waar ze gebruik konden maken van hunnie met veel moeite bemachtigde voordeelpasje. Want ze waren - net als U lieve lezer - nogal op
de centen, die Nabeteeers.
Hoe dan ook. Ze kochten daar de hele voorraad hamers en beitels op. Graaiden de schappen leeg. Er stond nog iemand anders die ook een beiteltje nodig had (i.v.m de verbouwing van een toilet) maar
die piste mooi naast de pot.
Ze storten het hele hamer en beitel-zaakie in het winkelwagentje (paste allemaal maar net) en togen naar de kassa. Was nog een heel gedoe om daar te geraken, want een van de zwenkwieltjes deed zān
zwenkwerk niet naar behoren.
Ik weet niet of je dat wel ās hebt gehad in de eigenste supermarkt. Zoān haperend zwenkwieltje. Tis dan net of je slaapdronken met je karretje de kassa probeert te bereiken. Wat uiteindelijk wel
lukt maar niet zonder dat je een toren blikjes ā mandarijnen op sapā en een krat Winterwortelen hebt omgekukeld. Net nadat je de weekaanbieding āFantaSpriteā (2 voor de prijs van 5!) maar
ternauwernood hebt weten te omzeilen.
Maar goed ze bereikten de kassa. Hielden de voordeelpas voor de scanner. En rekenden af met hunnie mobiele telefoon. Ja, ze waren hun tijd ver vooruit die Nabateeers.
Vervolgens keerden ze met een karrevrachten aan hamers en beitels huiswaarts. En niet geheel zonder enthousiasme gingen ze aan de slag. Stukje voor stukje veranderden rotsen in gebouwen, tempels,
graftombes enzovoort. Het werk kende weinig variatie en arbotechnisch was het niet helemaal verantwoord, maar āwhat the hamer-beitel-fuckā .
Ze dachten toen nog dat het werkje een paar weken zou duren. Maar dat was een foutje in vooraf bedachte planning. Het duurde ietsje langer. Ze moeten er honderden jaren over gedaan hebbenā¦ā¦..
Het resultaat was een unieke in rotsen uitgehouwen stad die verborgen lag in de bergen.
Mooi zou je denken. Kind kan de was doen. Zo klaar als een klontje. De appel valt niet rot van de boom. āWhatās the problem Gerritā?
Nou lieve lezer. Er is helemaal geen probleem. Alleen ā¦ā¦ā¦..buiten de Nabateeers, wist niemand van het bestaan van deze uit steen gehouwen stad af.
Totdat in 1812 een zekere Jean Luc Bruckardt (een Zwitser) een ommetje ging maken. Had denk ik niet veel te doen of zo. Had niet veel om handen. Verveelde zich. Of was het neuspeuteren of aan zān
kont krabben zat. Of hij was aan de verliezende hand bij het mens-erger-je-nieten. Je weet het niet. Echter ik denk het laatste.
Misschien gooide hij de dobbelstenen - uit frustratie - van zich af en maakte ie een bergwandeling. Even afkoelen. Even het dobbelstenen-hoofd leegmaken. Hij nam dit keer een ander paadje. Sloeg
linksaf, waar ie normaal naar rechts ging. Hij stuitte bij die gelegenheid op een verborgen stad: Petra.
Tot op de dag van vandaag discussiƫren wetenschappers over de functie van Petra. Was het een heilige stad waar de belangrijkste bewoners werden begraven? Of was het een welvarend handelscentrum?
Feit is in ieder geval dat de Nabateeers de natuurlijke ravijnen en kloven gebruiken om hunnie tempels, triomfbogen, graftombes, kanalen, tunnels en huizen te feestelijk te versieren.
In 1985 trad de stad toe tot de Unesco Wereld Erfgoedlijst. En in 2007 werd de stad verkozen tot een van de zeven wereldwonderen.
De herontdekking van de stad vormde de basis voor de trekpleister van formaat voor reizigers van over de hele Wereld. Je kunt gemakkelijk twee dagen ronddwalen in het gebied.
Om U - zeer gewaardeerde lieve lezer - een beeld te geven: vanaf de ingang is het ruim 3,5 uur wandelen tot het einde van het park. Daar ligt een uit rotsen gehouwen Monastry. Om die te bereiken
moet je duizend rotsige traptreden bedwingenā¦ā¦
Laat ik het zo zeggen: het kloppende hart van Biddinghuizen mag er ook zijn. Zeker en vast! Echter, de stad Petra is zonder enige twijfel het allermooiste culturele erfgoed dat mijn ogen ooit
aanschouwd hebben!!
Ik ga - inshallah - dan ook iets doen wat ik nog nooit gedaan heb. En dat is terugkeren naar een land waar ik eerder geweest ben. Doe ik nooit, want de Wereld is te mooi en te groot om steeds naar
hetzelfde plekje te gaan. Maar hier wil ik nog een keer naar terug. Met Joan.
Omdat U nogal lui aangelegd bent heb ik mij voor U opgeofferd. Ik heb dit exclusief en alleen voor U gedaan. Maar onthoud, alleen en speciaal voor u, lieve lezer. Voor niemand anders. Zodat U
vanuit een fijne, comfortabele en - laten we eerlijk zijn - ook wel wat luie stoel, de oude stad Petra met een bezoek kunt vereren.
U kent mij als een vredelievend mens. Echter de eerste daad die ik deze dag verricht heb is er toch een met een ietwat moorddadig karakter.
Ik wens deze geit - in vriendelijke bewoordingen (dat dan wel) - een langzame maar toch duidelijke ademnood-dood heb toe. En dat heeft ie verdient. Hij heeft me de hele nacht wakker gehouden met
zān kop-gestoot tegen mijn deur. Maar ik breng mij moordplannen niet in praktijk. Ik was er met Cluedo ook niet zo goed in. En daarbij: ik heb geen idee hoe ik een geit met mijn plastic bestek aan
zān eind breng. Maar ik zou het wel willenā¦ā¦
Ik pak ik mān spulletjes bij elkaar.
Ondanks de kleine nachtoogjes zet ik koers naar Wadi Musa. Vandaag staat me een heuse woenstijnrit te wachten. De eerste 20 kilometer zal ik dalen.
De daarop volgende 35 zal ik me weer transformeren tot een heuse klimgeit. Ik zal stijgen 1250 naar ruim 1600 meter hoogte. Het goede nieuws is dat dat stijgen vrij geleidelijk gaat, ik de wind in
de rug heb, energie als een paard heb en de geest volledig vrij van sombere geit-gedachten is.
De afgelopen twee dagen heb ik in Dana doorgebracht. Het kleine daldorpje vormt de ideale uitvalsbasis voor fijne wandelingen. Daarvan heb ik er 1 gedaan. Hierbij enkele sfeerimpressies:
Het dalen gaat geleidelijk en soepeltjes. Ik houd erg van het desolate landschap waar ik doorheen trek. Het ālege nietsā bevalt me wel. Het weinige verkeer dat op deze weg rijd ook. Maar zo heel af
en toe passeert een busje of een auto. Ik waan met alleen in dit maanlandschap. Het enige dat dat beeld verstoort zijn een aantal windmolens.
Begroeiing is er bijna niet. Er staan wat Pinussen schuin van zich af te leunen. Het is niet moeilijk het raden uit welke richting de wind doorgaans waait. Vandaag is een uitzondering op de regel.
Vandaag heb ik de wind in de rug.
Rond het middaguur stop ik bij een winkeltje om mijn voorraden aan te vullen. Ik koop 2 bananen, 2 flessen water, twee bakjes yoghurt, een zakje nootjes en krijg een zakje dadels cadeau.
In Jordaniƫ krijg je continue iets te proeven of cadeau. Wat een fantastische gastvrijheid valt me ten deel deze reis.
Ik zoek een afgelegen plekje (het is immers nog steeds Ramadan) en knaag de bananen en yoghurt weg. De maag is weer gevuld. Ik trek verder.
Wat stratenmakers timmeren aan de weg. Een meisje oefent alvast om net als mij - van tijd tot tijd - met fiets en al door de Wereld te trekken. En een slager ontdoet drie kippen van hunnie verenpak
nadat ie me vakkundig heeft gedemonstreerd hoe ie ze een kopje kleiner maakt en mij de tip geeft om dat de volgende keer ook met de geit te doen die me vannacht zo uit de slaap heeft gehouden.
Hij deelt me mede: āis een moordenaars-tip, doe er je voordeel meeā.
Fijn zoān tip, maar ik heb ām dār nog wel even fijntjes op gewezen dat het wel wat mosterd na de geitenmaaltijd is, die tip van āmā¦ā¦.
De temperaturen lopen vandaag flink op. Maar dat deert me geenszins. Integendeel. āHoe heter het weer, hoe zachter de teerā. Voel me bij (extreem) hoge temperaturen als een vis in het douchewater.
Ik voel me sterk en het klimmen gaat heel geleidelijk. De laatste kilometers stort ik met fiets en al zelfs naar beneden. En omdat het zo steil naar beneden loopt, dat bijremmen niet meer gaat,
loop ik hele stukken afdaling naar beneden.
Rond 15 uur check ik in bij het Petra Sky Hotel in. Maar niet nadat ik even flink heb moeten zoeken. Het hotel was bijkans onvindbaar.
Dit hotel in Wadi Musa moet de uitvalsbasis worden voor een tweedaags bezoek aan aan 1 van de zeven wereldwonderen en Unesco Wereld Erfgoed: de oude stad: Petra.
Ik kan er kort over zijn. De rit - van maar 40 kilometer - naar Dana heeft me volledig uitgeput.
Stijgingspercentages van soms 16 procent maakten dat ik mijn fiets vaker liep te duwen dan me lief was. En als duwen niet meer ging, dan ging ik er maar aan trekken. Zo met mān rechterhand achter
het zadel en dan maar proberen het vehikel een paar meter verder te trekken. Dan weer uithijgen. Dan weer duwen. Dan weer uithijgen. Dan weer trekken. Dan weerā¦ā¦affin, U heeft een beeld. Over de
laatste 4 kilometer - tot de afdaling - heb ik anderhalf uur gedaan. Ik was kapot.
De allerlaatste 2,8 kilometer naar Dana gaan zo steil naar beneden dat mijn remmen het remwerk niet aankonden. En dan krijg je een tegengestelde beweging als zoeven beschreven. Een vermoeide
man die een zwaar beladen fiets probeert tegen en in bedwang te houden. āM zodanig af te remmen dat ie niet als een ongeleid projectiel naar beneden stuitert.
Over dat allerlaatste stukje afdaling heb ik ruim een uur gedaan.
Tegen vieren wankel ik het daldorpje Dana- uitvalsbasis van veel langeafstandwandelingen - binnen. Ik ben tot op mijn fietsveters versleten. Elke vorm van humor heeft mijn geest verlaten. Elke
spoortje van energie is uit mijn lijf getrokken. Ik vraag me oprecht af hoe leuk dat fietsreizen eigenlijk nu wel is. Ik moet aan een collega denken die van tijd tot tijd naar zoān all-inclusive
vakantie-oord gaat. DAT WIL IK NU OOOOOOOOKKKKKK!!!!!
Een niet al te beste kamer staat (na veel overleg en gedoe) op me te wachten. De douche geeft geen water. Het bed loopt schuin af. Elektriciteitsrekening zal niet betaald zijn, want er komen geen
Volts uit he stopcontact. De deur klemt en kan niet op slot.
Ik ontdoe mijn pakezel van alle bagage. Ontdoe me van mijn zout-uitgeslagen-kleiding. Ga op het bed liggen. En moet moeite doen - vanwege de schuinte - om er op te blijven liggen. Ik voel me
potdomme net een acrobaat. Maar dan wel een heel vermoeide acrobaat!
Dat lieve lezer, Dat moet het voor vandaag maar even zijn.