Tafroute
Na een uitzonderlijke fijne slaapnacht doen de benen weer wat ze moeten doen.
Spieren aanspannen. De trappers beroeren. Druk zetten. Rondmalen. En die zorgen dan weer dat de crank rond gaat. En die zet de ketting weer in beweging. En die zorgt er op zijn beurt voor dat de tandwielen draaien. Daardoor gaan de wielen draaien. En maakt het rubber van de banden kennis met het asfalt. Dat is een onuitgesproken afspraak tussen eerder genoemde onderdelen. En als de benen goed zijn, dan werkt dat allemaal heel fijntjes volgens plan. En dat allemaal. Om mij metertje voor metertje Marokko te laten ontdekken.
En was het gisteren net ff ietsje minder. Vandaag gaat het weer best. Wat niet onvermeldt moet blijven is dat mijn verblijf afgelopen nacht in een werkelijk fantastisch mooi gelegen gite erg fijn uitpakte. En de geweldige maaltijd die ik voorgeschoteld kreeg heeft zeker ook bijgedragen aan mijn huidige conditie en gemoedstoestand.
U begrijpt het al. Ik heb hele goeie zin.
Dat heeft de wind ook in de gaten. Die haalt nl het anker op. En steekt behoorlijk van wal. Hij trekt zelfs aan tot windkrachtje stormachtig. En is allemaal nog best tot hier aan toe. Maar ik heb `m tegen. Soms van opzij. Soms pal in de snufferd. En toch deert me dat niet echt. Ik ben fantastisch in vorm en trap de wind gewoon weg.
Meteen ook maar even de minpuntjes van vandaag doornemen. De temperatuur komt niet hoger dan 14 graden C. En in vergelijking met alle voorgaande dagen is dat een degradatie van 13 graden. En de zon is met kerstvakantie of zo. Ik weet `t ook niet. Maar zichtbaar is ie niet. Tot zover de minpuntjes. Hebben we die maar mooi gehad.
Ik begeef me in het Anti Atlas gebergte. En eerlijk gezegd joegen de bergen (toen ik ze van ver af zag) me wat angst aan. Nu ik er midden in zit vind ik het geweldig. Ik geniet geweldig en reken deze etappe nu al tot een de mooiste tot nu toe.
Het aantal winkeltjes onderweg is beperkt. Ik ben dan ook als een kind zo blij dat ik een winkeltje tref dat wat spulletjes verkoopt. Alleen maak ik een beginnersfout. Ik koop spullen. Tot zover niets aan het middenstandshandje. Maar (doordat ik misschien iets te gefocust ben op de dropveters die de man verkoopt, zou zomaar kunnen....) vergeet ik water in te slaan. Daar kom ik pas achter als ik besluit om na 50 km een punt achter deze fietsdag te zetten.
Ik denk een goeie kampeerplek te zien. En duw mijn fiets 250 meter van de weg. Uit het zicht van het weinige passerende verkeer. Sla mijn kampement op. Dat gaat allemaal prima totdat ik me dus realiseer dat ik nauwelijks water heb. Shit. Dat is vervelend. Ik moet nog koken en toch ook wat drinken. En ik heb niet veel meer. Met het laatste beetje water maak ik een maaltijd. Drinken moet maar wachten tot morgen. Ongelukkig genoeg kies ik voor `Devils meal`. Jawel, het meest pittige gerecht dat ik bij me heb. Klojo. Ik kan de hele nacht van de scherpe masala smaak nagenieten. Zonder een slok te kunnen nemen.
De tentnacht gaat niet geruisloos voorbij. Ik val te vroeg in slaap. Wat maakt dat ik te vroeg wakker wordt. Veel te vroeg. Het stormt dat het een lieve lust is. En wat ben ik blij dat ik mijn kampeerspullen goed op orde heb. Anders was ik met het hele zaakie weggewaaid. De nacht duurt lang. En ik probeer de uren, wakker als ik ben, vooruit te denken.
Eindelijk wordt het dan licht. Ik breek op. Sleur mijn spulletjes weer naar het asfalt. En vervolg mijn weg. Ik ben als een kind zo blij dat ik na 2 km fietsen een winkeltje tref. Hier vul ik mijn voorraden aan. Drink veel. En neem een goed ontbijt neem langs de kant van de weg.
Vandaag wil ik Tafroute bereiken. Een eenvoudig en weinig betekenend dorpje. Echter, dat geldt niet voor de vallei waar het dorp in ligt. Het laat zich nl omringen door roodgekleurde bergen. En die schijnen van een ongelofelijke rauw- schoonheid te zijn. Dat moet dan wel heel mooi zijn. Want veel schoner dan het landschap waar ik nu door heen mag karren kan ik me het nauwelijks voorstellen..
Ik krijg het niet kado. Ik moet een paar flinke puisten bedwingen. Gelukkig mogen de afdalingen er ook zijn. Tegen vieren val ik vermoeid en wel Tafroute binnen. Ik vind een goedkoop en dus basic hotel. En ben er geweldig mee in mijn nopjes.
Ik blijf er een paar dagen. Lijf en leden willen ook wel `s een ATV-dag. Snel geven. Want anders loop je de kans dat ze gaan staken. En daar krijg je alleen maar gedonder van. Gaan ze misschien zelfs zeiken over een verbeterde CAO. Dertiende maand. Kantoor met airco. Verstelbare stoel. In hoogte verstelbaar buro. Dat moeten we niet hebben.
Gewoon ff vrij af geven dus. Zeuren ze ook niet.
Mis
Mijn doorgaans vrij goed afgestelde interne antenne staat vandaag weliswaar uitgestoken. Maar dan wel in de verkeerde richting of zo. Of het ding is niet goed afgesteld. Of hij is afgebroken. Of het abonnement is niet betaald. Dat zou ook gemakkelijk kunnen. In mijn geval. Maar ik zit er helemaal naast vandaag. Maar dan ook falikant verkeerd. Ik moet diep door het stof.
Lieve lezer. Dit was niet de beste dag der fietsdagen. Met iets van enige zorg in mijn lijf vertrok ik vanochtend.
Gisteren ben ik van Guelmim naar Bou Izakarn gereden over de N1. Een veel te drukke (en daardoor) levensgevaarlijke weg. Maar gelukkig heb ik die fietsdag overleefd. De daarop volgende nacht was goed geweest. Maar de vermoeidheid zat vanochtend nog voelbaar en volop in mijn lijf. En dan met name in de benen.
De ogenschijnlijk vlakke etappe`s van de afgelopen dagen hebben hun tol geeist. Het leek vlak. Maar het was niet vlak. Het ging continu lichtjes omhoog. Zonder ook maar 1 bultje over te hoeven fietsen kwam ik toch mooi 800 metertjes dichter bij de hemelpoort!!
Ze noemen het `vals plat`. En ik kan inmiddels door enige ervaring rijk geworden wat aan u verklappen: dat is het ook. Alle Jezus vals!! Vrouwen die wel s in groepsverband hebben gewerkt, moeten
dit wel herkennen Die mate van valsheid komt nl. aardig in de buurt [dit gaat reacties oproepen, maar what the fuck, ik zit lekker hier en jullie lekker daaro].
Tel daar bij op een vrij harde wind die pal tegen me was. En vermenigvuldig dat dan weer met een al reeds vermoeide fietser. Wat is dan de uitkomst?
Nou, precies. Een dag als vandaag dus.
Het gaat voor geen meter. Wat ik doe. Wat ik ook probeer. Wat ik ook verander. Wat ik ook onderneem. Niets werkt. Ik kom nauwelijks vooruit. Elke trap is een ware struggle. En dan doemen de bergen van de Anti Atlas ook nog `s voor m`n snufferd op. Elke trap komen ze ietsje dichterbij. The motherfuckers!! Daar zal ik de komende dagen over moeten. Lekker motiverend. In de staat waarin ik nu verkeer kom ik nog geen molshoop over. Ik stop. Ik rust. Ik eet. Ik drink. En heel heel echt heeeeeeel heeeeeeeeeeeeeeel langzaam herpak ik me ietsje.
Na 26 km zwoegen bereik ik een dorpje. Eerst wil ik er mijn tent opzetten. Maar doe toch nog een poging tot het vinden van echt onderdak. Na wat heen en weer vragen blijkt er 3 kilometer (de bergen in) iemand die kamers verhuurd. Die wordt gebeld. Opdat ze weten dat ik er aan kom. Met de laatste beetjes energie die ik nog heb trap ik mijn fiets ik naar boven.
Een aantal jongetjes hebben me gespot en vinden het leuk om met me op te fietsen. Meestal vind ik dat ook wel aardig. Maar in deze fysieke en mentale fragiele toestand is alles me teveel. Ik probeer ze af te schudden. Echter, dat werkt contra. Ze blijven hinderlijk meefietsen en vragen om Dirhams (geld). Ik word het zat en stop even. En man met een brommertje komt me tegemoet gereden. Stopt. En begint ook aan m`n kop te zeuren.
Nu ben ik het echt zat. Ik ben afgemeten en onvriendelijk naar de man. Spring op m`n fiets en begin iets van vaart te maken. De man met het brommertje komt achter me aan. En komt naast me rijden. Verdorie!! Moeten ze me nu net nu precies nu lastig komen vallen. Ik ben doodop. Zien ze dat dan niet?!
Opeens wordt het me duidelijk.
De man is op pad gestuurd. Door de eigenaar van het onderkomen. Om het deze Hollandsche fietster wat gemakkelijker te maken is deze man me tegemoet gereden. U moet weten: het onderdak is nogal lastig te vinden en ik ben u maar tegemoet gereden.....
Ik zit er helemaal naast. Deze man is volledig ter goeder trouw en ik poeierde hem zojuist af.
Lieve lezer: ik weet niet precies hoeveel keren ik mijn excuses heb gemaakt. Maar ik ben na tien keer gestopt met tellen. En ga diep. Diep. Heel diep door het Marokaanse stof..... Maar goed, je moet alles een keer gegeten hebben in je leven, dus eh......beetje stof kan er best bij.
Het onderkomen is veel te duur. Maar van grote klasse. En da`s voor nu even helemaal goed. Hier moet ik proberen mijn krachten weer te hervinden. Voor de klimetappes in het Anti Atlas gebergte die de komende dagen op stapel staan, richting Tafaroute.
Ik hoop maar dat de mouadin die hier vijf keer daags uit de moskee-luidsprekers schalt ook een goed woordje voor mij doet bij de grote baas. Ik kan `t nu wel gebruiken.
Let`s see what happens.
Etappe: Bou Izakarn - Ifrane de Anti Atlas
Afstand: 30 km
Bulten
Aan het absolute en definitieve einde van mijn water- en voedselvoorraad kachel ik ` the Gateway to the Sahara` binnen.
U weet wel . Die geweldig fijne woestijn. De grootste aaneengesloten zandvlakte die onze aardbol rijk is. Driehonderd keer zo groot als Belgie. Ik heb dat fijne weetje eerlijk gezegd niet nagemeten (had een paar andere dingetjes te doen), maar mocht u twijfelen. Ik stel een rolmaatje gratis en voor niets beschikbaar.
Een beetje speciaal vind ik dat wel hoor. Dat binnenfietsen van de Sahara. Want u had het vast niet gedacht: er gaan dagen voorbij dat de Sahara en ik elkaar niet begroeten. In Biddinghuizen doe ik wel `s een poging. Echter, veel verder dan de zandbak, een paar blokken verderop kom ik meestal niet. En ik moet zeggen: dat roept ook wel wat vragen op bij buurtbewoners. Een volwassen oogende man die een beetje in z`n eentje het zand in een zandbak staat te begroeten. Vinden ze raar. Hier kijken de mensen er gelukkig een stuk minder van op. En dat is dan weer meteen een stuk minder raar. Gelukkig maar.
Het had overigens nog wel wat voeten in aarde om hier te geraken. Spreekwoordelijk dan. Want de aarde bestaat hier voornamelijk uit gesteente. Het is het volstrekt onmogelijk om met welke voeten dan ook in welke aarde dan ook verzanden (om in Sahara-sferen te spreken).
Maar die voeten en aarde hadden wel van alles van doen met de loodzware etappe van vandaag. Die begon vanochtend in Sidi Ifni. Na een prettig ontbijtje en de noodzakelijke inkopen (mandarijntjes, bananen, brood en veel heeeeeel veel water) zette ik volle goede moed en gezonde spanning koers.
Na 20 behoorlijk zware kilometers (lees: veel klimwerk) kwam ik versleten en wel aan in het dorpje Mesti. Mesti lijkt qua naam veel op de u vast wel bekende voetballer. Echter in niets op diens kwaliteiten. Toch vind ik er een theehuisje. Bestel thee en brood met kaas. Het brood dat over is besmeer ik met Nutella. En werk het naar binnen. Ik probeer wat rust te geven aan de volgelopen benen. Want die voelen aan alle kanten de pijn van het vele klimwerk.
Het herstel wil echter niet echt tot me komen.
Ik begin te vrezen of ik deze etappe van in totaal 60 km wel tot een goed einde kan brengen vandaag. Ik probeer wat te slapen. Zo`n hazeslaapje wil nog wel `s goed uitpakken. Maar er gilt en toetert vanuit een tv iets Arabisch in mijn beide oren en daardoor lukt het niet. Ik fiets een eindje verderop en ga aan de kant van de weg liggen. Languit. Daar dommel ik wat weg. Na een half uur vervolg ik mijn weg.
De weg blijft klimmen met zo af en toe wat korte daalmomenten.
Na 40 kilometer verandert het landschap vrij plots. De heuvels laat ik achter me en het wegdek vlakt af (en dat laatste komt ook als geroepen). De bomen maken plaats voor lage begroeiing die voornamelijk bestaat uit een polvormige plant die wat op tijm en teucrium lijkt, maar het niet is. Ik realiseer me dat ik langzaam maar zeker de grens van de door mij zo verlangde Sahara begin te naderen. Wow!!!
De koperen ploert daar zo hoog aan de hemel brandt de hele dag al onbarmhartig op lijf en leden. Ik drink me ongans. Maar het is onvoldoende. Ik voel dat ik uitdroog. Ook mijn zonnebrandcreme is niet bestand tegen zoveel zon (en wind). Mijn gelaat trekt strak en ik voel het (ver)branden van mijn huid. Het is een echte strijd aan het worden. Gelukkig zijn de laatste 15 kilometer zo vlak als een spiegel. Ik fiets door een desloaat maanlanschap. Met zo af en toe wat tegemoetkomend of passerend Sahara-verkeer meestal bestaand uit zwaarbeladen Jeeps of the long distance touringcars.
En nu (zo tegen 16.30 uur) rijd ik dus het zuidelijk gelegen Guelmim binnen. Na wat wenden en keren in deze woestijnstad vind ik het enige hotel waar ik volgens mijn reisgids op een redelijk verantwoorde (financieel en qua hygiene) wijze de nacht zal kunnen doorbrengen.
Ik installeer me. Spoel het vuil van m`n lichaam. En ga op zoek naar een restaurant dat kameel op de kaart heeft staan. Dat zou hier te vinden moeten zijn.
Omdat ik zo langzamerhand die bergen wel s een lesje wil leren, lijkt me nu de tijd wel rijp.
De tijd voor twee van die bulten op m`n bord.
Etappe: Sidi Ifni - Guelmim
Afstand: 60 km
VrouwMossel
Met een licht gevoel van vrolijke spanning bestijg ik vandaag mijn karretje.
Enerzijds is dat omdat ik met een lekker uitgerust gevoel aan deze dag begin. En er is ook een andere kant van de zijde. En dat is dat omdat mijn steun en toeverlaat, de blauwe bijbel der bijbels (The Lonley Planet reisgids) verhaalt dat de door mij gekozen route een van de mooiste van deze regio is. En dat schept verwachtingen.
Om 9.30 uur verlaat ik Hotel Toeristique in Tiznit. De eigenaar weet wat een vermoeide fietser nodig heeft: een werkende douche, een bed, WIFI, een plek om kleren te wassen en te drogen en een prettige sfeer. En het is ook nog `s achterlijk goedkoop op de koop toe. Wat heeft een mens nog meer te wensen.
Ik zet koers naar de Atlantische Oceaan. Om precies te zijn naar Aglou Plage. Aglou schijnt een waar mekka te zijn voor windsurfers en andere zee-bezigheden bestemd voor de net iets vlottere en flexibelere medemens. Ik ben er nl. niet voor in de wieg gelegd. Heb eigenlijk meer weg van de stijve (surf)plank dan van de surfer himselff. Echter, Ik heb me inmiddels neergelegd met de middels mijn DNA vastgelegde rolverdeling. Nu u nog.
De weg naar Aglou vinden is niet geweldig complex. Je hoeft er niet voor gestudeerd te hebben, geen zesjes voor gehaald te hebben. Je hoeft zelfs niet eens kaart te kunnen lezen. Ideale situatie voor ik zeg de gek. Er is nl. maar een weg die er naar toe leidt. Een lange rechte, licht dalende weg. Hang de slingers maar op, blaas de balonnen maar vol (en daarna wel dichtknopen anders wordt het nog niets.....). Het is potdikkie een waar fietsfeest!!
In no time bereik ik de zee. Wat is het toch geweldig om oog in oog te staan met deze geweldenaar: keizer van de woeste golven. Wat een geweld. Wat een schoonheid. Het is overigens belangrijk dat we snel vrienden worden en elkaar in de armen sluiten, want de komende twee dagen zal ik het woeste water aan mijn (rechter(zijde vinden als ik Zuidwaarts reis. En de zee op zijn beurt zal het ook met mijn (fiets)nukken moeten doen.
De kustweg begint met en veneinig klimmetje. En daarna gaat het 40 kilometer op en af. De oppen en affen wisselen elkaar steeds af. Ik ben meer verliefd op de affen, maar de oppen duren nooit lang en ik vind het best zo. De wind waait niet helemaal gunstig en `t is nog wel een hele trap. Wat ook niet helemaal onvermeldt moet blijven is, is dat mijn temperatuurmetertje uitslaat naar een waarde van 32 graden C. Dat gecombineerd met de forse zeewind maakt dat ik flinke hoeveelheden water inneem. En me flink insmeer met zonnebrandmeuk.
Rond twaalven des middags beland ik in een Beach Resort. Het is uitgestorven. Slechts een handjevol stafleden zijn aanwezig. Van alle aanwezige restaurants is er slechts 1 open. En dat is precies genoeg voor mij. Maar het is ook wel opmerkelijk dat er maar 1 open is. Het is winter en da`s nou net precies en fijn de juiste tijd om naar Marokko, af te reizen om de zon op te zoeken. Maar de recente aanslagen in Parijs, de onrust in Tunesie en de algehele tereurdreiging maken dat de hotels, restaurants en stranden leeg blijven. De terreur en de dreiging van terreur heeft gevolgen voor velen in grote delen van de Wereld.........
Ondanks dat ik alleen ben maken ze met liefde een lekker vissoepje voor me. Met de levenslust van een gezonde vis vervolg ik mijn weg. Eerlijk is eerlijk. De route valt een ietsje tegen. Tja, op basis van de info uit mijn reisgids ik had er net iets meer van verwacht.
Tegelijkertijd is dit nu juist het hele probleem met teleurstellingen. Natuurlijk stelt het landschap niet teleur. Het heeft juist zijn uiterste best gedaan om mij te plezieren. Het zijn mijn verwachtingen die maken dat het tegenvalt. Wanneer ik deze etappe onbevangen was aangegaan, dan was ik waarschijnlijk juist verrast geweest over het aantreffen van de zee. En al het moois dat de zee en haar omgeving te bieden heeft. Misschien moet ik wat minder verwachtingsvol door het leven gaan, en me meer laten verrassen?! Leermomentje voor deze jonge.
En juist als ik deze overwegingen in mijn hersenpannetje laat rondtollen, juist op dit moment ontwaar ik in de verte een mooie klif en dito golven. En ik zie nog meer.
Er staan kleine pyramidevormige tentjes her en der verspreid. Net iets uit het strand. Bij nadere beschouwing zie ik dat er mensen onder zitten. Ze pellen iets. Het wekt mijn nieuwsgierigheid. Na een kampementje of tien te zijn gepasseerd trek ik de stoute schoenen aan. Strik m`n eveneeens stoute veters (wel ff doen, anders loop je het risico dat je op je plaat gaat) en ga een kijkje nemen.
Het blijkt dat ze mosselen uit het laagstaande water wegvissen en die vervolgens met een emmer/schaal aan land brengen. Daar worden de mosselen gepeld, in een plastic zak gedaan en wordt vervolgens geprobeerd (in de brandende zon) langs de kustweg de mosselen aan de man te brengen. Het lijkt me heerlijk, maar ik zou ze wel heeeeeel goed koken........
Tegen drie uur bereik ik mijn eindbestemming voor vandaag: Mirleft. Een echte kustplaats met tal van overnachtingsmogelijkheden en (vis)restaurants. Ik vind een fijne, schone en sfeervolle plek om de nacht door te brengen.
Morgen op weg naar het `Spaanse` Sidi Ifni! Ja, u leest het goed. We gaan nqqr Spanje!!!
Etappe: Tizinit- Mirleft
Afstand: 56 km
Bokkepootje
Lieve lezer. Bent u wel `s in een niet schoon gemaakte feestzaal geweest? Eentje waar de avond ervoor een feest heeft plaatsgevonden?
Ik wel.
Toen ik in 2000 was uitverkoren om de prachtige functie van kasteelbeheerder te vervullen nam de bijna gepensioneerde voorganger me, op mijn eerste werkdag, mee naar de Zuid-tuin. Daar stond (en staat nog steeds) een oranjerie. De oranjerie was oorspronkelijk bedoeld om subtropische tuin of kuipplanten (ook wel orangerieplanten genoemd) vorstvrij de winter door te helpen. Heden te dage worden die gebouwen veelal geexploiteerd en worden er huwelijken gesloten, concerten gegeven en feesten gevierd.
Zo ook in deze oranjerie. Bij het binnentreden waren de resten van het feest nog overduidelijk aanwezig. Wat een bende!! Wijnglazen all over the place. Wijnvlekken op de plavuizenvloer, etensresten en tafels en stoelen kris kras door de ruimte. En de geur van zure wijn. Die herinner ik me ook nog.
Ik heb vannacht heerlijk op de vloer van een dergelijke feestzaal mogen slapen. En waande me weer even op die eerste kasteelbeheerder-werkdag ergens in februari van het jaar 2000.
Met de zure wijngeur nog in mijn neus bestijg ik mijn karretje des 10.00 uur `s ochtens voor een soort van tussenetappe. Een tussenetappe, want morgen wil ik in Tiznit geraken. In Tiznit is een oude binnenstad die grotendeels ommuurd is. Dat ommuurde deel is te bezoeken en te beklimmen. Het plan is om in Tiznit een rustdag in te gelasten. De zadelpijn wat te laten wegvloeien. Mijn bezwete lijf eindelijk `s af te dochen en mijn door het transpiratievocht, met zout uitgeslagen kleren `s te laten kennis maken met iets van water en zeep. Want met de kleren in deze stinkstaat krijg ik nooit verkering. Althans, misschien behoort een snolletje voor d`r bij tot de mogelijkheden. Vaste verkering lijkt me schier onmogelijk. Tenzij ze natuurlijk nu net van een man houdt die juist........ We dwalen af.
Vandaag probeer ik dus Anezi te bereiken. En als dat lukt dan verlaat ik het Anti Atlas gebergte voor een tijdje. Eerlijk gezegd zie ik wel uit naar een paar ietwat vlakkere etappes. Ik hoop die te vinden aan de Oost-kust van Marokko. Maar voordat ik daar arriveer moet ik nog wat stevige `berg-puisten` bedwingen. Smeren met anti-acne(berg) zalf helpt niet. Dus fietsen maar.
Vanaf de start stijgt het weer. Procentje of zes! En dat is precies goed te behappen. Na een uurtje vlakt het wat af. Echter, dan steekt er een stormachtig windje op die mij van opzij omver tracht de blazen.
Het landschap is betoverend mooi. De (roodgekleurde) bergen volgen elkaar op. De vegetatie bestaat voor een belangrijk deel uit zgn Argantrees. Deze bomen komen alleen in dit deel van Marokko en delen van Algerije voor. Van de vruchten worden de noten gewonnen, vermalen tot een pasta en vervolgens met water aangelengd. Het kost circa 3 dagen om 1 liter olie te maken. Een langdurig proces dat de olie zeer kostbaar maakt. De olie wordt geexporteerd en veelal voor cosmetische doeleinden gebruikt. Ze zijn behoorlijk bepalend voor het landschap waar ik door trek. Maar ik zie ook aardbeibomen (Arbutus Unedo), cistisstruiken en heel veel uit uw bloempot gegroeide gewassen cactussen.
Na 20 km, om 12.00 uur, is het tijd voor een flinke pauze. De energie is sluipenderwijs wat weggevloeid door het zware klimwerk. Ik zoek en vind een beschut plekje. Eet goed. Leg mijn lange vermoeide lijf te rusten. Een heel uur lang. Met hernieuwde energie vervolg ik mijn weg.
Het wegdek baant zich een weg tussen de bergen en van overig verkeer is nauwelijks sprake. Dat geldt overigens voor de afgelopen drie dagen. Ik heb voor de start van mijn reis niet de gemakkelijkste weg gekozen. Flinke bergpassen. Onherbergzaam terrein. Nauwelijks verkeer en dat nauwelijks geldt ook in hoge mate voor de voorzieningen. Wanneer ik van tijd tot tijd even stop, overvalt me een oorverdovende stilte. Voor sommigen is dit misschien zelfs beangstigend stil. Ook op deze dag doe ik geen dorpjes aan. Domweg omdat ze er niet zijn. Ik spreek dan ook mijn hele watervoorraad aan.
Na een half uur durende afdaling op net aangelegd asfalt rol ik rond 15.00 uur Anezi binnen. Anizi blijkt precies op het kruispunt van een viertal wegen te liggen (nu heb je dat al snel met een kruispunt). Gelukkig vind ik er vrij snel een nogal ...eh.... basic room. Voorzieningen nul. Comfort: below zero. En nog een detail: een ongelofelijk smerig toilet (zo heb ze niet vaak gezien). Maar het geheel is in het gelukkige bezit van een dak en een deur die sluit en nog op slot kan ook. Eigenlijk ben ik geweldig in mijn nopjes met dit sobere onderkomen.
Nadat ik geinstalleerd ben slenter ik wat vermoeid rond in het dorpje. Locals kijken me na en sommigen knopen zelfs een praatje aan. Ik ga naar de kapper. Laat me scheren en ik eet een twijfelachtige maaltijd.
De twijfels zitten `m niet zozeer in het feit of de maaltijd wel een maaltijd is. Die kou kan ik wel uit de lucht halen. Het was een maaltijd! Zeker!! Er was sprake van stukken aardappel, wortel en geit. En dat alles probeerde z`n zwemdiploma te halen door te watertrappelen in een dikke laag olie. Niks aan het bokkepootje zou je zeggen. Alleen......er zijn wat twijfels mijnerzijds (niet hunniezijds) over de hygienische kwaliteit van dit culinaire hoogstandje .
Mocht ik het er tegen alle verwachtingen in het er toch levend vanaf brengen, dan rapporteer ik u morgen weer.
Naschrift: dat hele overnachten kreeg nog iets van een vervelend staartje. s`Avonds al best wel laat werd de eigenaar op het matje geroepen bij de plaatselijke politie. En ik moest mee. Naar het politiebureau. Daar kreeg ik te horen dat ik in een cafe onderdak had gevonden en dat ik daar illegaal verbleef. `Want een cafe is geen hotel meneertje de vrolijke Hollansche fietser`. En daarom zat ik nu dus tegenover de head off Police. Die stelde me allerlei vragen (zoals: wat is de voornaam van je moeder!?!) en de antwoorden schreef hij dan weer op. In mijn korte tijd in Marokko heb ik wel in de gaten dat je niet moet grappen en grollen met de politie. Is ff ietsje pietsje anders dan bij ons. Dus antwoord ik vriendelijk en beleefd op zijn vragen. Een tweetal ondergeschikten moesten de handgeschreven notities uitwerken in een document. De chef stuurde ze driemaal terug omdat er onjuistheden in het document stonden. In the mean time werden de politiechef en ik dikke vrienden. Zo weet ik dat hij al 30 jaar werkzaam is voor de politie, dat hij nu twee maanden op deze post zit (soort reorganisatieklus), dat ie drie studerende kinderen heeft in Fez en .......
Na al deze fijne weetjes mocht ik het pand verlaten en gewoon de nacht doorbrengen in het oorspronkelijke pand. De eigenaar van het cafe zal er al de tijd maar wat stilletjes en onderdanig bij te zitten.
Hij was iets meer de klos.........
Etappe: Tanalt-Anezi
43 km