VROUWBOUNTIE
'Phooootdomme, heb ik weer'!
Denk ik een beetje te besparen op een guide. Kom ik drommels nog an toe deze knakker tegen. Wat zeg ik. Tegen? Ik kijk 'm recht in de bek. Daar word ik niet meteen gelukkig van. Damned. Als ie echt wil. Dan slokt ie me in een paar happen naar binnen. Ik maak met enige haast de volgende foto. En maak me dan snel uit de voeten. Voordat hij dat doet.
Lieve lezer. Ik heb besloten om de hele Bolivia-tube leeg te knijpen.
Tot de laatste druppel. Niets afbouwen. Niets ff lekker rustig aan doen. Niets 'Gerrit, jonge je wordt ook een dagje ouder, doe-'s-ff-rustiegies-an'. Niks hangmat. Niks bankhangen. Niks uitbuiken. Fuck you. Lieve lezer. Uitknijpen die tube. Desnoods het onderste stukje er af knippen. En nog verder uitknijpen. Tot het laatste restje Bolivia-meuk er uit sijpelt. Dat ga ik doen.
En om mijn daden kracht bij te zetten. Ben ik naar Samaipatha afgereisd. Samaipatha ligt 250 kilometertjes ten zuiden van Santa Cruz (hoofdstad van Bolivia). En dit dromerige non-toerische dorpje is DE toegangspoort tot het Amboro National Park. Een subtropisch (regen)woud.
Ik heb mijn geest recentelijk en niet geheel vrijwillig laten verbouwen. En voor die verbouwing heb ik een groepje Boliviaanse-Polen ingehuurd. Want die zijn lekker goedkoop. En werken knetterhard. En die hebben m'n hele bovenkamer in no time van een nieuw behangetje voorzien. Van een fietsreismotiefje. Naar een backpackerslook. Mooi. Dat komt goed uit ook. Want dat was precies de bedoeling.
Ik heb mijn fiets en fietstassen in depo geplaatst. In een hotel. Heb een rugzak op de kop getikt. En klaar is backpacker-Gerrit. Geen gelul, gebak van Krul!!
Goed. Sub-tropisch regenwoud dus. En dat wil ik wel 's van dichtbij bekijken. Nu kan me die regen niets schelen. Zeker niet. Aan regen heb ik nl een broertje dood. En dat woud kan me al helemaal
niets schelen. Ik haat natuur!!! Echt waar.
Maar waarom dan toch een regenwoud bezoeken lieve zoete Gerritje?
Nou. Lieve lezer. Dat zal ik u uit de doeken doen. De spreekwoordelijke doeken. Niet de echte doeken natuurlijk. Want echte doeken, dat zou een beetje vreemd zijn. Want ja, om nu een regenwoud in
doeken te verpakken. En die dan iemand cadeau te doen. En dat die iemand het regenwoud dan vervolgens uit de doeken moet halen. Dat lijkt me een vrij zinloze actie. En daarbij. Het lijkt me ook
gewoon niet het passende verpakkingsmateriaal voor zo'n regenwoud. Doeken. Nee. Misschien is het materiaal waar paraplu’s van gemaakt worden meer voor de hand liggend. Of regenpakken.
Maar ik weet het niet. K'vind een raar verhaal.
Afijn. Het is me dus niet om de regen te doen. En niet om het woud. Het is me om iets belangrijkers te doen. Iets veel belangrijkers. Ik heb namelijk in bepaalde TV reclames gezien dat er vrouwen zijn die in dit soort regenwouden wonen. Verkeren. Verblijven. Zich ophouden. En die doen daar allemaal dingetjes. In dat regenwoud.
Ik voel dat er enige behoefte bij u bestaat tot een nadere toelichting op het voorgaande. Prima. Komtie!!!!!!!
Zo is er 1 dame die in zo'n regenwoud een beetje wulps op zo'n geile Bountie zit te kauwen. Heb ik zelf gezien. Op TV!! Ik heb dat ook wel 's geprobeerd voor de spiegel. Een beetje wulps op een Bounty zitten kauwen. Maar echt opname- en publicatiewaardig kan ik deze wulpse uitspattende poging van mij nauwelijks noemen. Maar deze mevrouw wel. Die kan dat heel goed.
En in een andere reclame. Op die FA reclame (u weet wel FA....de frisheid van wilde limoenen.... en FA die zeep die op TV precies op de 'juiste' plaatsen van het lichaam schuimt......bij haar dan....bij mij niet......) op die Fa-reclame dus, heb ik gezien dat je je ook heel goed kunt douchen onder een waterval. Dat schijnt echt prima te gaan. Daar hoef je je badkamertje als je deze mevrouw moet geloven niet voor veel eurootjes voor laten verbouwen.......gewoon een waterval aanleggen.....kind kan de was doen.....misschien kan dat ook wel onder een waterv.........).
En rivella drinken dat kan je ook het best in een fijne heldere lagoon doen terwijl het watervalwater op je blote tieten neerdaalt......... (ja sorry, ik haal het ook maar van mijn eigenste tv-buis.......ik neem het ook maar waar......ik registreer slechts... voor klachten over voorgaande tekst naar een ander loket graag.....het Rivella loket, afdeling 'blote tieten': www.rivella.bo/blotetieten.botox).
Nou, die dames dus. Die wil ik wel 's ontmoeten. Spreken. Het er even over hebben. En daarom ga ik op een tweedaagse trektocht. In mijn eentje. Geen geklooi met een duurbetaalde guide. Die me de weg wijst. Die me dan vertelt dat ik hier rechtsaf moet. En daar links. En dat we dan en dan gaan rusten. Op die en die plek. En dat dat dan zolang gaat duren. En meer dan die goedbedoelde toeristenmeukinformatie. Niets er van.
Ik tik een gedetailleerde kaart van het gebied op de kop. Prop m'n rugzak vol met allemaal handige spulletjes die je zoal nodig hebt op een dergelijke trektocht. Zoals daar zijn: Rivella. Een fles FA. En niet te vergeten......een Bountie. En ik neem de benen. De regenwoudbenen.
Ik laat me met een taxi naar het beginpunt brengen. En loop via een nogal poenerige golfclub het regenwoud in. Het begin valt qua natuurschoon nogal tegen. Maar gaandeweg ontwikkelt het landschap zich mooi in de richting van waar ik het graag wil hebben.
Als snel fladderen de fel gekleurde vlinders om me heen. Wilde papagaaien vliegen in zwermen over me heen. Hun luid gekwetter verraad hun aanwezigheid. Ik heb absoluut geen verstand van vogels. Maar verdomd: vliegt daar niet een Condor?
De route gaat op en neer. De kaart is fijn gedetailleerd. En dat is helaas van de padenstructuur in de Nationale Park niet te zeggen. De theorie komt weer 's niet helemaal fijn overeen met de werkelijkheid. Maar met wat improvisatievermogen lukt het me om na een dagje regenwouden bij de rivier uit te komen. Hier sla ik mijn kampement op. Het driegangenmenu start met Bountie. Als hoofdgerecht neem ik een Bountie. En vooruit. Omdat het het hoofdgerecht is neem ik er twee. En als toetje? Nou? ..........................
Een slok Rivella (had ik je mooi tuk. Ha!!). En daarna was ik me in de rivier. Natuurlijk met ..............een Bountie.
Klinkt allemaal fijn. En avontuurlijk. Maar slapen in een regenwoud is alles behalve comfortabel. Er schiet me maar een (1) woord te binnen: 'afzien'. Alles (en dan bedoel ik ook ALLES). Alles is vochtig. Zeg maar gerust: nat.
Nou moet er mij wel even iets van het hart. Mensen die wel 's een overstroming mee hebben gemaakt (in ons land meestal Limburgers, onze lieve heer weet wel wie ie pakken moet). Dat zijn wel een beetje zeikerds hoor!! Ik vind zo'n overstroming een zwaar overschat fenomeen.
Kijk. Natuurlijk. Het is vervelend dat je spullen nat worden. Althans. Sommige spullen. Ja sommige. Want er zijn ook zat spullen die het helemaal niet erg vinden om nat te worden. Er daar hoor je ze nooit over. Voorbeelden? Ok. Komenze: boten, lepels, vorken, messen, plastic stoelen, flessen, een waterdicht horloge, zwemvliezen, duikbrillen, glazen, borden, zwembroeken, wc-ontstoppers, kurketrekkers, keukenrolhouders, brillen en niet te vergeten: vissen. Maar daar hoor je ze nooit over. Dus dat gejammer moet maar 's afgelopen zijn. Met die zachte 'G's'.......!!!
Maar ik mag wel jammeren. Van mezelf. Want slaapzak. Kussen. Tent. Onderbroek. Alles is nat. En mocht u nog nadere aanvullingen hebben. Ja, ook die zijn nat! En ook de inmiddels onvermijdelijk geworden Bountie houdt het niet droog. Ik slaap slecht. Sta vroeg op. En ga op pad.
Nou ja. Op pad. Op Rivier. Want ik moet de rivier oversteken volgens mijn fijne gedetailleerde kaart. Alleen staat op deze kaart niet vermeld dat het waterpeil in deze rivier at this very moment best wel behoorlijk hoog staat. En dat is tot hier aan toe (heuphoogte). Maar het ding stroomt ook nog. En behoorlijk hard ook. Ik ben alleen. Eh......ff nu verstandig doen Gerrit.......ik loop een eindje stroomafwaarts. En vind een plek waar oversteken zou moeten kunnen.
Schoenen uit. Sokken uit. Broek uit. Het hele zaakie in en aan de rugzak bevestigen. En daar gaat Gerritje in z'n witte spillebeentje. Voetje voor voetje. 'Niet struukl'n noe mien jong'. U hoopt op iets anders. Een andere uitkomst. Want ik ken u inmiddels een beetje. Maar ik moet u helaas teleurstellen. Ik haal 't. De overkant. En nog met (relatief) droge spullen ook.
De tweede dag is minder uitdagend. De route verloopt vlakker. En de route is simpeler. Follow the river! Maar het is een geweldig gebied om door te sjouwen. Rond een uur of zes moet ik opnieuw een rivier over (zelfde recept). En moet aan het eind nog behoorlijk wat klimwerk verrichten om vervolgens op de Main Road uit te komen. Na even wachten is er een taxi die tegen betaling mij wel naar Samaipatha wil vervoeren. En dat is fijn. Want daar moet ik toevallig ook net naar toe. Dus dat komt goed uit.
Tegen zevenen val ik daar mijn allerfijnste hotelletje van deze hele reis binnen. Het is erg geweldig. Stil. Schoon. Een monsterlijk ontbijt. En het avondeten is van het niveau: zeer-goed-binnen-te-houwe!!
Moe maar voldaan val ik in slaap. En hoe het daarna verder ging. Dat weet ik niet meer.
Adi-regenwoud-os!!
( o ja, die krokodillenfoto aan het begin: die heb ik in de dierentuin van Santa Cruz gemaakt.....ha .....had ik je mooi tuk.....)
TROPISCH
'Of ik m'n paspoort wil laten zien?'
'Nou. Ik heb zojuist een busreis van 20 uurtjes met goed gevolg volbracht. Dus echt zin. Nou neeuh!. Maar als u er op staat?. Zekers wel!' Ik toon de man, die zich als een volgeling van INTERPOL identificeert, een beduimeld kopietje. Van mijn paspoort.
Maar dat is niet helemaal de bedoeling. Hij wil mijn 'real' paspoort zien. 'Nou, kerel dat kan ook'. Ik duikel mijn paspoort uit een fietstas op. En laat hem het paspoort zien. Maar ook dat is niet helemaal de bedoeling. Hij wil het paspoort voelen. In handen hebben. Maar precies op dit punt. Krijgen we iets van een verschil van inzicht. Want dat wil ik dan weer niet.
Ik probeer de man uit te leggen dat mijn moeder vroeger altijd zei: 'kijken doe je met je oogjes. Voelen met je handjes'. In vloeiend Spaans. Deed mijn moeder ook altijd (mijn moeder was ZO goed in talen....) 'U wilde het paspoort ZIEN. Welnu. Hieristiedan'. Maar ik houd 'm fijn voor u vast. Dan hoeft u dat niet te doen. En ik zal ook wel de bladzijdes omslaan. Hoeft u die moeite ook niet te doen. Kost het u ook geen energie. Wordt u niet moe. En houdt u fijnnog energie overom rest van de dag nog andere dingetjes doen.
De man is (nog) niet tevreden. Hij wil mijn visum zien. Ook dat toon ik hem (op een-veilige-hij-kan-het-niet-uit-mijn-handen-trek-afstand. En dan komt de aap uit de mouw (de spreekwoordelijke aap, niet een echte natuurlijk, dat zou raar zijn). Mijn visum klopt niet. De stempels zijn niet helemaal goed doorgedrukt. Of wat. Maar het deugt niet. En ik moet betalen.
Wel lieve INTERPOL-meneer. Ik dacht dat u wel ff andere dingetjes te doen had dan een busreisvermoeide Hollandsche fietster lastig te vallen. Of het moet zijn dat u onderzoek doet naar mij. Omdat ik in het recente verleden bepaalde groeperingen in ons Hollandsche polderlandje wellicht wel wat hard heb aangepakt op mijn reisweblog.
Het zou kunnen dat Nick en Simon er recentelijk wat al te hard van langs hebben gekregen. Zou kunnen. Of dat u misschien nog wat verder terug graaft. En mijn overigens nog steeds aangroeiende en – zwellende haatgevoelens jegens ene mevrouw Caroline T. onder de loep wilt nemen. Zou ook kunnen. Ook heb ik in het verleden wel 's geopperd om alle Volendamse zangertjes (of wat er voor door moet gaan) in het centrum van Volendam bijeen te drijven. En ook alle cd's die deze zeer getalenteerde zangers en zangeressen ooit hebben uitgebracht op een hoop te vegen. En om dan vervolgens alle clusterbommen die Nederland rijk is op de hersenpannen van dit tuig los te laten. Precies er boven. Mocht u daar onderzoek naar doen. In dat geval. Prima. Dan kan ik me een dergelijk onderzoek wel voorstellen. Zeker wel! Echter. Betalen voor een visum dat klopt als een bus. Dat gaat niet gebeuren.
Inmiddels komen er wat vriendjes van INTERPOL bij. En het geheel wordt gadegeslagen door een aanzwellende menigte.
Ik heb 20 uren gereisd. Gebobbeld. Gerommeld. Mijn ingewanden zijn zwaar op de proef gesteld. Ik voel me gelijk een milkshake die net uit de shaker in een beker is geschonken. Rietje er in. En zuigen maar. Mijn hoofd is gelijk een draaitol die overuren heeft gedraaid. Mijn geest reist nog. Terwijl m'n lichaam toch echt contact met moeder aarde maakt. Zo 'n gevoel dus.
Ik ben moe. Zweterig. En ik heb een fiets. Een grote gele verzameltas. En nog twee tassen. Om in de gaten te houden. En dan staan er dus een mannetje of vier INTERPOL gasten voor me. En de nodige toeschouwers. In een cirkel om het hele zaakie heen. En dat is allemaal nog tot hier aan toe. Echter. Ik begin langzaam de controle over dit 'toneelstukje' te verliezen.
Toneelstukje ja. Want ik ben voorbereid. Mijn eigenste reisgids 'the Lonley Planet' waarschuwt voor deze praktijken. Gasten, veelal Peruvianen, die zich voordoen als officials. En die de geldigheid van je paspoort of visum ter discussie stellen. Je paspoort afnemen. En dat dan na betaling van de nodige Bolivianoos wel weer terug willen bezorgen.
En daarom speel ik dit toneelstukje tot op zekere hoogte mee. Want afgeven van mijn paspoort: dat doe ik natuurlijk niet.
Voordat het echt uit de hand loopt. Vertel ik de man, en z'n vriendjes, dat ik 'm doorheb. En dat ie beter zijn pogingen kan staken. Maar zo gemakkelijk kom ik niet van de vier af. Ze dringen nogal aan. En voordat het helemaal helemaal helemaal uit de hand loopt, maak ik een belbeweging. En roep het woord 'Policia'. Dat was het toverwoord. Als sneeuw voor de zon maken de mannen zich uit de voeten. Zo snel als ze zijn gekomen. Zo snel zijn ze ook weer vertrokken.
Ook de toeschouwende menigte heeft het wel gezien. En vertrekt. Naar nieuwe avonturen.
Welkom in Santa Cruz Gerrit!
Ja, dank u lieve lezer. Want dat is de stad waar ik na 20 uren reizen in verzeild ben geraakt (had ik al gezegd dat ik 20 uren gereisd heb?). De busreis wat net zo geweldig als horrible. Geweldig waren de uitzichten. Ook bij nacht (ik heb geen oog dichtgedaan). Verschrikkelijk close waren de afgronden waar langs we reden. En nog verschrikkelijker was het wegdek. Want dat deed z'n naam eer aan. Want weg was het dek. Ruim 300 kilometer met een touringcar over een zand-gravel-gaten-hobbel-bobbel-weg. Twintig uur over ruim 300 kilometer. U heeft een beeld van de mooie 'gruwelreis'. Hoop ik.
Gisteren heb ik een moeilijke en moedige beslissing moeten nemen. Ik heb besloten om mijn fietsplannen te staken. Ik heb werkelijk alles in het werk gesteld om het pakketje met Nederlandse fietsonderdelen in handen te krijgen. Spijtig genoeg isdat niet gelukt.
Wel ben ik dank verschuldigd aan Arie. Arie (en Boukje) en ik kennen elkaar nog niet zo lang. Arie werkt bij PostNL en heeft onderzoek laten doen naar de status van de zending. We hebben nog wat heen en weer gemaild. Maar het mocht niet baten Arie!. Maar wel ontzettend bedankt voor je hulp.
Ook Eric (vakantiefietser.nl) heeft meer gedaan dan ik van hem mocht en kon vragen. Helaas Eric: het pakketje is nooit aangekomen. En Marike. En Jan. Twee zeer prettige en aangename Hollandse fietsters die ik in Potosi trof. En die in hetzelfde hotel geraakten als ik. Jan en ik hebben serieuze pogingen ondernomen om de fiets te repareren. Maar uiteindelijk bleven we steken op 1 ontbrekend kabeltje van 0,9 mm. Nog even voor speciaal voor Jan: Jan, ik heb alle fietsenmakers in Potosi en Unuyni gezien. En uiteindelijk een kabel gevonden van 1,1 mm. Ik heb gisteren zes uren liggen klooien. Maar ook dat kreeg ik niet voor elkaar geprutst. De kabel was gewoon te dik.
Hoe dan ook. Uiteindelijk heb ik dus met tegenzin (dat wel!) de gedachte laten varen dat het deze reis nog goed zou kunnen komen. Met mijn fiets. En daarom heb ik het hele zaakie opgepakt. En ben met een bus van Potosi naar Santa Cruz gereisd.
Santa Cruz is een tropische verrassing. Meer tropisch. Dan verrassing. Want een echte verrassing is het niet. Ik wist het namelijk al. Dat Santa Cruz tropische trekjes heeft. Het-is-van-dat-ik-krijg-het-zout-met-geen-mogelijheid-uit-het-zoutpotje-weer. En het is ook behoorlijk vochtig. En dat dan tegelijkertijd. En dat maakt dat het drukkend warm is. Bij het benauwde af. Daarnaast waan je je in een of ander tropisch oord. De palmbomen staan de waaien langs de wegen. En alle andere bomen staan zo'n beetje allemaal tropisch te bloeien. De ene bloem schreeuwt qua kleur nog meer om aandacht dan de andere. Ik kom precies op het juiste moment.
Santa Cruz is een grote stad. Het is tevens de meest moderne stad van Bolivia. Er zijn winkels met net zulke moderne spulletjes als wij hebben. En hier lopen ook moderne jonge vrouwen met de onvermijdelijke mobiele communcatieappeltjes. En heren met maatpakken. Dit is niet het Bolivia dat je op een ansichtkaart aantreft en naar huis stuurt. Naar familie en vrienden. Maar er heerst ook grote armoede. Het meest schrijnend vind ik de zwervers die in restaurants naast je tafel (blijven) staan. En hopen dat er wat eetbaars overblijft........
Ik heb na een aantal uren 'stadten' al in de gaten dat deze stad me geen twee weken (die ik nog voor de boeg heb) gaat boeien. Er zijn een aantal bezienswaardigheden die ik zeker ga bezoeken. Maar het is tijd voor een plan.
Een-hoe-ga-ik-de-komende-twee-weken-op-een-zo-vrolijk-mogelijke-manier-doorbrengen--plan.
Morgen is ie er vast. Dat plan!
Adios.
VOORJAARSNEUS
De wind
jaagt het huisvuil
langs de gevels van de stad
Roemloos einde van een reis
Wie een huis heeft
gaat naar huis
Een hond jankt in de verte
soundtrack van de nacht
Voor wie het hoort
neuriet onontkoombaar mee......
(De Trockener Kecks, niemand thuis)
Als kind ben ik opgegroeid in het buitengebied van Wezep. Er lagen wat boerderijen. Een beetje te liggen. Er was een bosrand. En een A28 snelweg. Op veilige hoorafstand. En verder werd ons huis omringd door akkers en weilanden. Een fijne plek om op te groeien.
Tegen de tijd dat het lente werd. Waren er altijd een paar dagen dat het voorjaar in mijn neus verbleef. Ik weet niet precies wat het daar moest. En waarom het nu precies mijn neus beet moest hebben. Maar elk jaar zocht het mijn neus op. Zo'n typische voorjaarsgeur die zich maar moeilijk laat omschrijven. Zoet. Zacht. Vrolijk. Opgewekt. Nieuw leven..... Zoiets. Als kind rook ik dat elk jaar. Een paar dagen.
Ik ben vanochtend met een busje van Postosi naar Uyuni gereisd. Uyuni ligt in Bolvia. En Potosi ook. Uyuni ligt alleen een stukje zuidelijker.
Een bergritje van 200 kilometer. In 3,5 uur. En wat voor een ritje. Hoogteverschillen van vele honderden meters. Adembenemende uitzichten (al zou het net zo goed kunnen dat dat 'adembenemende' ook veroorzaakt werd door de rijstijl van mijn chauffeur..... Hoe zal ik het uitleggen: Michael Schumachter van voor het skiongeluk. Niki Lauda van voor zijn 'brandwonden-Beverwijk-face. Dat werk zak maar zeggen!!). Remmen voor overstekende struisvogels. Toeteren voor overstRuikelende Lama's. En met een gangetje van 120 kilometer per hour het net ontwijken van een naar beneden vallend rotsblok. En dat vergeet ik de tegenliggers nog te benoemen..... Want die spelen ook hun (weinig positieve) rol in dit adembenemende en 1 of meerdere doodervaringen rijker wordende autobergspel.
Maar goed. Ik heb 't overleefd. En dat is best behoorlijk fijn. En mijn medepassagiers ook. Dus alle reden voor een feestje. 's FF lekker uit ons plaat. Of eenrieten dak. Geef het beesie maar een
naam. Kan mij niet schelen. Als het maar feest wordt.
Nouoooooooow lieve volger: dan is Uyuni niet helemaal the place to be. Neuh. Dan hadden we beter naar elders kunnen afreizen. Neem nou bijvoorbeeld eh eh...Biddinghuizen. Daar is het elke nacht
feest. Ja jah!!! Wisten jullie dat niet? Oh joh! Het nachtleven van Biddinghuizen!!!!! Er schiet mij maar 1 woord te binnen: BRUISEND!!!! Maar Uyuni? Ik zou er de reis vanuit Holland niet voor
maken.
Afin. Ik stap uit het busje. En ruik. En ruik iets wat ik jaren niet geroken heb. Die geweldige fijne herkenbare voorjaarsneusreuk. Die geur die ik als kind elk jaar rook. Jeetje. Dat is bekant veertig jaar geleden dat ik die geur rook. Hierzo. Midden in de stad. Met verkeer. Met allemaal mensen om me heen. Met een waterig zonnetje. In Zuid Amerika. In Uyuni. Op deze plek. Onder deze omstandigheden. Ruik ik die verdwenen gewaande en vergeten geur.
Ik blijf een tijdje staan. Om de geur goed tot me door te laten dringen. De hellerit die ik zojuist achter de rug heb, ben ik in een (1) klap vergeten. Wow!!!
Opeens komen er tal van kind herinneringen naar boven. De Bovenheigraaf. Mijn ouderlijk huis. Mijn ouders. Onze buurtjes: Paul en Lieke. Rietje. Jan. Anna. Grietje. Het trapveldje naast ons huis. De afrikaantjes en salvia’s die mijn vader om-en-om pootte. Het grindpad. De schuren. Cor. Johnny, Johan. Ailco. Marc. Everhard. 'de brand'. Paardenbloemen. Pinksterbloemen. Karren slepen met Oud & Nieuw. Voetballen op een pas gemaaid stoppelweiland........Jeetje!! Wat een geweldig fijne ervaring.
Na enige tijd moet ik toch op zoek naar iets van een onderdak. Ik vind 't. En ga Uyuni verkennen. Uyuni heeft een klein toeristisch centrum. Dat vermijd ik. Ik loop langs de 'randen' van de stad. Ontdaan van alle opsmuk. Uyuni oogt als een stad die zich qua ligging aan het einde van de Wereld terug vindt. Desolaat. Arm. Leeg. Uitlopend op niets. Uitzichtloos. Oneindig. Maar niet somber.
Ik heb getracht de sfeer in beelden te vangen. Hierkomenzedan:
De sfeer hier laat zich moeilijk omschrijven. Is moeilijk in beelden vatten. Maar ik heb er met buitengewoon plezier rondgelopen. Want ik houd er van. Van dat desolate niets.
Zeker met die geweldige en verdwenen gewaande voorjaargeurneus.
Adios!
DIE
Vanochtend werd ik wakker met de gedachte om 's lekker een stukje te gaan fietsen. In Bolivia.
Maar. Helaas. De droom werd ruw verstoord. De kaboutertjes hebben mijn fiets nog steeds niet gemaakt. En meneertje Klaas Vaak is s' nachts kennelijk ook te druk om behalve iets van zandstrooiactiviteiten te ontplooien wat aan mijn fiets te sleutelen. Mooi dom. Zou ie voorwaar een mooie bijverdienste aan hebben. Luie donder. Of hij is gewoon niet zo technisch. Dat kan ook. In dat geval is dat met zand strooien eigenlijk een hele goeie beroepskeuze geweest. Destijds.
Maar hoe dan ook. Mijn fietsversnellingen doen het nog steeds niet.
Ik bezoek elke dag trouw een keer of vijf het postkantoor van Potosi. De mensen kennen me inmiddels. En ik hen. Kweet inmiddels wanneer iedereen jarig is. Wie familie van wie is. En wanneer het lunchpauze is. En ook hoe lang die duurt. En ook het postkantoor zelf kent voor mij geen geheimen meer. Ook backstage niet. Ik loop gewoon door naar de kantoortjes die achter de balie gevestgd zijn.
Klinkt fijn. Maar dat is het eigenlijk niet helemaal. Het is geweldig burocratisch hier.
Die loopt naar die. En die geeft dan weer een briefje aan die. En die die moet dan weer met dat papiertje naar een ander die. En die moet het dan weer aan die vragen. En die heeft een sleutel van het kantoortje van die. En die heeft dan weer lunchpauze. En die verwijst me dan weer naar die. En die moet de computer opstarten. En een ander die moet dan een nummer intoetsen. En dat nummer klopt dan weer niet. En dan moet er een ander die bijkomen. Om dat nummer te controleren. En die roept dan weer een ander die. Maar die is er nie. Want die heeft lunchpauze.......
En zo wordt er wat 'afge-died'.Ik word er soms gek van. En u begrijpt het al. Het pakketje is er nog steeds niet. Het wil niet arriveren. Het is in Bolivia. Maar daar blijft het ergens steken. En niemand weet precies waar. En ook niet waarom. Gekmakend is het.
Maar ik heb ook geluk. Potosi is een geweldig fraaie stad. Er is veel te zien. Dus daar probeer ik de tussentijd dan maar flink van genieten. Ik ken de stad inmiddels op mijn duimpje. Heb elk museum van binnen gezien. Ken elke straathoek. Ik kan verdorie wel een VVV-tourtje beginnen hier.
Ik laat maar 's snel een visitekaartje drukken.......
Adios!
WACHTWEGEN
Mijn allereerste autootje was een kanariegeel golfje. Gekocht bij buurman Willem Post. Voor op de kop af. Zevenhonderdvijftig ouderwetse guldens. Er zaten in de spatborden enkele niet te missen gaten. Maar dat was niet erg. Die heb ik met plamuur dichtgestopt. Beetje kanariegele verf er op. En je zag er niets..... het eigenlijk nog heel erugh goed.
Nou ja. U begrijpt. Het duurde niet lang of ik stond met mijn gele 'trots' langs de kant van de weg. En niet geheel vrijwillig. Dat zult u begrjpen.......
Ik was lid van de Algemene Nederlansche Wielrijders Bond. En die heb ik toen gebeld. En die kwam. Overzag. En overwon. Na een uurtje of wat kon ik weer verder. Op naar mijn volgende onvermijdelijke pechgevalletje.
Nog geen twee jaar geleden stond ik met mijn behoorlijk moderne Toyota Prius tegen twaalven des 's nachts langs de kant van de snelweg. Iets met de verlichting. De ANWB wegenwacht gebeld. Die kwam. Die zag. En .....overwon niet. Integendeel. 'Meneertje: hier kan ik zo langs de kant van de weg niets mee'. De auto moet naar een garage. Daar meten ze 'm door. En daar kan ie gerepareerd worden. Fijn!
Lang leve de-oude-zo-langs-de-weg-te-repareren-kanarie-gele-voorzien-van-gaten-meukauto's!!
Vanochtend vertrok ik volle goede moed. En iets van gezonde spanning. Ook. Immers. Ik zou de Main Road gaan verlaten. En de komende 200 kilometer een B-weg gaan berijden. De omstandigheden op deze weg lieten zich maar moeilijk raden. Dus. Voldoende water en eten meenemen. Onderdak? Zal waarschijnlijk wel een tent worden. En daarom vertrok ik zwaarder dan normaal. Met voldoende broodjes. En de nodige liters water aan boord. En......een aantal porties avondeten (en ja Gerda: ik heb goed op de voedingswaarde gelet.... Gerda, lieve lezer, heeft mij in Nieuw zeeland in voorbereiding op onze trektochten volledig terecht gewezen op en geleerd dat het niet alleen gaat om VOEDSEL maar ook om de VOEDINGSWAARDE van dat voedsel......dus Gerda, volkorenpasta deze keer hoezeer je weet hoeveel ik van die heerlijk ongezonde witte pastameuk houdt!!!!).
Helaas werd op dag vier van deze reis mijn noodrantsoen (droogvoer) ontvreemd. En daarom heb ik wat pasta en blikvoer ingeslagen. Eigenlijk te zwaar qua gewicht. Maar beter te zwaar en toch eten. Dan licht reizen en aan ondervoeding ten onder gaan.
De zon schijnt. Het wegdek is glad en redelijk vlak. Niets lijkt een wonderschone dag in de weg te staan. Lijkt!
Na 8 kilometer gebeurd er iets dat me in jaren niet is gebeurd (bv niet tijdens mijn ruim 4 maanden Pakistan, India en Nepal-reis). Een lekke band. D.w.z., de achterband loopt langzaam leeg. Meestal komt een lekke band (als ie komt) ongelegen. Maar vandaag niet. Het is prachtig weer. En ik heb de tijd.
Ik ontmantel mijn karretje op een veilige afstand van de weg. Ik besluit niet te gaan plakken. Maar mijn reserve binnenband te monteren. Ik demonteer mijn achterwiel. Verwijder de lekke binnenband. Haal het spijkertje uit de buitenband. En leg mijn reserve binnenband om het wiel. En monteer het hele zaakie weer.
Nu nog even lucht in de band pompen. En Gerrit is weer spekkoper! Shit! De pomp pompt niet. Doet het niet. Het ding is stuk. 'Houd je overal rekening mee. Laat dat ding het afweten'. Ik sleutel. Ik repareer. Ik knutsel. Ik boetseer. Gedurende een half uur. Maar ik moet mijn meerdere in de pomp erkennen. Hij wint. Op punten. Nou, eigenlijk meer op knock out. Hij is zo stuk als maar stuk kan zijn. Er komt geen zuchtje lucht meer uit.
Ik prop mijn vijf tassen en bidons in mijn grote gele verzameltas (handig op het vliegveld, maar nu dus ook) en loop naar de kant van de weg. Ik moet proberen een lift te regelen naar het eerstvolgende dorpje. En daar iets van lucht te vinden. Ik maak een stopgebaar. En probeer daarmee pickup-busjes aan te houden.
Echter. Al die vriendelijk zwaaiende en toeterende bestuurders wanneer ik fiets hebben opeens ontzettende haast. En niemand is van plan mij up-to-picken. Na drie kwartier stopt er gelukkig een auto met laadklep. Twee vriendelijke mannen werkzaam voor een ICT bedrijf, snappen me. Ik mag mee. Het volgende dorpje is gelukkig niet ver. Het is nog wel even zoeken naar een compressor. Maar na een half uurtje zit er lucht in de band. En is het euvel verholpen. We maken de onvermijdelijke (en wat mij betreft dankbare) foto's. En klaar is Kees.
Althans, dat dacht ik.
Ik breng mijn fiets weer in stelling. Voorzie 'm van alle fietstassen. En bidons. En stap op. Met het wegfietsen voel ik meteen dat er iets mis is. Ik wil schakelen. En dat gaat niet. Muurvast. Zit 't. Ik doe nog een trap en........voel ........ voel ..........dat ik mijn versnelling mechanisme in een (1) trapbeweging naar de Filistijnen trap. Naar de klote. Helemaal.
Damned!!!!
Ik stap af. Overzie het slagveld. En realiseer me duizend dingen tegelijk die ik voor de leesbaarheid van dit verhaal zal reduceren tot twee:
1. ik heb bij het monteren van het achterwiel een kleinigheid over het hoofd gezien (ik hoor het de docent bij de fietscursus voor gevorderden....ja ik mocht mij rekenen tot het selecte gezelschap
van gevorderden rekenen....mocht.....terug naar de kleuterklas Gerritje....duimpje in je mond.....lekker zuigen jong....... en pas je mondje weer opendoen als de juf je wat vraagt ....).
schakelmechanisme naar z'n grootje.....
Ik hoor die docent dus.....tijdens de cursus nog zeggen..... niet vergeten om .......anders fiets je je versnelling mechanisme naar de klote.......'Nee, ha ha .....natuurlijk niet....., ha ha.....nee dat vergeet ik natuurlijk niet....stel je voor.......NATUURLIJK NIET........ dus wel.........FUCK!!!
Dat was dus 1.
2. Mijn fietsreis vindt hier (voorlopig) zijn Waterloo, want DIE onderdelen heb ik dus niet bij me.........
Ja lieve mensen. Gekloot dus. Ik klungel nog een uurtje of twee. Wat aan. In de onbarmhartig gloeiende en brandende zon. Maar langzamerhand komt al sleutelend het besef naar boven dat het wel 's gebeurd kan zijn met de fietskilometertjes en de stoere plannen die ik nog volop had.
En op dat besefpuntje is deze nietal te vrolijke Gerrit-foto gemaakt;
Voor u. En alleen voor u. Exclusief voor u. Helemaal niet voor mezelf. Misschien voor later of zo. Voor een oud en grijs plakboek. Of zo.
Ik pak alles bij elkaar. En zoek behoorlijk teleurgesteld de kant van de weg op.
Ik weet een busje te regelen. We knallen alles op de laadklep. En gaan terug naar Chalepetta. Het dorpje waar ik vanochtend vertrokken ben. Daar aangekomen zoek en vind ik een fietsenmaker. Met een verwachtingspatroon zo groot als dat ik ooit nog 's de marathon van Rotterdam op mijn naam schrijf of dat we van de zomer nog een Elfstedentoch gaan verrijden leg ik zo goed en kwaad als het gaat de fietsenmaakster het technische probleem uit. Aanvankelijk is de vrouw vol goede moed. Maar .....na 10 minuten trekt ze de conclusie dat deze techniek haar vreemd is.
En dat is niet gek. Dat ze dat niet weet. Ik heb bij de aankoop van mijn fiets mezelf een (1) noviteit toegestaan. Een (1) dingetje. Een (1) gebbetje. Een (1) gadget-achtig dingetje: een Rholofnaaf. Een betrekkelijk nieuwe techniek. Geen ouderwetse derailleur. Maar een ultramoderne naaf met een intern schakelmechanisme. Daar waren goede redenen voor. Voor die keuze. Maar dat voert te ver om nu en hier 's ff fijntjes uit de doeken te doen. 'En ja. Wanneer gaat dat nu stuk lieve volgers'?
Nu dus. Een ouderwets schakelsysteem was hier prima te repareren geweest. Maar dit? Dit kan ik wel shaken. Lang leve de oude meukfietsen en z'n oude meukonderdelen.......
Ik sta mezelf precies een uur toe om mezelf van alles kwalijk te nemen. Mezelf voor de kop te slaan. Boos te zijn. Mezelf...... Een uur. Zestig minuten. Niet langer. En dan is de tijd om. Tijd voor een plan.
Eerst zoek ik een hotel. En vind snel hetzelfde hotel waar ik afgelopen nacht heb overnacht. Met doorzakhangmatligbed en al. Onopgemaakt. Zelfde kamer. Ik kan er zo weer in. Voordeeltje: ik hoef niet (meer) te onderhandelen over de prijs. Die is de afgelopen uren noch gestegen, noch gedaald. Same price. Sjenk joe ferry muts.
Dan maak ik foto's van de ellende. En stuur mijn fietsenboer (de Vakantiefietser) in Amsterdam een mail. En bel 'm 15 minuten later. Ik heb geluk. Hij geeft een avondonderhoudcursus aan fietsers (VOOR GEVORDERDEN) die op reis gaan en iets meer willen weten over ......... (ik zou extra aandacht besteden aan het versnelling mechanisme in het bijzonder van Rholofnaven).
Hij is rustig. Hij is altijd rustig. Hij zal onderdelen opsturen. Ik moet ondertussen een bekwame fietsenmaker vinden. We wisselen gegevens uit.
Morgen zal ik terugreizen naar Oruro. Een grote stad waar ik een paar dagen geleden al verbleef. En daar zal ik proberen een fietsenmaker te vinden die wel van een uitdaging houdt.
'So, that was het pretty much for today'!
Ik heb mezelf al weer getraceerd op een heerlijk gebakje, een lekkere bak anijsthee en een bord vol met vis en patat. Je moet jezelf immers niet te lang kwellen.
Maar zonder dollen. Dit is wel een flink dompertje. Een lelijke streep door de rekening. Door mijn rekening. Normaal vind ik het helemaal niet erg. Strepen door m'n rekening. Integendeel. Dat vind ik juist fijn.
Maar dit is wel een zuur streepje. Ik was nog maar drie dagen verwijderd van Salar de Uyuni. De grootste zoutvlakte die er op onze aardbol te vinden is. 'En daar zou ik op gaan fietsen'. En overnachten. In mijn tentje. En een eitje koken. En pellen. En dan het eitje met zout.........
En ja dat gaat allemaal ff niet lukken. Althans niet over drie dagen.......
Ok! Vannacht lekker slapen. En morgen gewoon weer planmatig de zaken aanpakken.
Alles zal recht komen. Hoe dan ook!
Adios