De Lustige Reiziger

Rees Dart Track/Day three

Zingeving


Om 8 uur 's ochtends gaan we al op pad, maar niet na afscheid te hebben genomen van Mike. Op mijn aanbod om altijd te mogen mailen over zijn perikelen, noemt hij mij de 'local-agony-aunt'. Nou vind ik dat teveel eer en moet ik er hartelijk om lachen, het aanbod staat wel.


Er staat een uur of 4 om naar het zadel te lopen, en onderdeel daarvan is de fikse klim van ruim 900 m naar de Pylon, het hoogste punt. Maar in het begin volgen we de Dart river, dus vlak-flauw stijgend omhoog. Af en toe en zijrivier met wat stijgen en dalen over de oever. En nog één (1), en nog één (1). Vaak wel met stapstenen. Maar niet altijd op stapafstand.


Kijk mama: met losse handen!”

Ik kan er de vinger niet op leggen, maar ik heb het niet naar mijn zin. Het lopen gaat prima, de vermoeidheid zit niet in mn benen maar in mijn hoofd. Ik kan er niet van genieten. Ik heb me ingesteld op een lange dag, met een zware klim, met prachtig uitzicht van bovenaf op een gletser. En een zonnetje, In plaats daarvan lopen we in de oneindige riviervlakte, met alleen maar hoge, grijze rotsen om ons heen. Geen gletsjer meer te zien, laat staan de zon.


Ik maak Gerrit deelgenoot van mijn gevoelens. En dat ik betwijfel of ik het zo naar Cascade Saddle ga maken. Beetje deja-vú met Avalanche Peak. We besluiten er voor te gaan, én om na 4,5 uur 'heenweg' te stoppen en de terugtocht te aanvaarden, ongeacht waar we zijn. Dat besluit helpt. En wat ook helpt zijn Gerrit-zijn-ik-leid-je-wel-af-en-vrolijk-je-op-verhalen. Die werkelijk overal en nergens over gaan. Een pond paling op vrijdagmiddag in Harderwijk. Een naturel ijsje van de favoriete ijssalon in Oldebroek want dat is mager ijs (ja , droom lekker verder). Het werkt. Mijn gemoed verbetert.


Aan het eind van de vlakte gaan de rotswanden steil en bijna verticaal omhoog. Bovenaan zijn ze compleet glad als platen, zoals ik dat ken van de Dolomieten. Mensvijandig, zo ziet het eruit. Als we het eind van de gletsjer bereiken na bijna 3 uur lopen is het ijs onderaan zwart gekleurd, en een lang stuk van de tong is grijs van het gruis dat erop ligt. Maar als we gaan klimmen komt al snel het witte deel met sneeuw in zicht. Met al zijn scheuren en spleten, soms met poelen er bovenop, waar smeltwater zich verzamelt en niet weg kan. Af en toe piekt het zonnetje erdoor. Het plaatje wordt zoals ik dat van het plaatje op de folder herken, met prachtig uitzicht op sneeuw en ijs alom. Dart glacier, Whitbourn Glacier en delen van Snowy Range Glacier. Naar mate we hoger komen wordt het adembenemender. Ik geniet weer volop. En ik realiseer me dat ik vanochtend mijn zingeving 'kwijt was'. Iets dat ik bijna nooit heb in de bergen. Integendeel juist. Als ik daar loop voel ik vooral wat de zin van leven is. Onderdeel te zijn van een groter geheel, juist door je heel klein te voelen in een machtige en onbarmhartige omgeving. Met gedachten en dromen die alle kanten op kunnen. Overgave aan. En één zijn met je omgeving.


Na 4,5 uur is die omgeving een mooi vlak stuk, een platform achter een grote richel, een zijmorene. Er bloeien enorme plakkaten stekelnootje, in prachtig rood contrast met hun grijze ondergrond. Stekelnootjes had ik in mijn vorige tuin ook geplant, op lastige plekken, want ze kunnen wel tegen een stootje. Blijkbaar niet de goede stoot, want de krengen deden het er voor geen meter. En hier staan ze op een onmogelijke plek in vol ornaat in bloei. Maar om hier nu een tuin in te richten........


stekelnootjes en gletsjers.......


We koken er onze lunch, baggeroni uit een zakje. Het is meer genieten van het uitzicht dan van de smaak en samenstelling van het goedje, maar we doen het ermee. Ken je nog die slogan 'een beetje van mezelf en een beetje van Maggi'. Nou, de volgende keer graag zonder Maggi en alles, maar dan ook allés van mezelf.


De afdaling verloopt soepeltjes, zelfs de stukken waarvan we op de heenweg dachten dat ze lastig zouden zijn, blijken goed te doen. Al is het uitkijken geblazen. Ook de riviervlakte en zijrivieren doorkruisen we lekker op ons gemak. Zelfs bij de zijrivier die iets gestegen is en waarvan bijna alle stapstenen nu onder water verdwenen zijn, houden we het droog. De gamaschen aan, stokken extra lang maken, voorzichtig doorstappen en dan ben je aan de overkant voor je het weet.


Na bijna 10 uur aan de sjouw zijn we terug in de hut. Het is mooi geweest!

En als toegift krijgen we van Danielle, de warden die net arriveert, nog 2 verse tomaten als dank voor het terugbezorgen van de hoed van haar voorganger. Die tomaten verbouwen ze zelf in de Staff Quarters. Waar ze ook een terrastuintje hebben met wat sla en kruiden in potten achter gaas. Vers, en dat op bijna 1000m hoogte! Die tomaten zijn de lekkerste die ik deze reis heb geproefd.


En zijn we nu op het zadel en bij de Pylon geweest?

We kunnen natuurlijk zeggen van wel.

En dat we er foto's hebben gemaakt van het bord 'Cascade Saddle, 1830 m', of van Mount Aspiring aan de andere kant van het Saddle. Maar dat bij het ontwikkelen van die foto's het rolletje is zoekgeraakt. Vervelend ja.


Maar jullie kennen ons, dat zouden we nooit doen.

Dat hebben wij niet nodig......


hoog(vandeberg)achtend, Gerda



Reacties

Reacties

roel

gelukkig ligt alles digitaal vast :-))

Marleen

Bewondering hoor voor jullie!
Het is een hele prestatie met vele mooie ervaringen en plaatjes als "beloning" gelukkig.
Elke keer weer leuk om via de verhalen en foto's een beetje mee te genieten.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!