EAGLES
Dat was nog helemaal geen zekerheidje dat ik vandaag mijn stalen ros zou kunnen beklimmen.
Gisteren heb ik een noodgedwongen een rustdag ingelast. Niet erg. Want het stadje was leuk en levendig. Veel te zien. Veel te beleven. Maar ik begon me gedurende de dag niet beter te voelen. Eerder slechter. Ik denk dat ik toch een tik van de hoogteziekte te pakken heb.
Maar nu ik zo opsta deze ochtend voel ik me eigenlijk behoorlijk ok. Ik zet een muziekje op en begin mijn spullen te pakken. Het zijn in totaal 5 tassen en het begint inmiddels een routineklusje te worden. Als ik echt wil ben ik met een half uurtje gepakt en gezakt op pad.
En dat lukt vandaag ook. Maar ik moet wel nog een ontbijtje (spreek uit: le dezajoenoo) scoren. Een van de leuke dingen in Peru is dat dat meestal gewoon op straat kan. Daar worden broodjes voor je gesmeerd. En er is altijd wel iets van heet water. Waar ik dan weer een zakje in kan hangen. Zo ook vanochtend. Ik zit lekker van 2 broodjes met jam te bunkeren en een bak thee te slurpen. Zo langs de straat. En ik ben niet alleen. Zeker niet.
De belangstelling is groot wanneer zo'n vreemdeling zich aankondigt. Er wordt mij van alles gevraagd. Waar ik vandaan kom? Waar ik naar toe ga? Of ik Solo ga/ben? Het gebeurd ook regelmatig dat auto's en vrachtauto's naar me toeteren en zwaaien (de bestuurders dan). Ook gebeurd het vaak dat mensen vragen of ik met ze op de foto wil. En natuurlijk wil ik dat. Ik kom vast in menig Peruviaans fotoplakboek te staan. En dat lijkt me toch geen aanbeveling voor het fotoboek in kwestie.
Mijn ontbijt zit achter te kiezen. En zakt vermoedelijk nog wel wat verder ook. Althans dat hoop ik maar. Want als dat goedje de hele dag achter mijn kiezen blijft plakken?! Daar zit deze jongen dus niet op te wachten.
Ik koop nog 2 flessen water, 5 kleine bananen en een mango. Jeetje, wat ben ik gek op die dingen. Die mango's! De redenen waarom ik me in Nederland een beetje inhoud is de prijs van die dingen. En dat ze vaak dan ook nog knetterhard zijn. Hier niet. Boterzacht. Eetklaar en -baar. En wel meteen! Dat zijn ze. En goedkoop. De Peruvianen importeren ze uit Ecuador. Ze worden hier op elke hoek van de straat te koop aangeboden.
Ik rol de stad uit. Het wegdek is slecht. Er staan grote plassen water in de diepe kuilen die door de overvloedige regenval van vannacht is veroorzaakt.
De weg klimt en daalt wat. Daarover maak ik me geen zorgen. Zorgwekkend is de pas waar ik vandaag overheen moet. De Abra la Raya. Een pas van 4312 meter hoogte. Die boezemt me voorwaar wat angst in. Mede omdat ik niet helemaal okselfrisfit ben.
Op kilometerpunt 28 kom ik bij Aquas Calllientes. En daar gelast ik iets van een rustpauze in. Hetblijkt een kuuroord te zijn met medicinale waterbaden. Als ik het vooraf geweten had ik een duik genomen. Ik kan voorwaar wel wat positieve medicinale invloeden gebruiken. Maar ik beperk mezelf tot het eten van kip en vis. Schijnen ook heilzaam te werken. Want die wordt hier bereid. Er staanzeven oventjesop een rijtjeopgesteld in de buitenlucht. En elk oventje wordt bevrouwd door iemand die mij maar al te graag van kip of vis wil voorzien. Tegen betaling, dat dan wel.Het eten iszo smakelijk dat ik bij eigenaresse nummer 2 ook nog maar wat bestel.Tijdens het verorberen van al dit lekker proberen tweeNepalese damesnet ff iets te opzichtig met mij aan te pappen, Ik ben niet geïnteresseerd. Want ik heb een pas te bedwingen!
Ik vertrek na eenuurtje rust.
De klim is inmiddels begonnen. Stijgingspercentages van 4-6% zijn geen uitzondering. De klim verloopt op zich geleidelijk. Maar de bochten zijn lang. En na elke bocht, u raad het al, is er weer een nieuwe bocht. De uitzichten zijn van het niveautje: wonderschoon. Ik fiets tussen besneeuwde bergtoppen van ruim 5500 meter hoogte. Enige dissonant is dat het flink is begonnen met regenen. O ja. Dasnogniealles: het is ook berekoud. Regenbroek aan. Handschoenen aan. Het regenwater striemt langs m'n gezicht. Het ademen gaat moeizaam. Ik raak regelmatig achter m'n adem. En daar is weer een nieuwe bocht. Potdomme. Dit begint serieus op werken te lijken. Ik moet er af en toe van af. Van mijn fiets. Soms voor foto's. Vaker om even op adem te komen.
Bij een tolpoort (want er moet gewoon tol betaald worden om die knoert te bedwingen, maar niet door mij) wordt mij verteld dat het nog 5 kilometer is. Dat geeft deze burger moed. Ik trap in de laagste versnelling. Rustig. Maar gestaag. Want dat is mijn geheim van bergfietsen. Zo licht mogelijk trappen. En rustig doordoen. Geen haast hebben. Geen gedachten van: 'ik zal en moet die top halen'. Gewoon doortrappen. Hij komt vanzelf.
En verdomd. Na de zoveelste bocht. Dan is ie er opeens. De top van de pas: Abra la Raya. Maar liefst 4312 meter hoog. Het enige dat er is zijn souvenirverkopers die hun handel hebben afgedekt met plastic. Ter bescherming tegen de regen.
Nu ik me zo naar boven heb geploeterd snap ik opeens waarom die gasten van de Tour de France geen fietstassen aan hun fietsen hangen. Want op zichzelf was dat toch wel logisch geweest. Lekker handig, Bidons er in. Eten. EPO,Infusen incl. naalden en bloedzakken. Lekker alles bij de hand. Maar nu snap ik het wel. Loodzwaar is het. Met zo 'n bepakte fiets.
Ik ben trots dat ik het gehaald heb. Zo hoog ben ik met een fiets nog nooit geweest. Ik maak de onvermijdelijke foto's. En maak me op voor de afdaling.
Het gaat best hard. Naar beneden. Maar het duurt maar 7 kilometer. Ik blijf steken op een hoogte van 3900 meter. Ik bevind me nu op de Altiplano. Zo heet het gebied hier. Alti staat voor hoogte. Plano voor vlak en glad. Het is dus een vlakke weg die zich enige honderden kilometers voortsleept op een hoogte van circa 3900 meter. Desolaat. Een bijzondere ervaring.
Het komt me zo voor dat het hier een stuk armoediger is dan aan de andere kant van de berg. Veel wrakkige huisjes. Ook staan veel huizen er verlaten bij. De mensen zijn ongelofelijk vriendelijk en ze groeten bijna allemaal als ik langs fiets. Foto's maken ligt hier wat gevoeliger. Ik pas me meteen aan.
Het is nog 25 kilometer naar Santa Rosa. Mijn eindbestemming. Voor vandaag dan. Het landschap is van een betoverende schoonheid. Ik rol na ruim 6 uren fietsen het dorpje binnen.
Bij het binnenfietsen moet ik aan dat nummer van the Eagles denken: There's a new Kid in Town. De inwoners bekijken me allemaal of ik een Allien ben. Nu ben ik dat misschien ook wel met m'n oranje jas, fietshelm en opgetuigde fiets. In hun ogen dan. Maar ik voel me net zo bekeken als dat ik op zondag mijn auto zou wassen ergens midden op de Veluwe.
Hoe dan ook: ik groet ze allemaal en lach veel.
Tja, het dorpje?! Je zou 't plaatsje kunnen vergelijken met pak 'm beet: Parijs. Ik zou het niet doen. Maar het kan wel. Of met Praag. Of met Londen. Kan allemaal. Maar ik zou het niet doen. Biddinghuizen komt meer in de buurt. Er is nl niet veel.
Ik vind een zeer bescheiden onderkomen. Eet in een van de weinige restaurantjes: groentesoep, kip en patat. Omdat dat dat het enige is dat op de afwezige menukaart stond.
Het was een supergeslaagde dag. Ik heb de hoogteziekte een kopje kleiner gemaakt. En de pas ook!!!
Mennnnnn wat ben ik trots!!
Adios!!
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}