Evangelie
Vanochtend was een prima ochtend om te ontwaken. De ogen op te slaan. En op te staan.
Wel in die volgorde graag. Wel even zorgvuldigheid betrachten op dit punt. Wel even het stappenplannetje in de juiste volgorde afwerken. Anders is de kans op ongelukken niet gering.
Ik vrees nl. dat mijn reisverzekeringtjemaatschappij ergens in die kleine F*&^%$king polislettertjes heeft staan dat ze in dat geval de schade niet vergoeden. Gewoon ffe de volgorde in gaten houden. Niks aan het handje. Kind kan de was doen. En de appel valt dan ook niet rot van de boom.
Vanochtend had ik enkele momenten van blijheid, lieve lezer. Twee om precies te zijn.
Momentje nummero 1: ik realiseerde me dat ik wakker werd in het prettigste hotel waarin ik tot nu toe heb verbleven. Een hotel met een binnentuin. 'Daar heb je toch geen ruk aan Gerrit, als je slaapt?' Neeh, lieve lezer dat weet ik ook wel. Maar het voorkomt wel dat er vlak bij je kamerdeur een touringcar om 3 uur 's ochtends - al een uur!! - staat warm te dieselen. En het voorkomt dat hij een keer of dertig op zijn claxon drukt teneinde zijn slaapdronken passagiers uit hunnnie bed te doen rollen. En zijn bus vol te krijgen. En het voorkomt dat ik daarna niet meer in slaap val. Zo ging het eergisteren. Dus. Hulde voor de hotels met een binnentuin.
De tweede blije gedachte kwam wel ietsje later. Eerlijk is eerlijk.
Gisteren openbaarde tijdens het fietsen een geluidje. Een kraakgeluidje. En ik ben niet gek op geluidjes. Zeker niet bij mijn fiets. In ons Hollandsche Holland en in de omgeving van Biddinghuizen - met een fietsenmaker bij de hand - kan het nog wel hebben. Maar zo ver van huis. Gekraak en gepiep. Dan houd ik er niet van. Nu had ik een redelijk vermoeden waar de kraak vandaan kwam en wat ik er moest doen. En daar had ik mijn gereedschap voor nodig. Het gereedschap dat altijd in dezelfde tas, op dezelfde plek ligt en dat zo lekker voor het grijpen ligt, dat ik zo pakken kan......
U begrijpt, rampspoed is aanstaande.
Toen ik gisteren in Kemesi aankwam, moe en wel, zou ik dat varkentje wel 's even gaan wassen. Maar potdomme, waar is dat gereedschap? En waar zijn al mijn reserveonderdelen? Waar is dat rode doorzichtige IKEA-tasje? Alles heb ik overhoop gegooid. Alles uitgepakt. Echter geen resultaat waarvan we nu 's even fijn de slingers gaan ophangen.
Wat een gekloot. Waar kan ik die spullen hebben laten liggen? In Addis, toen ik mijn fiets in elkaar sleutelde.....heb ik het daar op het grasveld laten liggen? Dat zal toch niet? Ik kan mezelf wel voor m'n kop slaan. T'is dat ik daar het gereedschap niet voor heb, anders?
Maar ja. Daaraan denken en mezelf slaan brengt me nu niet verder.
Ik moet een plan hebben. Want een lekke band - of nog erger - in the middle of nowhere kan me nu stevig in de problemen brengen. Kortom, met het mezelf verfoeien voor zoveel onzorgvuldigheid en het bedenken van een plan om de meest noodzakeijke onderdelen toch ergens in Ethiopie te verkrijgen viel ik onrustig in slaap. En net zo onrustig werd ik ook wakker.
Toch nog even met een slaapdronken kop alles nakijken en nazoeken. En verdomd.............. in dat ene tasje had ik kennelijk nog niet gekeken. Want ik steek mijn hand zo ver mogelijk in het kleine zijvakje en ......... YESSSSSSS!!!!!
Oh ja. Had ik Addis Abeba niet bedacht hoe handig het zou zijn om de gereedschappen en reserveonderdelen niet in dat ene gebruikelijke tasje te doen, maar deze reis in dat ene vakje. Verdikkie, ik maakte een vreugdesprong. Wat ben ik blij. Opgelucht ook. Want de meeste gereedschappen en onderdelen zijn van het nivootje: ESSENTIEEL. Die moet ik bij me hebben. Daar kan ik niet zonder.
'Wat een fijne ervaring.' En dan moet de fietsdag nog beginnen.
De eerste 30 kilometer zijn misschien wel de prettigste van deze hele reis. Het landschap is fraai, de uitzichten ook. En de mensen zijn allervriendelijkst. Ik stop regelmatig voor een praatje. Voor wat rust, wat ook weer een praatje betekend. En het wegdek gedraagt zich als een echte heer.
Al in het begin van de rit fiets in samenop met een leraar Engels. Hij verteld dat ie les geeft aan basischool leerlingen. Hij vindt het super om met mij op te rijden, want dan kan hij zijn Engels verbeteren. Hij zou de hele reis wel met me willen optrekken. Hij vind wat ik doe het voorbeeld van ultieme vrijheid. Dat gunt hij zijn leerlingen ook.
En dat verteld ie ze ook steeds. 'Studeer. Haal een diploma. Dat verschaft je vrijheid.' Hij gunt zijn leerlingen ook een studie in het buitenland. Dat liggen meer kansen. Waarop ik zeg dat ik hoop dat ze daarna wel terugkeren naar Ethiopie. Want dan kan Ethiopie de rijpe vruchten plukken van de geleerde koppen en hunnie opgedane kennis. Die kan Ethiopie goed gebruiken.
Na een kilometer of tien zijn we bij zijn school aangekomen. Bij het afscheid nemen fluistert ik hem nog in of hij misschien wellicht even kan aanpappen met zijn collegaatje Maatschappijleer. En als dat wil vlotten met dat aanpappen of hij dan wil vragen of die het onderwerp 'WAAROM IS HET TOCH ZO LEUK OM EEN IETWAT KALENDE MAAR TOCH VERDER GOEDBEDOELENDE HOLLANDSCHE WERELDFIETSER LASTIG TE VALLEN' op het lesrooster wil zetten.
En als die klas dan eenmaal overtuigd is dat een Hollandsche fietser lastig vallen misschien toch niet zo'n heel goed idee is, om er daarna een Nationale lesdag van te maken. Dat dan in het hele land het WERELDFIETSERS-MOET-JE-NIET-LASTIG-VALLEN-EVANGELIE- verkondigd wordt. 'Die religievorm heeft mijn zegen.' Dat zou mijn bijzonder plezieren. Dank. Mede namens alle fietsers die na mij Ethiopie gaan verkennen.
Alvorens ik met het klimwerk aanvang houd ik een fijne pauze bij eeneetstalletje. Behalve een bak thee serveren ze me ook een bord vers gesneden Papayas.
Met nieuwe Papaya-energie in de benen stap ik op. De laatste 20 kilometer gaat het gestaag. Ik moet van 1200 naar 1850 meter. Omhoog. Lijf en leden worden flink getest. Tegen drie uur kom ik aan in Kumbulchia. Daar stop ik. En ik ben niet de enige.
Vanaf Addis Abeba heeft de in aanleg zijnde spoorlijn me steeds vergezeld. Soms kruisten we elkaar. Maar meestal week ie niet van mijn linkerzijde. We zijn echte vriendjes geworden.
Deze spoorlijn wordt aangelegd door Japie Marcezie, een Turkse aannemer. Gedurende de 370 km die ik heb afgelegd, reden zijn trucks af en aan om materialen aan en af te voeren. Honderden trucks, opleggers en busjes hebben mij de afgelopen fietsweek gepasseerd. Naar ik heb begrepen dat de spoorlijn binnen 1 tot 5 jaar gereed moet zijn (lekker ruime marge). Maar dan kan de trein ook echt gaan rijden.
Kumbulchia zal het eindstation van deze trein gaan worden in de toekomst. Voor mij vandaag al. Voor 1 nachtje maar.
Morgen gaat de Gerrit-trein weer verder.
Etappe: Kemesi - Kumbulchia
Km: 55
Reacties
Reacties
geluk zit in een klein tasje gerrit
en wie weet komt er op deze manier een wereld: niet aan pappendag op onze kalender
geniet en papayase
Lekker op de bank met laptop en lapcat je verhalen lezen, fijn weer Gerrit! Van dat gereedschap, dat had Cor ook kunnen gebeuren zegt ie net. Mannendingetje?!
Mooie foto's en filmpjes nu ook, jammer van de tunnels &belhamels
En slecht plan, die nieuwe evangelie verkondigen! Met de zending is de witman- ellende juist begonnen
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}