Muiterstreken
Vanochtend hebben we ons tentenkamp opgebroken bij een zeer gastvrije familie. We duwen onze fietsen door het mulle zand richting de asfaltweg. In het bescheiden dorpje konden we flessen water en stokbrood kopen. En dat was voor de eerste 25 km voldoende om de fietskilometers goed te kunnen doorstaan.
We volgen een zeer avontuurlijke asfaltweg. Het avontuurlijke zit er ‘m omdat ie vol met gaten en kuilen zit. Het savannelandschap – waar het 8-9 maanden van het jaar kurkdroog is en waar lange grassen, struiken en her en der bomen groeien - is van een betoverende schoonheid. Evenals de ieniemienie dorpjes waar we door rijden. Een klein jongetje zet het op een brullen als ie ons – buitenaardse fietsende wezens – ziet.
En meisjes die gedroogde stront aan het verzamelen zijn -om vuur te kunnen maken om de couscous voor vanavond te kunnen bereiden – kijken ons ook met enig ongeloof aan. In deze streken zijn Westerse mensen een ware belevenis. Laat staan als die zich op een fiets voortbewegen.
Van tijd tot tijd stoppen we even. Even bijtanken. Even bijeten. En dan weer verder.
Toch zit het me niet lekker. Met die drie roepende knakkers nu al een kilometertje of drie zo kort op in onze achterwielen. Het word tijd dat we die gasten afschudden. Tijd voor een list. Mijn hersenpannetje maakt overuren. In de verte zie een een gebouw. En mensen. Daar ligt de oplossing! Ik zeg tegen Joan dat we daar naar toe fietsen. Zodra we het gebouw bereiken, knijpen we hard in de remmen en stoppen plots. Duwen de fietsen met kracht door het mulle zand naar de ingang van het gebouw. Onze achtervolgers verbouwereerd achterlatend.
We hebben geluk!
We zijn gestrand in het gemeentehuis van het plaatselijke dorpje. We worden hartelijk ontvangen en krijgen een rondleiding door het bescheiden gebouw. Via de algemene ruimte, het secretariaat belanden we op een leren bank in het kantoor van de burgemeester. Na het uitwisselen van beleefdheden en onze fietservaringen met deze burgervader nemen we afscheid.
Bij het naar buiten lopen van het gebouw zien we dat de drie muiters zijn vertrokken. Gelukkig! We kunnen onze weg veilig vervolgen.
Na een kilometer of 20 komen we op een kruising. Kruisingen van wegen zijn altijd fijn. Er is handel en – in dit geval – een benzinestation. En die heeft een koelkast. En in die koelkast staan koele drankjes en yoghurt. En de koelkastdeur kan open, en ……….. kortom: we eten onze buikjes rond.
We zetten koers naar Louga.
(.......met gevaar voor eigen leven - dit willen we niet onvermeld laten - hebben we deze foto gemaakt speciaal voor Ronaldo oetHattem......)
Louga is onze eindbestemming voor vandaag. Maar wat zien we daar? Tientallen aasgieren. Die zich tegoed doen aan een dode ezel. Geen fraai gezicht voor mensen met zwakke darmen of aanhangers van de Partij van de Dieren. Maar je kunt die aasgieren geen ongelijk geven dat ze dit buitenkansje aangrijpen om hunnie bevederde buikje ’s ff fijn rond te eten. Onze fotocamera’s maken overuren.
Tegen drieën en 62 kilometer achter ons latend rollen we Louga binnen. Wat zweterig, moe maar ook voldaan. We vinden snel een hotel met een vrij koele kamer.
Morgen gaan we naar Saint Louis. Daar zien we erg naar uit. Saint Louis staat op de Wereld Erfgoed Lijst en schijnt het bezichtigen meer dan waard te zijn. Door mijn ziekzijn in Gambia lopen we 1 dag achter op ons kilometerschema. Dat gaan we morgen compenseren. D.w.z: we gaan twee fietsdagen in 1 dag proppen. Dat betekend dat we veel kilometers gaan maken.
Dus nu eerst maar ’s even fijn bijeten met Senegalese Yassa - vis/kip met rijst en – met citroen gezuurde – uienmengsel.
Jammie de pammie!
Gerrit
Afstand: 62 km.
Reacties
Reacties
Goed gekapt op weg dus
Vervelende achtervolging dus, balen
Sterkte ? met de dubbele ? ? dag dan
Prachtig die vogels
Dank je Roel!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}