We draaien aan het einde van de middag de camping op van het nog niet helemaal uitgeslapen -met het slaapzand nog in de ogen - dorpje Kollemorten.
Ik heb al wat vragen in mijn hoofd die ik aan de dienstdoende receptioniste van deze camping wil stellen. Hoe laat begint het animatieprogramma? Doen er ook clowns mee? (Ik ben gek op
clowns...Joan haat clowns). Mogen mannen van enigszins gevorderdere leeftijd en kalend ook aan dat programma mee doen? Wat is de kortste route naar het subtropische zwemparadijs? En waar vind ik
de knuffelmuur om zo heerlijk aan vast te kunnen ‘koeken?’ En komt die 60 meter lange en kronkelende glijbaan daadwerkelijk in het 4 meter diepe bad uit. Of in het 30cm diepe kinderbadje.
Ik vind vooral dat laatste een vrij relevante vraag. Want dat soort informatie geven ze nooit als je bovenaan die FUCKING glijbaan staat. En eenmaal bovenaan is er vaak geen weg meer terug. Omdat
er een rij van daaro naar Tokio op de trap van de glijbaan staat.
Afijn.
Lieve lezer.
Eerlijk is eerlijk. De afgelopen fietsdagen blonken niet uit in landschappelijke schoonheid. Het had zelfs de kenmerken van enige saaiheid. We moesten al fietsend een beetje doorbijten en
doorknagen op de zure appel der eentonigheid.
De regen van de eerste dag, de stormwind tijdens de tweede en derde dag en de lage temperaturen (tijdens alle dagen) zullen een beetje debet zijn aan het wat teleurstellende gevoel. Zekers. Maar
toch.
Nadat we gisteren een heuse rustdag hadden ingelast bestegen we- na een fijn kukelukuuuu ontbijtje - vanochtend uitgerust en wel onze tweewielers. We vertrokken uit onze meest Noordelijk gelegen
bestemming van deze reis: Silkeborg.
Vanaf vandaag gaan we de Jutlandroute volgen. We bevinden ons namelijk op Jutland. En heel toevallig loopt daar een route. Dus de naam is op zichzelf beste goed gevonden. De Jutlandroute is een
fietsroute van 900 kilometer. En die loopt van Skagen (Noord Denemarken) naar ....eh.....Emmen.
Jah, ik kan kan er ook niets aan doen. Ze hadden voor Tokio kunnen kiezen. Parijs was een ook beste een passende eindbestemming geweest. Of New York. Of Biddinghuizen (om nog maar ‘s metropool te
noemen). Maar nee, Emmen dus.
Wij pakken de route op vanaf Silkeborg. En volgen ‘m dan ruim 600 kilometer. Vanaf het moment dat we op de route zitten wordt het meteen mooi. Een smal asfaltpaadje kronkelt door dennen- en
loofbossen. We zijn nagenoeg alleen. Het fietsen gaat super. Eigenlijk waren de voorgaande dagen een soort voorspel. Een aankondiging voor wat er nog zou komen.
Het aantal voorzieningen onderweg is - hoe zullen we dit zeggen - zeer beperkt. De Jutlandroute gaat over kleine paadjes en tracht zoveel mogelijk doorgaande wegen en dorpen en steden te
vermijden. En dat lukt heel aardig. Een nadeel is dat op deze route supermarkten dun gezaaid zijn.
Vandaag vonden we pas na - 46 kilometer fietsen - een eerste punt om onze voorraden aan te vullen. Eetgelegenheden zijn er helemaal niet onderwerp. Dus effe een bakje soep of zo weg knagen of een
lekkere hambørger weg slurpen, dat zit er niet in. Het is dus zaak om voldoende water en voer aan boord te hebben. Zoveel dat je de fietsdag goed door kan komen.
Het is inmiddels zomer geworden in Denemarken. We hebben de weergoden eens flink de waarheid verteld in een 1 op 1tje. En die zagen - na wat overredingskracht van onze zijde - zelf ook wel in dat
het zo niet verder kon.
De zon schijnt inmiddels overvloedig en de temperaturen zijn zeer aangenaam. De wind laat het ook nog ‘s afweten. We kweken zowaar iets van een fijn zomervakantie fietsgevoel.
Van tijd tot tijd worden we weggeleid van de asfaltweggetjes. En rijden we plots kilometers lang op gravelwegen. Heel mooi. Maar wel oppassen voor mogelijke valpartijen.
Vandaag hadden we te weinig proviand aan boord en dat maakte dat we de laatste kilometers wat op ons tandvlees reden. Een banaan, een appel en een energiereep is toch net even te weinig om tegen
de 50 kilometer weg te fietsen in het bepaald niet vlakke Denemarken.
Nu is ‘vlak’ een relatief begrip. Kijk, in vergelijking met de bergen in Pakistan is Denemarken zo glad als een biljartlaken. En als je Albanië als maatstaf neemt dan is Denemarken zo vlak als de
Flevopolder. Echter, als je de Flevopolder als maatstaf neemt, dan is Denemarken heuvelachtig. Flink heuvelachtig zelfs.
Die heuvels zijn nooit van het nivootje ‘ik-trap-me-helemaal-klem-en-buiten-adem. Maar het elke keer aanzetten voor de volgende molshoop gaat op den deur toch ietwat vermoeien. Vandaag gingen we
of naar beneden. Of omhoog. Maar echt veel echte vlakke meters hebben we niet gezien.
Het is 15.30 uur.
In de supermarkt van Kollemorten eten we flink bij. En vullen we onze voorraden aan. Eigenlijk vinden we het wel mooi voor vandaag. In het dorpje is een camping. En die vinden we snel.
De slap hangende vlaggen bij de ingang beloven veel. We draaien de oprit op en..........niets. Helemaal niets. Nou ja, niet helemaal niets. Er is een heeeeeeel groot grasveld. Er staan enkele
trekkershutten en er iets van een receptiegebouw. Onbemand. De eerste indruk is dat er hier nog wel een plekje is voor twee vermoeide fietser aus Holland. De tweede indruk is dat je hier niet
snel overlopen zult worden door hordes piepeltjes. En de derde indruk........tja, er is eigenlijk geen derde indruk.
In het receptiegebouw ligt een formulier. Die vullen we in. We douwen 200 Deense Kronen in een enveloppe. En klaar is de Deense køøshond.
Wij gaan het hier vanavond en vannacht wel rooien.
Gerrit
Zondag 29 augustus: rustdag
Maandag 30 augustus, fietsdag 5, 47 km.