Het is lekker vroeg wanneer ik m’n spulletjes weer bij elkaar raap en me opmaak voor een lekker lange rit.
Ik weet dat ik vandaag 40 kilometer moet klimmen. En dat ik daarna naar beneden zal zoeven. Dus die dagkilometers moeten haalbaar zijn.
En eerlijk gezegd moet dat ook wel een beetje want er zijn op deze route slechts in beperkte mate slaapvoorzieningen voorhanden. Ik heb in de woestijn 1 onderkomen kunnen vinden, en dat ligt dus op
- op de kop af - 78,5 kilometertjes van waar ik zal beginnen.
Ik volg nog steeds de Kings Highway (no. 35). Zelfs al ben je een expert in de verdwaalkunst. Verdwalen zal hier moeilijk gaan want d’r ‘s maar een grote doorgaande weg. Maar dat klinkt veel
somberder dan het in werkelijkheid is. De weg kronkelt en heuvelt door een adembenemend mooi landschap. Het is heerlijk fietsen!
Dat betekent wel dat er flink geklommen zal moeten worden. Want een landschap dat je naar adem doet happen, dat je de adem beneemt, dat je oh’s en ah’s doet uitroepen, dat landschap vraagt ook de
nodige inspanningen. “Dat zijn communicerende vaten”. (Ik dacht, ik gooi er ‘s een interessante quote in, krijgt die schrijverij van mij de o zo broodnodige diepgang).
Ik ploeter tegen heuvels en bergen op. Kom door dorpjes die bezig zijn om de slaap uit hunnie ogen te wrijven. Ondertussen moet ik goed wakker zijn want er kan hier maarzo een kameel de weg
oversteken.
Ik begreep ooit van iemand die in Saudie Arabië had gewerkt dat kamelen - in het verkeer - doodsoorzaak nummero 1 zijn in dat land. Dat zit zo. Wanneer een auto - met serieuze snelheid - tegen de
benen van een kameel aanrijdt, dan valt die kameel met zijn lichaam door de voorruit, en dien ten gevolge verpletterd hij bestuurder en bijrijder. Echt waar!!
Ik weet dat U - lieve lezer - er helegaar nie op zit te wachten. Maar ik heb twee tips voor u, mocht u ooit in een kamelen land gaan reizen:
Tip 1: ga op de achterbank zitten
Tip 2: neem een fiets, zonder voorruit
Zijn tips. Doe er uw voordeel mee.
Van tijd tot tijd moet ik in de remmen knijpen. Niet vanwege kamelen die naar de andere kant van de weg willen. Maar geiten en hunnie honden en begeleiders.
De weg heuvelt. Het landschap heeft desolate trekjes. Er is maar weinig verkeer. Af en toe passeert er wat. Twee jonge (ik denk Nederlandse vrouwen) die in een huurauto rijden en mij zien fietsen,
minderen vaart. Ze vragen of ik OK ben, of ik water genoeg heb en of ik een energiereep wil. Ik ontken alles. We groeten, glimlachen en zwaaien. Ze rijden door.
Wat ongelofelijk lief!
Na 42 kilometer klimmen (i.p.v. de vooraf bedachte 30….) begin ik de benen te voelen. Ik ben sterk. Ik klim goed. Maar het energielevel begint iets te dalen. Ik spreek met mezelf af dat ik die
volgende heuvel nog neem. En dat ik op de top ervan mijn witte kleffe broodjes ga besmeren met chocopasta. En die daar ‘s lekker ga oppeuzelen. Flinke kerel die me daarvan afhoudt. Die moet van
goede huize komen.
Boven gekomen zie ik een gebouwtje staan. Zet koers naar het bouwwerk. Treed er binnen. Ze blijken bereid om - ondanks de Ramadan - een lunch voor me te
bereiden. De broodjes en chocopasta houd ik tegoed voor later.
Met een goed gevulde maag trek ik verder.
Ik daal nog een stukje en dat komt het moment van afscheid nemen. Ik ben er niet goed in, dat afscheid nemen. Zeker niet als het onverwachts is.
En dat is het nu een beetje. Maar de Kings Highway komt hier tot een eind. Ik sla rechtsaf. De 15 op.
De 15 is de Dessert Highway. De King is dus qua naam getransformeerd in Dessert. Echter niet alleen in naam.
Er veranderen drie dingen:
Nummero uno: Het landschap verandert van het ene op het andere in een woestijn (de naam Dessert Highway lijkt dan ook vrij goed gekozen……).
Nummero two: De weg is poepie druk (vrachtauto’s en toeristenbussen doen een wedstrijdje wie het eerst een Hollandsche fietser van de sokken kan
rijden…).
Nummero Trie: Het wegdek verkeert in belabberde staat.
O ja, er is nog een vierde ding dat niet onderbelicht mag blijven: ik ga flink en langdurig dalen (dat is fietsen zonder te hoeven trappen….).
Als er nu nog iemand zegt dat ik niet veranderingsbereid ben……..
Het desolate, lege, nietsige bevalt me. Vooral in combinatie met de hoge temperaturen. Ik geniet. Heb genoeg eten en drinken aan boord. Voel me goed.
En dan zijn we nu aangekomen op een punt van dit verhaal waar ik graag uw gewaardeerde en inlevende- en voelende aandacht vraag.
Het is 16.30 uur (ben om 8.00 uur begonnen) wanneer ik aankom nabij het plaatsje Al-Quwayrah. Daar heb ik een onderkomen geboekt in een soort kamp. Dat
kamp ligt in de woestijn. En de weg er naar toe staat niet aangeven op Maps.
Ik denk dat de Google-chauffeur heeft gedacht toen ie met z’n loserige camera-autootje voor die zandbak stond: daar begin ik mooi niet aan. Bangerik!
Kan zijn dat ie als kind een traumaatje had van het in de zandbak spelen. Zou kunnen. Dat als ie dan weer een zandtaartje had gebakken, en ie er de tanden inzette, het ding niet te vreten bleek.
Zelfs niet nadat ie er aardbeienconfiture op smeerde. Of er een klodder spuitbus slagroom opspoot. En het toen nog niet smaakte.
Of dat ie aan de kust een mooie toren aan het bouwen was, en toen het ding bijna af was (hij moest nog 1 vormpje…..), dat toen de golven de bijna affe toren aan snot spoelden. Weg toren. Al het
werk voor niets.
Kan allemaal. Maar hoe dan ook. MAPS laat geen weg zien en brengt me niet tot bij het kamp. En contact leggen met de eigenaar lukt niet. En om nu maar zo de woestijn in te karren zonder navigatie
en richting idee…….
Mm…..het +veertig graden. Ik heb er 78,5 kilometer opzitten. De woestijnwind waait me om de oren. Mij kiezen knarsen van het woestijnzand (zand schuurt de maag maar toch…..). De fietsketting
schuurt de tandwielen. Het zand vindt zijn weg tussen mijn eczeem-achtige kalknagel tenen, druk verkeer raast langs me heen. Kortom: het is wel een beetje mooi geweest.
Maar wat te doen?! Er zijn geen andere overnachting opties voorhanden
Na wat heen en weer gefiets (4 km heen, 4 km terug, gebel, gsms, 2 km heen, 2 km terug) komt de eigenaar van het kamp dan toch opdagen.
En nu begint het echte verhaal.
De man toont zich een hork. Een onbehouwen, onbeschofte en echt onvriendelijk schepsel des Heeren. Waarvan ik heel graag aan dezelfde lieve heer zou willen vragen met welk maandagochtendhumeur deze
man aan de Wereld is toevertrouwd. En als onze Lieve Heer almachtig is, als ie dat echt is, had ie dan niet even - toen dit misbaksel zich aandiende - kunnen regelen dat ie de afslag naar de HEL
had kunnen nemen. Daar kom ik ‘m vermoedelijk en naar alle waarschijnlijkheid later wel weer tegen, maar nu nog niet.
Had van mij gemogen. Die afslag.
De ontvangst is eh……ronduit bars en onvriendelijk. Hij met z’n auto vooruit. Ik op me fiets achter hem aan. Door het mulle woestijnzand. Na 4,5 kilometer zandploegen komen we aan in het kamp.
Een welkom is er niet bij. Hij gaat op een matras liggen. Ik laad m’n fiets af.
Er blijken nog 5 andere mensen in het kamp te verblijven. Die zeggen dat ze uit Israël komen. Maar ik hoor en zie dat het Russen zijn. Ik verdenk ze ervan dat ze daar niet voor willen uitkomen. Zou
iets met de oorlog te maken kunnen hebben….
Waar ben ik in Gods Heeren naam terecht gekomen?!
Het wordt een surrealistisch gebeuren. Waarvan ik niet precies weet in welke film ik terecht gekomen ben. Is het zo’n komedie waarvan je na 5 minuten het lachen reeds vergaat? Is het een horrorfilm
waarvan je de helft niet ziet omdat je met je ogen dicht zit te kijken? Of is het best wel ingewikkelde detective die je wel afkijkt, en waarvan je vriendin dan zegt: “die was goed he?!”. En dat
jij zegt:”Ja heel goed”, maar dat je er geen bal van begrepen heb (heb ik heel vaak… ja lach maar …heb ‘t zelf maar ‘s).
Het is aan de lieve Anja (zijn vriendin of vrouw) - van Siberische afkomst - te danken dat er nog wat warmte en liefde het kamp binnenstroomt. Ze neemt me mee naar een uitzichtplek waar we de
zonsondergang in de woestijn van Wadi Rum kunnen aanschouwen.
Nadat we terugkeren naar het kamp begint de terreur weer. De man schreeuwt. Is ongelofelijk luidruchtig in z’n hele doen en laten. En is eh……laat ik het zo zeggen…….nogal AANWEZIG en BAZIG. Bemoeit
zich overal mee. Voert bevelen uit. En wil invloed uitoefenen op alles.
Des s’ avonds wil ik nog wat lezen als hij mij beveelt om mijn hoofdlampje uit te doen…….. Ondertussen tonen de Israëlische Russen niet bepaald hunnie meest sociale kant.
Weet U. Ik heb een vrij lang elastiek. Ook in de woestijn. Maar na meer dan 80 kilometer fietsen in 40 graden C is de Wiegert Ketelapperkoek wel een keer op. Laat ik ‘t zo samenvatten: er hoeft op
mijn eerstvolgende verjaardag geen extra gebakje besteld te worden voor deze woestijnknakker.
U heeft een beeld lieve lezer.
Ik ga naar bed. Waar m’n voeten en enkels - als waren het buitenboord voet-enkels door de bedspijlen - een flink eind naar buiten steken. Ik luister nog even naar Radio 1, naar het live
wedstrijdverslag van Feyenoord (waanzinnig dat dat kan zo in de woestijn).
En hoop dat ik deze surrealistische situatie snel om kan zetten in iets van slaap.
Gerrit