De Lustige Reiziger

The End

Lieve U.

Het zit er op.

Ik ben dankbaar en super gelukkig dat ik deze reis heb kunnen en mogen maken. En dat ik `m ook helemaal heb kunnen voltooien. Het is fijn om te merken dat ik voldoende gezond en fit (mentaal en fysiek) genoeg ben om een dergelijke onderneming tot een goed einde te kunnen brengen. Er kan best veel mis gaan, en gelukkig is niets van wat je daarvan bedenken kan gebeurd.

Wat fijn dat u weer zo driftig heeft meegelezen. Ik kan u bijna niet zeggen hoe leuk dat is. En hoeveel ernergie dat geeft om bijna dagelijks weer een nieuw verhaal te produceren. En te weten dat je niet helemaal alleen op je fietsje zit. Dank. Dank. Dank.

Ik ben begonnen in Agadir en ben toen landinwaarts gegaan. Daarna langs de kust naar het zuiden. Toen weer landinwaarts. Teruggeblazen naar het zuiden, door de koude en harde wind. Over een geweldige hete Desertroad langs de Algerijnse grens gefietst. En toen diagnaal, door de Draa Vallei en het Hoge Atlas Gebergte richting Marakesch.

De landschappen die ik aan me voorbij heb zien trekken. Waar ik doorheen heb mogen koersen. Die zich speciaal voor mij hadden opgedoft. Die dus. Die waren van een oogverblindende schoonheid. Ik hoop dat de foto`s een ietsje van de schoonheid hebben weergegeven. Voor mijn was het voluit genieten. Met een grote glimlach. Elke dag weer.

Ik ben deze reis veel onderweg geweest. En heb wel eens een bezienswaardigheidje links of rechts laten liggen. Ik wilde gewoonweg veel on te road zijn. Veel de trappers rondmalen . Steeds weer nieuwe weggetjes ontdekken. Nieuwe landschappen zien. Nieuwsgierig wat er achter de volgende heuvel of berg weer te zien zou zijn. En mensen ontmoeten. Daardoor heb ik wat musea en andersoortig vermaak aan me voorbij laten gaan.

De reis was zwaar. Fietsen in het Zuiden van Marokko is niet voor watjes. Dat mag ik zeggen. Er is op enkele dagen na geen meter vlak asfalt te vinden. Het is continu werken geblazen.

Ronduit geluk heb ik gehad met het weer.

Ik fietste in de Marokaanse winter. En was op voorhand ietsje beducht of het wel warm genoeg zou zijn. Ja dus. Op enkele dagen na schommelden de temperaturen tussen de 22 en 32 graden. Geen druppeltje regen. De zon scheen nagenoeg altijd. Temperaturen lagen 6-8 graden boven normaal. En toch, het is bijna niet te geloven, er was er altijd iets van een koude waas om me heen. En dat merkte is pas goed als mijn bezwete lijf tot stilstand kwam. Iemand zei. Marokko is een koud land met een warme zon.

Ik heb u al bedankt. Maar er zijn er nog meer die ik graag wil bedanken.

Mijn vader en moeder bijvoorbeeld. Als die (bijna) 51 jaar geleden niet hadden bedacht een vrolijk momentje met z`n tweeen te willen beleven, dan had ik deze reis voorwaar nooit kunnen maken. Dank.

Ook een erg groot BEDANKT aan mijn werkgever die me in staat stelt om van tijd tot tijd een tijdje te gaan fietsen. Misschien zijn ze zelfs wel blij dat ze me een tijdje kwijt zijn (ik moet er `s naar informeren). Maar hoe dank ook. Wat geweldig fijn dat dat kan.

De firma Ferrero Roche. Die wil ik ook graag bedanken. Fabrikant van die overheerlijke delicatesse. Die verslaving in de hand werekende bruine smurrie. Dat spulletje waardoor ik graag een grammetje of 350 meer aan m`n fiets heb hangen. En alle heuvels en bergen over sleur. En die concessie mijnerzijds doe ik graag. Die me er op moeilijke momenten doorheen heeft getrokken. Ga door met het maken van die overheerlijke poepkleurige pasta . En houdt dat vol in elk geval totdat ik het loodje leg. Daarna moeten jullie maar zien wat je doet. Dank

Ook wil ook een paar niet bedankjes doen.

Aan de wind. `Waarom moest je de hele reis recht in m`n snufferd blazen?` Dat was niet volgens afspraak. En ook de vele moudhaizins die me elke ochtend om 5.00 uur met hun eerste gebedsoproep (Salat el Fadjr)hebben wakker getoeterd. Wil ik niet bedanken. `Geloven` is wat mij betreft een puur persoonlijke zaak`. En ondanks mijn dappere pogingen hen hiervan te overtuigen moet ik u helaas meedelen dat dat niet is gelukt.

Waar ik me een weg in heb moeten weten te vinden is hoe om te gaan met bedelende kinderen en volwassenen. In sommige streken was het erger dan in andere. Maar toch zeker een keer of duizend is me deze reis gevraagd om een pen (stilho), een snoepje (bon-bon) of een Dirham (geld).

Omdat ik niet het beeld wilde bevestigen en-of versterken dat elke blanke een wandelende (of in mijn geval fietsende) cadeau- of geldmachine is waar je zo wat kan uittrekken, ben ik er nooit op ingegaan. Maar ik heb me wel een houding moeten aanmeten om dit steeds rustig en kalm mede te delen.

Deze hele reis is ook bedoeld om mijn interne kompas te controleren en te herijken. Noem het maar bijvangst. Het is goed en belangrijk voor mij om me van tijd tot tijd even terug te kunnen trekken en na te denken of ik (nog) de juiste dingen doe. Nog aan de juiste touwtjes trek. Of ik nog op iets van een koers lig. En dat heb ik mooi onder het fietsen door kunnen doen.

Dit land wordt door ruim 33 miljoen inwoners bevolkt. Ondanks dat ik niet in staat was om met hen allemaal persoonlijk kennis te maken, kan ik zeggen dat het een hartelijk, gastvrij, warm en eerlijk volk is Ik realisseer me dat ik al generaliserend grote woorden spreek. Maar dit is mijn conclusie op basis van 7 weken Marokko. Het was geweldig om met een aantal van hen te spreken en nader kennis met hen te maken.

Het is ook een volk dat worstelt. Met droogte. Corruptie. En met armoede.

Toen ik halverwege mijn reis (in het zuiden langs de Algerijnse grens) in een dorpje kwam. En behoefte had aan alles. Maar op een flesje cola na, er niets was. Liep ik het leemhutten dorpje in. En zag welke een onwaarschijnlijke aromoede er heerste. Het was verzengend heet. Ik at mijn boterham en dronk mijn cola in de nabijheid van de plaatselijke vuilnisbelt. De geur van rottend afval kreeg ik er als toetje bij. Troostelozer kun je het bijna niet krijgen.

Eigenlijk werd ik ietwat triestig van alles wat ik zag. Ik liep nog wat rond. En plots hoorde ik uit een lemen gebouw, kinderstemmetjes. Woordjes nazeggen die de meester voorzei. En dat horende, dat gegeven, dat gaf mij weer hoop. Meesters die les geven. Elke dag. Kinderen die onderwijs krijgen. Elke dag. Moeders die aan een hek staan om hun kroost op te halen. Elke dag weer.

`Verschillen we in essentie eigenlijk zoveel van elkaar?`

Volgens mij zitten we allemaal, waar ook ter Wereld, in hetzelfde levensschuitje. Onze schuitjes zijn verschillend. Sommige blinken wat meer. Anderen zijn wat doffer. De vormen verschillen van elkaar. En de ene vaart wat sneller dan de andere. Maar de meesten van ons willen allemaal dezelfde kant met hun bootje (uitgezonderd enkele zeezieke figuren die ons met bommen en granaten willen dwingen om van koers te veranderen).

Dat is wat ik op mijn fietsreizen ervaar en wat het me leert. Iedereen is op zoek naar liefde en geluk in het ons korte gegeven leventje dat we leven. Volgens mij moeten we gewoon koers houden. Aan onze geluks-roeispanen blijven trekken. En dapper doorvaren. Met z`n allen.

Tot een volgende fietsreis!

Gerrit Pleijter

Marakesch, Marokko

Ohhhhhhhhhhhhhhhhhh..... bijna vergeten: u heeft het smerigste toilet van deze reis nog van mij tegoed. De onbetwitste winnaar! ENHIERISTIEDAN:

Hij is niet helemaal scherp, dat wilde ik u niet aan doen…….

Dit verhaal is gemarkeerd als spam en is daarom niet zichtbaar voor bezoekers.

Djemaa el Fna

Met een flinke afdaling begon de rit vanochtend.

Het is nog 60 kilometer naar Marakesch. Het zou zomaar `s de laatste rit van deze Marokko-tour kunnen worden. Ik heb mezelf beloofd het rustig aan te doen. Niet te haasten. Niet te stressen. Een dagje later in Marakesch aankomen zal de stad vermoedelijk alleen maar goed doen. Die ziet namelijk als een berg tegen mijn komst op. Dat wordt gefluisterd. Heb ik van horen zeggen.

Ik ontbijt bij een tankstation langs de N9. En vervolg daarna mijn weg. Die verloopt easy en gemakkelijk. Het gaat naar beneden. En als het dat niet doet, dan is de weg vlak. De N9 is een belangrijke toevoerroute vanuit het zuiden richting Marakesch. De weg is matig druk. Maar dan toch zover ook wel het goede nieuws. Er is vrachtverkeer. En er wordt knetterhard gereden. En ik moet echt goed opletten dat ze me niet van de sokken sjeesen.

Na twee uurtjes fietsen neem ik een break.

Precies op een punt waar ik (o jee Gerrit) nog een kleine omweg kan maken. Die me op een veel mooiere en manier naar Marakesch zal brengen. Ik kijk de weg af. Zie op de achtergrond de besneeuwde toppen van het Hoge Atlas Gebergte. En heb de knoop in mijn hoofd al doorgehakt. Deze weg ga ik doen. Dan maar wat later in Marakesch.

De weg is breed. Redelijk vlak. Alleen de wind is tegen. Na 15 kilometer houd ik een rust- en eetpauze in een sfeervolle theetuin. Nadat mijn maag gevuld is stap ik op en ga rechtsaf. Noordwaarts. Deze weg gaat onvermijdelijk naar Marakesch. Ik kan nu niet meer terug. En dat hoeft ook niet meer. Het is mooi zo.

De kilometerpaaltjes tellen kilometer voor kilometer af. Ik kom steeds dichter bij mijn einddoel. Ik passeer wat olijfboomgaarden. Redelijk wat zwerfvuil. Ik zie wat schooljeugd rondhangen. De meisjes kijken bij elkaar in de schoolboeken. En zijn verliefd op hunnie mobiel te wezen. De jongens hangen te hangen. De bouw van nieuwe blokkendozen van huizen trekt mijn aandacht. Ik kom steeds dichterbij mijn einddoel.

En dan opeens. Opeens is het dan zover.

Ondanks dat ik er wel op voorbereid bent, komt de drukte en chaos van de stad toch weer als een bom mijn hersenpan binnenvallen. Het ene moment fiets je nog rustigjes op een landweggetje. En knal, pats, boem. Opeens sta ik voor een verkeerslicht (in weken niet gebeurd). En daarna is het gekkenhuis. Het gekkenhuis dat Marakesch heet.

Ik baan me een weg door het drukke stadsverkeer en kies op goed geluk een richting. Die met net zoveel geluk te juiste blijkt te zijn. Deze richting voert me nl richting de Medina (het oude en ommuurde deel van de stad). Ik fiets via een hoefijzer vormige poort naar binnen. De vorm van een hoefijzer zie je vaker in Marokko. Bij entree`s.

Het is de bedoeling dat je iets bukt. En je hoofd naar beneden knikt. Uit respect voor degene die je bezoekt. Van enig respect lijkt hier geen sprake. Hier knikt niemand als ie de poort onderdoor gaat. Iedereen wil alleen maar zo snel mogelijk naar binnen sjeesen. Het liefst allemaal tegelijk. Ik voeg me bij deze mierenhoop van brommers, auto`s en wandelaars.

Ik heb m`n zinnen gezet om te fietsen naar het hart van de oude stad. Het centrale plein. Het Djemaa el Fna plein. En dat is niet zomaar een pleintje. De Unesco verklaarde dit plein in 2001 tot `A Masterpiece of World Heritage`. En dat Masterpiece wil ik natuurijk wel `s met mijn eigen oogjes zien en beleven. Dat begrijpt u zeker te weten wel!

Na wat wend en keerwerk kom ik in een hele smalle steeg. Met winkeltjes, eettentjes, kappers en wierookgeuren. En hard scheurende brommertjes. Een onwaarschijnlijk gekken-en geuren- en kleurenhuis. Mij is verteld dat aan het einde van deze steeg ik het Djemaa el Fna plein op zal rijden. Aan deze steeg lijkt maar geen eind te komen. Het is druk. En ik moet geweldig goed opletten. Om wel heelhuids uit deze mierenhoop en kluwen van mens en dier tevoorschijn te komen. Aan de steeg lijkt geen eind te komen. En blijkt wel een kilometer lang te zijn.

Maar dan. Dan gebeurd het uiteindelijk toch. Ik beland op het beroemde Djemaa el Fna plein.

Het plein is eigenlijk geen echt plein.

Het heeft de vorm van een trapezium. Met daaraan nog een kleiner trapeziumvormig pleintje vastgeplakt. Met drieseconden lijm denk ik. Het plein wordt omringd door geweldig lelijke gebouwen. Ik kan er geen fijnere omschrijving van geven. Met op die lelijke gebouwen een grote hoeveelheid TV-ontvangst schotels. De verharding is een ratjetoe van klinkerwerk. Neeh. Echt geweldig kan ik dit nu allemaal niet noemen. Om nu te zeggen dat het City Centre van Biddinghuizen nu meteen kan wedijveren met dit plein, dat gaat wellicht iets te ver. Echter, er scheelt niet veel aan.

Mijn oog valt vrijwel meteen op het recentelijk weer opgebouwde Argana restaurant. Dat opbouwen was noodzakelijk. Want in april 2011 blies een tot hippie verklede Islamitische fundamentalist zich in dit restaurant op. Zeventien mensen (waaronder veel toeristen) kwamen hierbij om het leven.

Hebben die Unesco-jongens en meisje dan zitten slapen toen ze dit plein (ik noem het toch maar zo) zo hoog waardeerden, zult u zich wellicht afvragen? Nou nee lieve lezer. Ze hebben het plein niet gewaardeerd om hoe het er uit ziet. Maar vanwege het nogal ongebruikelijke, opzwepende straattheater dat er 365 dagen per jaar plaatsvind.

Om mij heen hoor ik wat getrommel. Wat getoeter uit een soort klarinet. Een man loopt rond met een aapje (incl pamper, hoedje, zonnebril, halsband en ketting, waar is de Partij voor de Dieren als je ze echt nodig hebt). Een slangenbezweerder doet z`n slangenbezeerderskunstje. De eet- en jus d orange tentjes worden opgebouwd. En er zitten wat mensen onder parasols (de zon schijnt hier onbarmhartig hard) hun kunstje te doen. En dit alles is nog maar een voorproefje wat zich later in de avond en nacht zal afspelen hier. Zo is mij beloofd. Eerlijk gezegd is mijn eerste indruk dat het geheel een voor toeristen opgeleukte kermisattractie is. Maar we gaan het zien.

Tja. Waar moet ik m`n fiets nu neerzetten? Een echt fijne achtergrond is er niet. De Eifeltoren is even niet in de buurt. De Tower Bridge is even niet voorhanden. Het Paleis op de Dam heeft een dagje vrijaf. De Bavo van Haarlem was ook fijn geweest. Of een willekeurige woonwijk in Biddinghuizen. Desnoods. Jammer is t wel. Anders had ik een van die `schone` gebouwen mooi als achtergrond kunnen gebruiken.

Ik plant `m maar ergens willekeurig neer. Ergens midden op het plein. Schiet een toerist aan. En die maakt deze foto:

Ik kan het nog nauwelijks geloven. Het is raar. Erg raar. Maar wel waar. De Marokko-tour 2015-2016 is hiermee tot een einde gekomen.

Ik heb `t geflikt!

Etappe: Ait Barka - Marakesch

Tichka

Het is 8.00 uur des ochtends. En alles is nog goed.

Mijn fietsje staat gepakt en gezakt. Klaar.Te trappelen van ongeduld. Ready for some action. De ketting gesmeerd (die krijgt elke dag 3 druppeltjes olie, is ie gek op). De kilometerteller weer op nul (vind ie ook fijn, want hij heeft de lagere school ternauwernood afegrond en kan makkelijk tot 100 tellen, daarna wordt `t lastig). Het zadel ietsje bijgesteld (want ik heb een iets onwillige bilspier). De stuurhendels opnieuw afgesteld (want mijn meest rechterpink vertoond al een tijdje uitvalverschijnselen). De remblokken gecheckt (kom ik later op terug, doorlezen dus). Kortom, niets staat `m in de weg om op weg te gaan. Qua weg dan.

Maar helemaal weg kan ie nog niet. Zijn berijder heeft vooralsnog eventjes andere plannen. Want na een echt Berberontbijt (Thee, heeeeel veel thee, met heeeeeel veel suiker, wit brood met jam en honing en een gebakken ei met tomaat en wat komijn) ga ik op pad. Naar DE trekpleister (of DA, of Kruidvat, kies uw eigenste favoriete drogisterijketen maar uit) van het dorpje Telouet: de Glaoui Kasbah.

Nou ja, op pad. Ik moet een smalle drooggevallen rivier oversteken. Een smal paadje volgen. En binnen 5 minuten sta ik voor de toegangspoort van de Kasbah. Daarvoor hoef je je complete wandeluitrusting niet voor uit de kast te halen.

Er is geen toerist te bekennen. Maar dat maak ik (op een enkele uitzondering na) mijn hele reis al mee. De bewaker van het hele spulletje ligt nog te slapen. Hij wordt gewekt door mijn aanwezigheid. Ik begroet `m. Betaal `m 20 Dirham. En ik mag naar binnen.

Deze Kasbah is stevig in verval. Echter de 2e verdieping is deels gerestaureerd. Driehonderd man hebben aan de wanden en plafonds gewerkt. Het ziet er fantastisch en indrukwekkend mooi uit. Helaas staan ramen en deuren dag en nacht open. En hebben vogels en weersinvloeden vrij spel. Op de hele Kasbah.

Maar ook op dit gerestaureerde deel. En dat is toch zonde van het vele werk en de onvermijdelijk hoge investeringen. Ik sukkel er een half uurtje rond. Verwonder me. Geniet van het prachtige uitzicht. Wens de Kasbah alle geluk van de wereld. En besluit de aftocht te blazen.

Want ik heb een geweldige (zware) fietsdag voor de boeg.

Ik mag nog 25 kilometer door de Ounilla Vallei fietsen. En dat is geen strafwerk maken. Niet in de hoek staan. Niet na het vierde uur terugkomen. Niet de tafel van honderd, honderd keer opschrijven. Integendeel. In de Ounilla Vallei blijf je graag een uurtje na. Zo mooi is het.

Het fietsen valt me zwaar. Dat komt omdat ik aansluiting zoek op de N9 die me naar Marrakesch zal voeren. En die N9 ligt op ruim 2200 meter hoogte te liggen. U begrijpt: er moet geklommen worden. En er zal geklomen worden.

Na anderhalf uur fietsen zie ik een blanke vrouw in de tuin werken. Ik spreek haar aan. En ze nodigt me uit voor (de onvermijdelijke) kop thee (het wordt hier ook wel Marokaanse Wishky genoemd). Ze is afkomstig uit Frankrijk. Gaf daar les op een school. Kwam in 2010 met een groepsreis naar Marokko. Ontmoette daar een Marokaanse man. Ze werden verliefd. Zij gaf haar baan en relatie op. Emigreerde naar Marokko. Waar ze samen met haar, inmiddels, man een sfeervolle B&B runnen. Succesvol zover ik dat kan beoordelen.

We kletsen over van alles. Maar vooral over tuinieren. En dan met name over de medicinale werking en toepassing van kruiden. Ik mag daar een klein beetje verstand van hebben en kan er wel een ietsje over verhalen. Ze vind het lastig om compost te maken. En ze kent ook niet alle namen van alle kruiden die ze in de tuin heeft staan. Ik help haar een handje. En schrijf wat namen voor haar op. We wisselen onze contactgegevens uit en dan moet ik echt weer verder. Want ik heb nog bergen werk te verzetten vandaag. Letterlijk en figuurlijk!

De laatste negen kilometer brengen me naar grote hoogten. Wat ben ik blij dat ik de N9 in het vizier heb. Ik ben behoorlijk aan het einde van mijn Marokaanse latijn als ik de N9 opdraai. Ik wil het vieren. Door eerst even uit te hijgen. En daarna een hele dure fles champagne (incl glimmende ijzeren cooler) die in de hele reis met me mee heb gezeuld, te ontkurken. En in 1 teug leeg te drinken. Maar beide wordt voorkomen door een souvenirverkoper in eigenste persoon, die mij al vanuit het dal zag aankomen ruipen. En die nu zijn kans schoon ziet.

Hij laat me niet uithijgen. Integendeel. Ik ben nog niet boven of het begint aan me te trekken. Where do yoe kom from? (zo beginnen ze altijd). How are you? Ze vertaan de kunst om eerst contact te maken. En dan met hun fantastische verkoopvoorstel te komen. Meestal maak ik geen oogcontact. En negeer deze mannen. Ik kan toch niets kopen. Ik heb heb meer dan genoeg aan m`n fiets hangen.

Ik moet van alles van `m kopen. Special price. Only for you. Where do you come from? Ik zeg `m dat ik uit fietswegiestan kom. En ik heb ook een eigen totaal onverstaanbare taal ontwikkeld. En spreek die uit. En dat zet ze vaak op het verkeerde been.

Echter deze man behoort tot het corps van de doorzetters.

Ik probeer `m af te leiden en te verleiden met mijn lekkere champagne. Echter. Hij blijft maar aandringen. En speelt op m`n gevoel: `I have three childeren`. I`am a poor lonesome cowboy`. Ja dat zal allemaal wel vriend: maar ik ben het het een beetje zat. Ik ben moe. Mijn bovenbenen doen pijn. M`n kleren plakken nat aan mijn lijf. Mijn gezicht staat strak van de zon. En ik wil gewoon even vieren dat ik die geweldige vallei heb gezien en bedwongen. En los van dit alles: ik wil helemaal niets kopen.

En voor het eerst deze reis ben ik geweldig kortaf. Bij het bozige af. Moet je altijd zien te voorkomen. Maar helaas. Het tis zo. De man druipt af met geweldige teksten als dat ik niet van Marokanen houd, en niet van z`n kinderen. Ok, dat eerste is niet waar. Echter dat laatste zou best wel `s kunnen kloppen. In het geval het net van die drie ettertjes zijn gelijk hun vader. Dan zijn t behoorlijke kutkinderen. En nu opzouten.

Excuses, lieve lezer. U begrijpt, ik verloor even mijn zelfbeheersing. Als boetedoening heb ik al mijn fietstassen boven het ravijn geleegd En alsnog zijn hele voorraad meuk opgekocht. Ik ben die overigens voornemens op 28 april as op kofferbakrommelmarkt in Biddinghuizen te koop aan te bieden. Voor een prikkie. Special Price. Only for you. Ik reken op uw komst. En neem genoeg geld mee. Want ik ben op een haar na blut na deze diepte-investering.

Als beloning voor het bedwingen van de vallei eet ik alsnog mijn lekkere brood gevuld met vis uit blik. De Champagne kon ik zo snel niet vinden. Had ik kennelijk onderweg al ergens naar binnen gewerkt. Ik dacht al: wat slingeren die wegen toch.........

De bergachtige valleiweg heeft me tot 4 kilometer onder de top van de Tizi (col) n Tichka gebracht. En die is op z`n top 2260 meter hoog. Ik herhaal dit even: 2260 meter hoog. En ik kan u zeggen dat je dat sneller opschrijft dan dat je daar eventjes tegen op fietst.

De N9 klimt wat gelijkmatiger dan de bergachtige valleiweg. Ik fiets die laatste 4 kilometer dan ook met gemak naar de top. Dat moet gevierd worden. Maar ook hier zitten die dekselse souvenirsverkopers me danig in de weg. Als ze doorhebben dat ik niets van hen koop verhinderen ze me om DE topfoto te maken. Fuck. Ik fiets naar net iets onder de top en daar kauw in de rest van mijn blikvisbrood op. En beraad me.

Ik wil verdorie wel een foto!!

Gelukkig brengt een touringcar met Chinese toeristen de oplossing. Ik vraag aan een van hen of zij de foto willen maken. En zie hier het resultaat:

Tot hier gaat alles nog goed.

Meer dan goed zelfs. Ik verlaat de top van de Tizi n Tichka. En dat brengt me (voor mij ook verrassend) de langste en de meest spectaculaire afdaling die ik ooit heb mogen doen. Ruim 30 kilometer hoef ik geen trap te doen. Wat ik vooral wel moet doen ik goed sturen (de wind waait op deze hoogten verradelijk hard en vlagerig). En ik moet dan ook met beleid in de remmen knijpen (en wat hoop ik dat mijn hydraulische remsysteem het nu niet begeeft, want dan is `t wel gebeurd met lieve zoete ravijn-Gerritje en kunt u binnenkort gevulde koek eten, bij mij geen cake op de begrafenis, dan weet u dit vast, een gevulde koek met een pinda in het middden en de randjes licht uitgedroogd, sorry voor de cake liefhebbers). Ik doe het rustig aan. En ga niet als een gek naar beneden. Ik ben het leven nog lang niet moe. En ik hoop ooit nog `s een fijn reisje te maken.

Ik merk dat nek, schouders en handen krampverschijnselen vertonen. Ik stop zo af en toe. En maak wat foto`s. Waarbij ik me goed staande moet houden. Want de wind wil me met alle plezier het ravijn in waaien. Doet ze niet moeilijk over. Het is een onwaarschijnlijk (lange) afdaling. De enige dissonant is dat er over die 30 kilometer op verschillende plaatsen aan de weg gewerkt wordt. Waardoor de fijne afdaling noodgedwongen onderbroken wordt.

Tot zover nog niet zoveel aan het handje.

Ik glijd het dorpje Taddert binnen. En daar is 1 hotel. Het is 15.30 uur. Een mooie tijd om te stoppen. En dan gaat het fout. Ik keur de kamer (om voor mijn totaal onduidelijke redenen af) en besluit verder te fietsen.

En hier gaat het fout.

Dat was geen goede beslissing. Want de weg blijft natuurliijk niet eeuwig dalen. En ik ben best moe. En....... ik merk dat ik geen dorpjes meer aandoe. Ik zie soms een bergdorpje, echter die is onbereikbaar voor mij. Ik ga dus geen onvernachtingsmogelijkheden op mijn pad vinden.

Ik fiets. Ik fiets. Ik moet weer een bergpasje over. En nog 1. En het wordt later en later en later en later. En ik zie van alles. Maar niets dat op een fijn hoteletje lijkt. Ik kan mezelf wel voor m`n kop slaan. Ik had al lang en breed achter een lekker glas non alcholische drank kunnen zitten. En een lekkere maaltijd zitten weg te kauwen. In plaats daarvan zit ik gewoon weer een berg op te fietsen. En de dag is al zwaar genoeg. Stomkop!

Ik informeer wat. En steeds wordt me beloofd dat ik over vier kilometer iets zal vinden. En vier kilometer later weer. En vier kilometer later weer. Mijn dagafstand-teller staat inmiddels al op 80 km en dat is Including het fietsen naar een hoogte van 2260 meter.

Om een lang verhaal even flink in te korten. Als de duisternis al goed en wel is ingevallen vind ik met enig geluk nog wat. En het loopt weer s goed af. Maar to be honest; Dit was geen goede beslissing.

Les 1 op de cursus `Wereldfietser voor beginners`. Zorg dat je voor het donker `binnen` bent. Ik denk dat ik die les even afwezig was. Of lag te dromen. Even niet bij de les was. Misschien de avond tevoren teveel Champagne gedronken. Of dat er net een souvenirverkoper aan m`n kop lag te zeuren. K`weet niet. Het zou ook allemaal tegelijk kunnen.

Hoe dan ook. Ik ben in Ait Barka. En dat ligt maar 60 kilometer van mijn einddoel af. Van de stad die magische en alles bezwerende krachten zou bezitten.

Marakesch.

Etappe: Telouet - Ait Barka

Niet te pas

Niet te pas

U zult het vast wel herkennen. De ene dag ben je top. De andere dag ietsje minder. Hoort erbij. Kun je vaak niet zoveel aan doen.

Bij het opstaan voelde ik me niet helemaal ok. Qua gezondheid dan. De spieren wat gevoelig. Een ietwat rommelende maag. U kent dat wel. Niet voldoende om je werkgever te bellen dat je ziek bent. Maar ook net niet helemaal top om fijn te gaan werken. Kortom: mijn gezondheid bevindt zich in een spagaat. Op een tweesprong. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Welke afslag het gaat nemen. Vandaag.

Ik kan sowieso niemand afbellen. Ik moet door. Maar voel wel dat ik vandaag rustig moet beginnen. Licht verzet trappen. Niets forceren. En daarom maal ik ik de trappers rustig rond. Na 6 kilometertjes heb ik mijn eerste doel voor vandaag als bereikt. Ik breng een bezoek aan Kasbah Tamdaght.

Een Kasbah is een uit leem en stro opgetrokken fort met vaak vier torens gebouwd op de hoeken van het fort. In zo`n Kasbah woonde vaak een aantal families. Een Kasbah kan wel uit zeventig tot meer dan honderd kleinere en grotere ruimten bestaan. Met elk een eigen functie. Je kunt er gemakkelijk in verdwalen. Heden te dage zijn de meeste Kasbah`s eigendom van een familie. De overheid ziet het belang wel in van dit voor Marokko zo belangrijke stukje erfgoed, echter de financiele middelen ontbreken om er daadwerkelijk zorg voor te dragen. De eigenaren restaureren naar eigen inzicht en believen. Die dragen er generatie op generatie zorg voor. Of niet.

En dat niet is bij deze Kasbah het geval. Deze is verworden tot een ruine. Maar daardoor niet aangetast door goed- of minder goed geslaagde restauratie-activiteiten. En daarmee zijn de authentieke onderdelen nog vaagjes zichtbaar. Toch is het jammer. De weersinvloeden zullen zonder ingrijpen en consolideren deze ruine in dertig jaar tijd tot een hoopje leemhoudend -puin reduceren.

Ik ben bezig met mischien wel de mooiste en ook zwaarste etappe uit mijn fietsreizen-bestaan.

Deze omweg door de Ounilla Vallei is werkelijk van Wereldklasse. Champions Leaque. De bergweg slingert naar hartelust op een hoogte tussen de 1700 en 2000 meter. En rijgt de Berberdorpjes aan elkaar. Elke vier kilometer passeer ik een pitoresk gelegen dorpje. De droog gevallen rivier Ounilla volgt mijn schreden. Dan weer links. Dan weer rechts. Er is bijna geen verkeer. De wind houdt zich kalmpjes. En de zon doet dat niet. Mijn en ogen en fototoestel maken overuren. Wat een onwaarschijnlijke mooie vallei is dit.

Helaas vloeien de krachten weg uit mijn lichaam. Ik voel dat ik nog niet helemaal te pas (fit) ben vandaag. Het is pas 12.30 uur. Ik wil graag nog wat verder komen vandaag. Ik besluit een paar kilometer terug te rijden. Daar heb ik een restaurant gezien. Daar rust ik wat en eet een tajine met kip en groenten.

Ik vervolg mijn weg. Het blijft knetterhard werken. Er is geen vlakke meter te vinden. Of het gaat (fors) omhoog. Of het gaat omlaag. En het gaat meer omhoog dan omlaag. Ik moet regelmatig van m`n fiets af. Duwen. Het is meer sleuren geworden dan fietsen. Het is hard werken. Ondanks de zeer zware inspanningen blijf ik oog houden voor het landschap. Wat een schoonheid.

Ik probeer rond vier uur iets van een bed te vinden. Maar de locals verzekeren me dat er hier geen bed te vinden zal zijn. Ik zal nog 11 kilometer door moeten. Okheeee dan. Elf kilometer stelt ook niets voor. Toch?

Nouuuuuuuuh. Daar is wel iets over te zeggen lieve volger.

Het asfalt is ophouden te bestaan. Het wegdek doet zijn naam geweldig veel eer aan. Weg. Dek. Het dek bestaat nu voornamelijk uit puin. En de puinweg gaat een procentje of 5. Omhoog!! Over een uur zal de zon ondergaan. En valt de duisternis razendsnel in. De laatste loodjes zullen het zwaarst wegen. En dat doen ze met verve. Met kilooooos tegelijk.

Laat, heel laat, net voor de duisternis invalt, bereik ik Telouet. We zijn blij elkaar in de armen te kunnen sluiten. Telouet is een klein geisoleeerd dorpje waar de tijd is stil blijven staan. Dat was overigens niet altijd zo.

Pasha Glaoui, een vooraanstaand strijder voor een onafhankelijk Marokko is hier in 1953 geboren. De Marokaanse overheid was destijds niet zo blij met`m, en plaatste hem lange tijd in ballingschap. Op latere leeftijd kwam hij terug naar Teloute om daar vrij snel, na een kort ziekbed, aan kanker te overlijden. In Teloute staat de naar Pasha Glaoui vernoemde Kasbah: de Glaoui Kasbah. Negentig procent van de gehele Kasbah is verworden tot een ruine. En van de 10 procent die nog staat is alleen een deel van de tweede verdieping gerestaureerd. Morgen ga ik er een kijkje nemen.

Ik vind een fijn onderkomen voor de nacht. Net aan de voet van deze Kasbah. Nu de zon weg is wordt het hier snel ijskoud zo hoog in de bergen. Nepalmuts op. Hanschoenen aan. Je slaat er niet snel een Marokaanse schone mee aan de haak. Maar tis wel lekker warm.

Hup. Snel m`n slaapzak in.

Etappe: Ait Benhaddou - Telouet

Botox

De betaler heeft het voor het zeggen, lieve lezer!

En zo is `t maar net. Wie fijn wat eurootjes kan laten rollen, kan bepalen hoe en in welke vorm iets wordt ontworpen, aangelegd. Of gebouwd wordt. En zo heel soms gaat dat ietwat fout. Dan wordt de omgeving (het landschap) niet altijd meegenomen in de plannenmakerij. Kijk maar `s op de deels verrommelde Veluwe. Met z`n vele paardenbakken. Foute erfafscheidingen. En wildgroei aan campings.

Ook de plastische chirurgie heeft fijne voorbeelden van hoe het net ff anders loopt dan je hoopt. BN`ers die zich strak hebben laten trekken. Voor vast heel wat fijne centjes. En als je het eindresultaat zo soms ziet. Dan zou je wensen dat ze de tijd even terug konden zetten.

Geld en goede smaak gaan niet altijd hand in hand met elkaar. Maar ook in Marokko gaat het niet altijd goed.

Ik zal meteen maar met de deur in huis vallen: ik ben in absolute topvorm! Wat heb ik een schik hier in Marokko. Wat een geweldig land. Wat een geweldige gastvrije mensen. En elke fietsmeter die ik tot nu toe achter me heb gelaten was van een innemende schoonheid. Zodanig dat ik regelmatig even in mijn remmen knijp. En daarna in mijn wangen. Om het even goed tot me door te laten dringen wat ik allemaal zie, ervaar en mee maak.

Op mijn wegenkaart worden sommige wegen van een groene lijn voorzien. Dat heet dan een scenic road te zijn. Wat mij betreft hadden ze die hele wegenkaart met een verfroller groen kunnen rollen. Ik had er dan misschien net ff iets minder aan gehad. Qua navigeren. Maar t`is hier zo mooi!! Elke ochtend stap ik weer vol verwachting en plezier op m`n karretje.

Zo ook vanochtend.

Ik vertrok uit Quarzazate. En zette koers richting de N9. Een rustige meanderende weg bracht me daar na 11 vrolijke en zonnige kilometertjes. En zette me af pal voor een van de vier filmstudio`s die Quarzazate rijk is. Quarzazate en zijn omgeving staan bekend als filmlocatie. Hier worden veel Hollywood films opgenomen. Zoveel dat het hier ook wel Quallywood genoemd wordt.

Twee van de vier studio`s kunnen bezocht worden. Ik twijfel of ik dat eigenlijk wel moet doen. Ik ben niet zo van die toeristentours...... En laat die twijfel blijken aan de twee jongemannen die net buiten de poort van ELCA studio`s op een plastic stoel hangen te zitten. Na wat informeren en doorvragen haal ik mezelf over. Betaal ik de verschuldige vier euro. Parkeer m`n fiets. En als enige bezoeker ga ik met Khalid op pad.

Hij laat me als eerste de boot zien die in de film Ben Hur gebruikt is. De landrover die gebruikt is in Spy Game met Robert Redford en Brad Pitt. Rekwisieten uit de film: en Lord off the Rings en ……….the Mummy. Mwahhhhhhhh!!!!

Khalid blijkt geen gewone guide te zijn. Hij ziet er meer uit als een Amerikaan dan een Marokaan. Hij is gepassioneerd. Bevlogen. Super enthousiast. Hij weet alles van films, filmtechnieken en producers. Hij heeft gestudeerd aan de filmacademie in Quarzazate. Is afgestudeerd. En hij hoopt door zijn werk in de filmstudio`s aan een baan in the filmscene te geraken. We raken aan de praat.

Ik vraag hem naar de invloed van films in Marokko. Hij veteld me dat films zonder boodschap zonder moeite gedraaid en uitgebracht kunnen worden in zijn vaderland. Zodra het een thema raakt zoals religie of (heel actueel) de kind-prostitutieproblematiek in Marakesch. Dan is het opeens geen gesneden koek meer. Dan wordt het leven van de filmmaker zuur gemaakt.

Khalid is vrij open en uitgesproken over het optreden van de Marokaanse overheid in deze. En de rol die de politie daarin vervuld. Hij is het niet eens met zijn overheid op dit punt. Hij is van mening dat veel films die er toe doen mensen, maar ook de overheid, een spiegel voorhouden. Hij zegt: `als het je niet bevalt wat je in die spiegel ziet, dan moet je de spiegel niet verhangen, maar verander wat je ziet`.

Het wordt een hele andere tour dan we beiden vooraf voor ogen hadden. Ik vertel hem over mijn landje. Waar zo lekker veel kan op filmgebied. Maar dat toch ook `onze` Theo van Gogh het loodje heeft moeten leggen om een film die hij gemaakt had. Khalid klooit meteen met z`n telefoon en vind snel informatie over Theo. Hij zegt dat ie vanvond alle films van Theo gaat downloaden en zal bekijken.

Hij brengt me naar loods A. We staan in een waanzinnig grote en hoge ruimte. Met een kille betonnen vloer. Hier zegt ie: worden alle films opgenomen. De Amerikanen vliegen alles in. Acteurs. Rekwisieten en alle benodigde technische materialen.

Het afgelopen jaar (2015) zijn er 38 films, vooral Amerikaanse films, gedraaid in de vier studio`s in Quarzazate. Ik vraag hem waarom Quarzazate zo`n interessante locatie is. Het is goedkoop zegt Khalid. Quarzazate heeft een vliegveld en is daardoor goed bereikbaar. Vergunningen worden snel afgegeven door de Marokaanse overheid. De te betalen belasting is laag. And last but not least: het is altijd mooi weer hier. Ze kunnen als ze buiten willen draaien, lange draaidagen maken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Europa.

We spreken over de recente aanslagen in Parijs. Khalid verteld dat 1 van de terroristen van Marokaanse afkomst is. De overheid staat momenteel op scherp. Ze hebben de politiecontrole`s geintensiveerd. Ze willen hoe dan ook voorkomen dat een dergelijjke aanslag in Marokko zal plaatsvinden. Dat zou een zware slag betekenen voor de toeristensector. De laatste aanslag die plaatsvond in het centrum van Marakesch was in 2011. Het heeft jaren geduurd voordat de toeristen weer toestoomden.

Khalid is zich er van bewust dat de religieus getinte aanslagen ook afstralen op zijn land. Hij probeert mensen te laten zien dat de meerderheid van de bevolking vredelievend is. Hij neemt soms toeristen mee naar huis. Bied ze een maaltijd aan. En laat ze zien hoe het er daadwerkelijk in een Marokaans gezin aan toe gaat. Dat ziet hij als het beste tegengif.

Aan het einde van onze tour wijst Khalid me naar een plek waar ik zeker moet gaan kijken.

Een twee kilometer stoffige en stenige weg voert me naar het fort dat gebouwd is voor de film King of Heaven. De film is eerlijk gezegd geheel aan mijn aandacht ontsnapt. Maar het schijnt een kassucces te zijn geweest. Ik mag het fort aan de binnenzijde bekijken.

Alles is nep. Er is geen onderdeeltje dat echt is. Maar het ziet er verbazingwekkend echt uit. Er is gedurende negen maanden met man en macht aan gewerkt. Na voltooiing heeft het drie weken als decor gedient. Daarna is de crew teruggevlogen naar Amerika. Het drie miljoen (dollar!!) kostende fort achterlatend.

Ik besluit mijn boterhammetje lekker in deze bijzonder setting op te kauwen. Ik ben stik-alleen en vind het best speciaal om mijn boterham in een heus filmdecor te mogen knagen. En al kauwende besluit ik om deze film alsnog `s te gaan bekijken.

Het is tijd om op te stappen. En terug te keren naar de echte wereld.

En die wereld verteld met dat ik vandaag nog 30 kilometer heb af te leggen. Mij was beloofd dat het hier steenkoud zou zijn. En dat the Icy winds die van de Hoge Atlas naar beneden zouden komen waaien en me parten zouden spelen. Echter. De zon schijnt. HET IS WINDSTIL!!!!. Ik herhaal dit graag: HET IS WINDSTIL!!!!!! Had ik al gezegd dat het vandaag windstil is?

Ik fiets de 22 kiiometer over de N9 richting Marakesch vlotjes weg. Het landschap is verrukkelijk. Op de achtergrond zie ik de besneeuwde bergtoppen van de Hoge Atlasgebergte. Ondertussen zit ik lekker te zonbakken op mijn fietsje in een graadje of 29. Dan is het tijd om de afslag naar Ait Benhaddou te nemen.

Een prachtig rustig smal weggetje brengt me er. Helemaal alleen ben ik er niet. En dat komt omdat in het dorpje de Kasbah ` Ait Ben Haddou` staat. Hier zijn een aantal films opgenomen zoals: Lawrence of Arabia, Jesus of Nazareth, Jewel of the Nile en Gladiator. En mede vanwege de ligging (het ligt maar 150 km ten zuiden van Marakesch) maakt dat veel mensen deze Kasbah met eigen ogen willen aanschouwen.

Ik ook. Omdat ik in de buurt ben. Maar ik ga niet naar binnen. En dat komt omdat de Kasbah niet authentiek is. De originele Kasbah was verworden tot een ruine. En is schitterend tegen een berg aangeplakt. De ligging is werkelijk excelent. Dat moeten de Hollywood filmmakers ook hebben gezien. Want met de nodige Hollywood-dollars is ie herbouwd.

En tja, er zijn een paar dingetjes net ff anders gerestaureerd dan eigenlijk de authentieke bedoeling was. Zo zijn er Egyptische torens (speciaal voor Jewel of the Nile) aan toegevoegd en nog een paar torentjes, muurtjes en ingangen die voor bovengenoemde films weliswaar handig waren. Maar die de authenticiteit niet ten goede kwamen. En dat doet wat mij betreft helaas wat afbreuk aan het bouwsel. Het lijkt in als z`n schoonheid toch een beetje op een mislukte botoxoperatie van een Bner.

Overnachtingsmogelijkheden te over in het door toeristen overlopen dorpje met nauwelijks meer dan enkele tientallen inwoners. Ik slaap vannacht in een Auberge van een Marokaanse vrouw die getrouwd is met een Oostenrijkse man. We spreken Duits.

Ze hebben een dochter.Maria. Ze is een jaar of zeven. En ze heeft ogen zo groot als schoteltjes van een theekopje. Zo groot dat zelfs de panaromafunctie van mijn eigenste fotocameraatje het af laat weten. Ogen zo groot als Julia Roberts ze vroeger als kind ook gehad moet hebben. Hopelijk zonder behulp van Botox of ander plastische maatregelen.

Ik vraag aan de moeder: `Een filmster in de dop`? `Wie weet zegt ze.

Ze zit dicht bij het vuur.

Etappe: Quarzazate - Ait Benhaddou

Dit verhaal is gemarkeerd als spam en is daarom niet zichtbaar voor bezoekers.

Babel

Picture this!

Een toeristenbus. Met Amerikaanse toeristen aan boord. Beweegt zich traag voort door een bergachtig landschap. Een aantal toeristen ligt wat te dommelen. De meesten vergapen zich aan het aan hen voorbij trekkende machtig mooie bergen.

Op hetzelfde moment staan twee jongetjes op de helling van een berg te spelen. Met een geweer. Stiekum gepikt van hun vader. Ze rommelen wat. Ze experimenteren wat. Ze proberen wat. En opeens gaat het geladen geweer af. Per ongeluk. De kogel gaat door het raam van de toeristenbus. Ook per ongeluk. De kogel raakt een Amerikaanse toeriste. In de hals. Ze raakt ernstig gewond. Grote paniek in de bus. Grote paniek bij de jongens. Ze rennen verschrikt weg.

Lieve lezer. Gisteren ben ik over de N9 van Zagora naar Tinzoulin gefietst. Een prachtige weg die me door de Draa Vallei voerde. De Draa is normaliter een rivier. En nu ook. Echter de Draa staat al een hele tijd droog. Gelijk alcoholisch minnend Marokko. Dat sinds 1975 ook droog staat (uitgezonder een aantal vergunninghoudende hotels in het hogere segment, die mogen bier en wijn schenken). En langs de rivier loopt een vallei. En ik vermoed, maar helemaal zeker weten doe je het nooit, dat het daarom de Draa Vallei wordt genoemd. Maar `t is en blijft een gok. Hang me er dus niet aan op.

In de vallei staan palmen. Die zijn er niet vanzelf gekomen. In vroeger tijden trokken de kamelenkaravanen van Noord naar Zuid. Met dadels die men in het Noorden had geoogst. Om deze te verkopen in bijvoorbeeld Sudan. Al reizende snoepte men zelf ook wel `s stiekum een dadeltje. En spuugde de pit uit. En zie hier de reden van de honderden kilometer lange palmenstrook. En ik fiets er dan ook al ruim 200 km langs op.

Gisteren ben ik express ietsje eerder gestopt om zo`n Oase (Palmerie) `s wat beter te bekijken. Want het is nogal een dingetje hier. Die palmen. De palmen leveren om te beginnen dadels. Die worden hier geoogst als ze oranje-geel zijn. Daarna worden ze te drogen gehangen totdat ze bruin zijn. Voordat ze verpakt worden, wordt het stof er afgespoten.

Ze worden overal in de vallei, langs de weg te koop aangeboden. En ook worden de dadels geexporteerd. Zodat wij er aan ons keukentafeltje (of in de kamer, of badkamer, op het toilet, op je zolderkamer, in de hal, in de kelder, of op het terras of op je gazonnetje, nou ja, kijk zelf maar even waar jij je dadeltje wil knagen) er ook van kunnen snoepen.

Maar da`s nog maar een (1) van de toepassingen van de palm.

De afgestorven bladeren van de palmen worden veelal door vrouwen bij elkaar gezocht. Er worden omheiningen van gemaakt. En manden van gevlochten. En het wordt ook gebruikt om vuur mee te maken. De dode stammen worden over de lengte in vieren gespleten om daarna gebruikt te worden als constructiemateriaal (bv. voor het stutten van de daken). Eigenlijk worden alle delen van de palm gebruikt. Niets wordt ongebruikt weggegooid.

Onder de palmen (in de oase) speelt zich een wondere wereld af. Je kunt een stukje grond kopen. Die grond is nl zeer geschikt (vruchtbaar) om groenten te verbouwen. Momenteel staat er veel luzerne, dat als veevoer gebruikt wordt. Maar ook bloemkool en tuinbonen groeien er. Er is een zeer vernuftig irrigatiesysteem bedacht om het water dat van de bergen komt daar te voeren waar ze het willen hebben.

De Oase die ik nu beschrijf bestrijkt toch al snel 5 vierkante kilometer. Je kunt er gemakkelijk verdwalen.

Vanochtend ben ik met een gevoel van lichte opwinding vertrokken. Nu begin ik elke fietsdag met een gevoel van lichte spanning. En blijde verwachting. Over wat gaat komen. Wat me deze fietsdag weer gaat brengen. Welk avontuur me te wachten staat. Welke landschappen me weer zullen begroeten. Welke mensen ik weer zal treffen. Vrolijke opwinding dus. Maar deze dag is anders dan de andere dagen. De etappe is qua omvang goed te doen. Slechts 45 kilometer hoef ik weg te trappen. Dus dat is op zichzelf niet de veroorzaker van de opwinding. Maar ik heb snode plannen. Lieve lezer.

Ik ga vandaag een Kasbah (uit leem en steen opgetrokken serie huizen) bezoeken. En niet zomaar 1. De oudste nog in tact zijnde Kasbah in Marokko. Goed bewaard gebleven. Deze dateert uit de 16e eeuw. En er is nog iets. Met deze Kasbah.

Deze Kasbah wordt regelmatig gebruikt voor filmopnamen. The English Patient is hier gerdraaid bijvoorbeeld. En……….een van mijn favoriete films aller tijden is hier (deels) opgenomen: Babel. Met in 1 van de hoofdrollen: Brad Pit (die eindelijk `s een fatsoenlijke film afleverde). Babel won destijds een Oscar en de verwachting was dan ook dat de film grote bezoekerscijfers zou halen. Helaas is de film aan het grote publiek voorbij gegaan.

De film gaat over hoe misverstanden, miscommunicatie. onbegrip. En hoe momenten van ondoordachtzaamheid en foute beslissingen een mensenleven ingrijpend kunnen beinvloeden. Kortom, geen flilm om met een lekkere familiezak chips nou `s ff ontspannen voor te gaan zitten. Maar een gelaagde film met 3 verhaallijnen die door elkaar lopen. En alle drie dit zelfde thema hebben.

Hoe het verder ging?

Nadat de jongetjes zijn weggerend. Is de bus doorgereden naar het eerste beste stoffige en geheel van de buitenwereld geisoleerde bergdorpje. Daar aangekomen kijken de bewoners verwonderd naar de grote bus. En de toeristen met hun dikke buiken. En foto- en videocamera`s. En hun vreemde taal. De toeristen op hun beurt zijn erg argwanend naar de lokale bevolking.

Als eenmaal de ernst van de situatie tot de dorpsbevolking is doorgedrongen wil die graag helpen. Met alle goede bedoelingen. Maar de cultuurverschillen en de taalbariere`s maken dat de bus met de inmiddels bang geworden toeristen vertrekt. De gewonde toeriste (actrice: Julie Miller) en haar man (Brad Pit) worden aan hun lot overgelaten. De dorpsbevolking ontfermt zich over hen.

De jongens krijgen inmiddels op hun falie van hun vader, die lucht heeft gekregen van het voorval. De jongens worden door de politie opgepakt en behandeld als criminelen. Zodra de media er lucht van krijgt wordt het zelfs een Internationale kwestie. `Terroristische aanslag op Amerikaanse toeriste` vormen de headlines van de kranten. Er wordt in de Amerikaanse media om vergelding gevraagd, om politieke maatregelen.......

deze foto is afkomstig uit een fotoboek dat in de ruimte ligt

Ik sta nu precies, maar dan ook precies, in de ruimte, op de plek, waar de opname plaatsvond waar Brad Pitt zijn gewonde vrouw bijstaat.

En eerlijk gezegd gaat me niet om Brad Pitt. Helemaal niet zelfs. Je kunt me nauwelijks een liefhebber van zijn oevre noemen. Hij zat toch ook met die hoe-heet-die-muts-ook-alweer in die Titanic film. Ja toch? Of was dat die knul van Di Caprio? Ah, what the fuck. 1 pot nat. Alle twee is `t helemaal niks..

Ik heb de hele Titanic-film zitten hopen en bidden dat die boot het zou overleven. En dat Brad Pitt of dat jong van Di Caprio het loodje zou leggen. En als dat gebeurd was dan had die verschrikkelijke Celine Dion dat hele kutnummer (WANT DAT IS `T) ook niet ten gehore hoeven te brengen. Daarmee was ons veel leed bespaard gebleven lieve lezer. Dat had heel koopavond minnend Nederland veel leed bespaard. Je kon goddomme in elke Hollandse koopgoot dat nummer uit de speakers horen knallen. Ik kwam in die tijd de deur niet echt uit, als dat niet perse noodzakelijk was……… Ik raak, net als de Titanic, lichtjes uit koers. Merk ik.

Maar goed. Terug naar de Kasbah. Het feit dat mijn favoriete film hier, hier precies op deze plek, voor een deel gedraaid is maakt dat ik een zekere sensatie ervaar.

Nog specialer wordt het als ik hoor dat de jongen die het geweer heeft doen laten afgaan, en ter plekke door de filmcrew gecast is, de neef blijkt te zijn van de gids die me rondleidt. `Oh, zegt ie quasi nochalant: hij moet hier ergens rondlopen`. Even later zie ik inderdaad de knaap in levende lijve. Inmiddels heel wat jaartjes ouder. Ik vind het leuk om hem te zien. Maar zo te zien is hij al te vaak met dit fenomeen geconfronteerd. Hij kijkt wat afwezig. Ik laat deze filmster verder maar met rust.

Ik verlaat de Kasbah. Stap op. Om nog slechts 6 kilometer af te leggen. Via een fijne onverharde weg. Die me dwars door een Oase voert en uiteindelijk naar Agdz brengt. En nu zult u zeggen:`Gerrit wat kan mij dat schelen`' Jah. Mij komt het toevallig goed uit. Want daar wilde ik precies naar toe. Agdz. Echt waar. Sommige voorvallen kun je nauwelijks toeval noemen. Dat moet bijna wel voorbedachte rade zijn.

Het is vier uur en het is een drukte van schooljeugdbelang op de weg. De schooljeugd gaat in twee groepen naar school. Schooltijden zijn van 8.00 tot 12.00 uur. En een tweede groep gaat van circa 14.00 uur tot 18.00 uur. De hogere opleidingen gaan van maandag tot zaterdag naar school. En hebben grote `gaten` in hun rooster. In die `roostergaten` gaan ze naar huis. Hiermee proberen ze de hitte grotendeels te vermijden.

Ik doe wat inkopen. En vindt een camping. Die eigenlijk meer voor campers is (zoals alle campings in Marokko). Maar hier vind ik een stukje gras waar mijn tent prima kan staan.

Ik sta in een Oase. En ook hier moet de Kamelen-dadel-karavaan langs zijn gekomen en de berijders een paar pitjes hebben uitgespuugd. Want ik sta onder, hoe kan het ook anders:

De hier onvermijdelijke palmbomen.

Etappe Zagora-Tinzoulin- Agdz