Het kon minder
“ het kon minder”
Dat zou een Grunneger zeggen. Groningers hebben gevoel voor understatement, en dan druk ik me zwak uit. Want soms bedoelen ze dan dat het nog zo slecht niet is, maar ze kunnen het ook fantastisch vinden. En dat is wat ik bedoel.
Ik ben net wakker en hoor door het open raam de golven op het strand spoelen. Het water is rustig, en het weer dus ook. Als ik het gordijntje opzij schuif zie ik een bijna strak blauwe lucht boven de Firth of Thames, want zo heet het water dat ik zie. Grote inham van de Pacific Ocean, oostelijk van Auckland. Liggend op een comfortabel camperbed geniet ik hier even met volle teugen van. Zo is vakantie bedoeld! Langs de vloedlijn lopen wat scholeksters druk te doen. Strandkieviten noemt een oud-collega van me ze. Duidelijk geen vogelaar, want wie plaatst nu kieviten op het strand? Hier heten ze oystercatcher. Mooi woord, maar ook wel een vreemde naam als je het mij vraagt. Alsof oesters zich door vogels laten vangen. Dat er dan zo'n oester op de zandbodem ligt, van die rode poten aan ziet komen, en denkt “oh help, die wil me vangen, snel wegwezen hier”. En dan gauw de benen neemt. Volgens mij is het de kunst om zo'n oester te zoeken én te vinden. Oysterfinder zou dan ook een betere naam zijn. Maar ja, dat klinkt niet zo 'catchy'.
Ik sta op, schiet snel in mn spijkerbroek en slippers. Het vestje blijkt buiten al snel overbodig te zijn. In prachtig zacht ochtendlicht ga ik wat plaatjes schieten op het strand, van wat er maar te bewonderen valt. Daarna ga ik lekker in het zonnetje zitten lezen, mijn zondagochtend'treat'. Gerrit ligt binnen nog te knorren (soms letterlijk). Mijn reis kon niet beter beginnen.
Deze 1e vrije kampeerplek is een toevalstreffer; we reden er gewoon langs. Niet eens een tip van die aardige vrouw van het tankstation annex Winkel-van-Sinkel waar we gisteren een kaart kochten. Zodat we onze weg gaan vinden op het Noordereiland. Of we al wisten waar we heen gingen. “Geen idee”. Nou, zij wel! De sunday-treat van de locals was naar het strand van Kaiaua, of de hotpools in Meranda, 3 respectievelijk 4 kwartier rijden. Lekker zwemmen en poedelen, en dan 'tea' (avondmaal op z'n engels) bij de fish&chip-shop naast Bayviewhotel. Daar verkopen ze de lekkerste friet en de verste vis uit de hele omgeving, met een koud biertje erbij. Dat lijkt ons ook wel wat, en omdat het toch in de goede richting is, zitten we tegen zessen aan inderdaad heerlijk vis en friet, met uitzicht op de baai. Prima tip!
Het rijtje campers langs het strand dat we even later wat verderop zien staan, blijkt een vrij-kamperen-plek te zijn. Het bordje 'overnightcamping prohibited' ontbreekt, het mag hier gewoon. Doen dus!
Die ochtend zijn lichaam en geest al bijna weer vriendjes. Mijn jetlag-gevoeligheid, als je die scoort op een schaal van 1 tot 10, blijkt gelukkig nog altijd laag te zijn. Ergens rond de 4 schat ik 'm. Prima mee te leven.
We besluiten naar Coromandel te gaan, een schiereiland met mooie stranden. Heet water stranden! En Cathedral Cove, een rotsbrug in zee. De tocht er naar toe is prachtig, heuvelend landschap, weelderig subtropische groen en verscholen baaien. Bij de Cove is het toeristisch, maar omdat we aan het einde van de dag zijn, zijn de hordes gelukkig al verdwenen. En omdat we de volgende dag het hete water op het strand niet willen missen, kamperen we daar in de buurt. ZIJn we morgenochtend mooi op tijd.
tot morgen. Gerda
Vastloper
Ik sta hier. En Maria van Diemen ligt daar. Een beetje Cape te zijn. Heeft zeker niets beters te doen. Verveelt zich zeker. Neemt zeker wat ATV-dagen op. Of zo.
Ligt daar een beetje het meest noordelijke puntje van Nieuw Zeeland (NZ) te zijn. Maar helemaal ongelijk geven kan ik haar niet. Want dat wil ik ook wel. Het noordelijkste puntje van NZ zijn. Voor even dan. Tuurlijk voor even. Ik ben niet van plan om daar mijn dagtaak van te maken. Tuurlijk niet. Dacht je echt dat ik .......... Tuurlijk niet joh!!
Maar goed, hoe dan ook. Ik kom er niet bij. Met geen mogelijkheid. Mm.....
de de vuurtoren op cape Reinagh: het noordelijkste punt van NZ
Na een extreem slechte nacht. Vol muggenleed. Matrasleed. Jeukleed. Muggenleed en matrasleed. Zo'n nacht dus. Ben ik maar vroeg op gestaan. Was toch wakker. Dus om 7.00 uur stond ik min of meer fris naast mijn bedje. Binnen tien minuten bepakt en beggezakt.
Maar er is ook iets van goed nieuws. Heel goed nieuws zelfs! De zon schijnt als nooit tevoren. En het is clear. En dat gegeven zet mij aan tot nog grotere spoed. Want clear betekend dat ik misschien, wellicht, op de noordelijke cape misschien, wellicht wel 's uitzicht zou kunnen hebben. Wellicht. Misschien. En hopefully.
Dus om 7.30 uur sta ik er. Al. Op het meest noordelijke puntje. Van NZ. Ben niet de eerste. Maar een goede tweede. Een beetje de Olympische gedachte. Meedoen is belangrijker dan winnen. En zeg nou zelf. Zilver is ook mooi. Vraag dat maar aan Joop Zoetemelk. Jan Bols. Bob de Jong. Het Nederlands elftal. En aan mensen die van zilver houden.
Ik zie opeens wat ik gisteren niet zag. De Pacific Ocean en de Tasman Sea geven elkaar een een forse handdruk. De beide wateren gaan hier in elkaar over. Het lijkt me overigens dat ze het niet echt lekker met elkaar kunnen vinden. Een 'moetje' als je het mij vraagt.
De golven botsen en klotsen tegen elkaar. Of het een lieve lust is. Geweld. Geraas. Metershoog. Uiteindelijk besluiten ze om toch maar met elkaar verenigd te raken. Om verder bots-onheil te voorkomen. Het uitzicht is fraai. Hier komen wat foto's:
En aan de voet van de vuurtorren (die altijd mooi uitzicht heeft, de geluksvogeltoren) eet ik mijn ontbijt. Een pak bananenmeuk. En witte 'puntjes'. Met smoked ham. En jam. Maar die laatste twee houd ik wel strikt gescheiden (mijn vader mixte beide moeiteloos met elkaar, deed dat dan op roggebrood, en dat was dan tot daar aan toe, maar hij at het ook op.....).
En dan komt de regen aanzetten. Prachtig gezicht. Je kunt de bui zo zien aankomen. Uit de zeerichting. Geweldig imponerend. En nat. Dat ook. Ik hijs me in mijn regenbroek. En regenjas. Die ik dus gelukkig niet voor niets door heel Pakistan, India en Nepal heb gezeuld. En ook mijn gmaschen gaan om. En de trektocht naar Cape Maria van Diemen kan en gaat beginnen.
Maar nu dient zich toch ook iets van een probleem aan. Het pad is opgehouden om te bestaan. Hoe ik ook zoek. Tuur. Onderzoek. Geen pad. Ik probeer de heuvel te beklimmen. En kijk of daar iets van een pad is. Ik kom steeds hoger. Maar vinden. Ho maar. Na een uur ploeteren besluit ik terug te gaan. Een volgend (mij bekend probleem) dient zich aan.
'Klimmen is gemakkelijker dan dalen'.
Ik kom ietwat in de problemen. De heuvel is vrij steil. Het dalen gaat moeizaam. Soms glijd ik weg in diepe richels. Soms zak ik weg tot borst en kin. Een kort moment is er iets van een paniekgevoel. Ik. Alleen. Hier. Ik. Alle orientatie is weg.....
Maar gelukkig kom ik snel bij zinnen. Ik neem even rust. Neem een paar slokken water. Ga rechtop staan. Recht de schouders. En de rug. En stel mezelf de vraag: wat er eigenlijk kan gebeuren? Ik ben heel goed voorbereid. Heb alles 'aan boord'. Ik kan het hier wel drie dagen en nachten uithouden. Als het echt moet. Er kan me niets gebeuren. Dat is het antwoord op de vraag.
De zonstand (gelukkig is er zon) helpt me opnieuw om richting te bepalen. Mijn sticks gaan uit de tas. Hiermee kan ik voelen waar ik mijn voeten veilig kan plaatsen. Maar een dikke anderhalf uur heb ik toch wel nodig om weer op de Werahi beach te geraken. Ik probeer meteen het pad weer te vinden. Het lukt. Ik had langs de shore moeten lopen. En dat doe ik nu.
Na een uurtje loop ik opnieuw vast. Een vastloper. Het is springtij. En ik zie de Cape. Maria van Diemen. Niet eens meer zo ver. Maar komen kan ik er niet. Er zit wat water tussen. De Pacific Ocean. En the Tasman Sea. En ik houd wel van zwemmen. Maar om hier nu baantjes te gaan trekken....
Ik ga dus het meest noordelijke puntje van NZ niet halen. Missie niet geslaagd!
Maar heel veel tijd om de teleurstelling weg te knagen krijg ik niet. Moet zelfs (heel) snel terug. Anders sluit het water me in. En wordt ik wel gedwongen om badmeester Gijs (mijn badmeester, met baard, en buik, en vlekken t-shirt) te bewijzen dat ik het zwemmen nog niet verleerd ben. Net op tijd blaas ik de aftocht. En bereik Werahi Beach weer. Van hier is het nog een uurtje klimmen. En dan ben ik weer bij de parkeerplaats.
Ik heb te weinig gedronken. En dat moet ingehaald. 2,5 liter glijd vrij moeiteloos mijn lichaam in.
Eenmaal in de auto koers ik een kleine 200 kilometer. Zuidwaarts. Langs de oostkust. Schitterend. Groen. Het Schotland, Walesd en Ierland of het een lieve lust is.
Halverwege neem ik een afslag. Ik ga nog even een kijkje nemen op Nintey Mile Beach. Een strook zand van negentig mijl. Daar kun je dus je handoekje elke dag op een ander plekje neerleggen. Of elke dag een nieuw zandkasteeltje bouwen. Of een gezellige kuil graven. Een leven lang. Dat moet het zijn. Anders zou ik de hoeveelheid zand o0ver die afstand ook niet meteen kunnen verklaren.
By the way-beach: ik heb het nog even nagemeten. En het klopt.....niet!
Dat met die nintey is juist. Dat is goed. Correct. Een tien met een griffel. Sticker van de juf. Niks aan het handje. Niets meer aan doen. Mooi laten zo.
Maar bij de 'mile' is iets. Daar is het fout gegaan.
Ik heb met mijn meetlintje het hele zaakie even nagemeten. En ik ben er uit. 'Het moeten 'kilometers' zijn'. Was nog een heel gedoe dat meetwerk. Want de wind ging nog wel 's op de loop. Met mijn meetlintje. Was ik halverwege. Moest ik weer helemaal opnieuw beginnen. Moest regelmatig het zand uit mijn oogjes wrijven. En uit mijn slippertjes schudden ('doe dan ook bergschoenen aan'.... ja...kom je nu mee).
Maar onthoud dit wel even: ik doe het voor u. Lieve volger. Niet voor mezelf. Want eerlijk gezegd maakt het mij niet zoveel uit. Of het nu mijlen. Of kilometers zijn. Voor u dus. Dat u rustig naar NZ kunt afreizen. En onbekommerd kunt genieten van dit strand. Zonder dit helse meetwerk vooraf te hoeven verrichten.
Overigens vermeldt de Lonely Planet ook dat het 'kilometers' zijn. Dus u heeft de informatie uit tenminste 1 betrouwbare bron. En uit nog een andere bron. Maar feel free om zelf wat meetwerk te verrichten. Als u in de buurt bent. Tip: neem een meetlint van 5 meter lengte. Scheelt gedoe. Ik had deze luxe niet. En moest het per meter doen.....
Na een heerlijke en rustige rit arriveer ik aan het begin van de avond het plaatsje Opononi. En vind er een backpackersplekje. Een kamer voor vier. Maar ik heb 'm voor mezelf.
Morgen en overmorgen zal ik rustig afzakken. Zuidwaarts. Met Auckland als (voorlopige) eindbestemming. Hier zal Gerda bij me aansluiten. Met haar ga ik de rest van NZ verkennen.
See you!
Aardbolvalgevoel
Ja, lastig he. Ok. We maken er een multopogok-vraag van:
a. Lobith
b. mijn neef heet 'Rijn', maar die bedoel je zeker niet
c. ik kom m'n huis nooit uit, dus ik heb nog nooit een rivier zien stromen
d. Tolkamer
e. wat kan mij de klote rivier schelen, ik vind dit een stom spelletje
f. we hebben geen rivier die 'Rijn' heet
g. ik weet het wel, maar ik doe niet mee
h. ik weet het niet, maar ik win nooit wat, dus doe nu wel een xtje mee en gok dat 't 'd' is
(zie voor het juiste antwoord de onderzijde van dit stukje)
Goed geantwoord! Je wist het. De meeste mensen denken dat het Lobith is. Mooi niet.
Het licht rood op. Af en toe. En steeds af en toererer. En het lijkt steeds roder te worden. Normaal maak ik me niet zo druk. In Nederland. Maar hier is het toch andere koek. Ik kan mijn ogen maar moeilijk afwenden. Van al dat roods. En dat moet toch. Dat afwenden. Want ik moet op de weg letten. En het overige verkeer.
Het rode lampje dat flikkert. Heeft een relatie met de hoeveelheid brandstof die aanwezig is in mijn auto. Normaal hebben ze niets met elkaar. D.w.z. als er voldoende brandstof aanwezig is. Hoeft het lampje niets. Hebben ze geen relatie. Maar zodra het brandstoflevel beneden peil is. Wordt het lampje in ene wakker. Klaarwakker. En gaan ze een relatie aan. Zeg maar verkering. En op dit moment is het behoorlijk 'aan'. Zeg maar: 'vaste verkering'.
Een man met een missie. Dat ben ik.
Ik ben onderweg naar Cape Reinagh. Het meest Noordelijke puntje van Nieuw Zeeland. En als ik het meest noordelijke puntje zeg dan bedoel ik ook het allermeeste noordelijke puntje. De Lonley Planet zegt dat als je hier bent. Je het gevoel krijgt dat je van de aardbol valt. En dat wil ik wel. Het gevoel krijgen om van de aardbol te vallen.
Het is een ritje van 200 kilometer. En ben al een mooi stukje onderweg. Het is niet ver meer. Ik heb nog een kwart tank. No Problem. Zou je zeggen. De weg groent. Slingerd. Heuvelt. Dat het een lieve lust is. Het is niet droog. Stabiel weer. Zouden de Kiwi's zeggen.
Het weer is nl. volledig van slag. De zomer tot nu toe is behoorlijk in het water gevallen. Het maakt ze somber. De Kiwi's. Gelijk als in ons \landje wanneer het weer niet wil deugen. Iedereen praat er over. Het geloof is weg. In herstel. Ze balen collectief. Hardop. Hoorbaar. Want het is hun zomervakantie.
Welgeteld een (1) zonnige dag hebben de Kiwi's gehad. En ik heb een verrassing. Deze dag gaat daar geen verandering in brengen. Het schijnt wel dat de zon ergens staat te schijnen. Maar veel merk ik er niet van. De ruitenwissers van de auto maken overuren. En druppelloze foto's maken valt niet mee. Onmogelijk. Eigenlijk.
graag u bijzondere aandacht voor de regendruppel rechtsonder......
Ik rijd enigszins nerveus rond. Want de bodem van mijn benzinetank is bijna in zicht. En het eerstvolgende dorpje nog (lang) niet. Schatting. Nog 45 kilometer.
Tot overmaat van ongeluk moet ik ook nog een flinke heuvel beklimmen. Kost verdorie extra brandstof. Gelukkig bereik ik de heuveltop. Hier is een parkeerplaats. En hier spreek ik een echtpaar aan. En vertel hen mijn mogelijke en potientiele probleem. Het blijken Oostenrijkers te zijn. Vrienden. Worden het. Voor het leven. Ze willen achter mij aan rijden. Voor het geval dat....
'Voor het geval dat' gebeurd gelukkig niet. Ik bereik een bezinestation. Met de Oostenrijkers in mijn kielzog. En met een 'Danke' bedank ik ze hartelijk. En neem me voor wat frequenter de tank te vullen.
Twee uren later bereik ik Cape Reinagh. Het meest Noordelijk punt(je) van Nieuw Zeeland. Grappig. Bijzonder. Apart. Om hier te zijn.
Ik krijg geen aardbolvalgevoel. Want helaas zie ik geen hand voor ogen. Het zicht beperkt zich tot nul. Zero. Nothing. Niente. Knots. Het is zo regenachtig dat het helemaal 'dicht' zit.
De Pacific Ocean en de Tasmanian Sea moeten elkaar 'daar' ergens een hand geven. Maar de handdruk blijft buiten mijn zicht. En er moeten ergens drie eilanden liggen. Maar ook dat blijft een kwestie van geloof.
En geloven moet ik ook dat Abel Tasman (wie kent 'm niet) in 1643 met z'n roeibootje om de Cape heeft gepeddeld. Hij zag drie eilanden maar vond ze van minder belang. Een niet onbelangrijke vergissing. Want als ie aan land gegaan was. Dan had ie NZ ontdekt. Als eerste Europeaan. Nu gebeurde dat door meneer Cook (een Engelsman) en meneer Surville's (een Fransman). In 1769. Opmerkelijk genoeg deden zij dit tegelijkertijd. Zonder het van elkaar te weten. Ze verbleven dus gelijktijdig op het eiland. Zonder elkaar tegen te komen.
Op mijn wandeling terug naar de parkeerplaats ontmoet ik Christine. Een Duits meisje. Achttien jaren jong. Staand in de volle stormwind. En de stormwindregen. En gebukt gaand. Onder een veel te zware rugzak. Die gedragen moeten worden door spillebeentjes. En hele dunne linnen schoentjes. Wacht ze doornat op haar vrienden. Die een driedaagse trekking doen. Mijn vaderlijke gevoelens komen boven drijven. Ik heb met haar te doen.
Ik nodig haar uit om in mijn auto te wachten. Te schuilen. Haar vrienden arriveren een half uur later. En ze besluiten om mijn lift aan te nemen. Ze willen gaan kamperen op de locatie waar ik een klein kamertje heb gehuurd.
En dus rijden we gedrieen naar onze overnachtgsadres.
Morgen treed ik in hun voetsporen. Want ik moet iets herstellen. Eerder zei ik dat Cape Reinagh het meest Noordelijke puntje van NZ is. Dat is onjuist (net als dat de Rijn niet bij Lobith binnenstroomt). Maar dat is wel iets wat mensen graag (willen) geloven. En ik denk dat dat komt omdat het een plek is die met een auto of camper goed bereikbaar is.
Echter. Het meest Noordelijke puntje van NZ is Cape Maria van Diemen. Alleen er is een kleinigheid. Een detail. Een punten. En een komma kwestie. Er wordt namelijk een kleine inspanning gevraagd. Er moet iets van moeite gedaan worden.
Je moet er nl te voet heen. Een wandeling van circa zes uren (heen en terug). En dat ga ik morgen doen.
See you!
het juiste antwoord is: (d) en/of (h)
NoWorriesMate
'Of ik toch alsjeblieft maar gewoon doorloop. Naar binnen. Om de zaak te checken. En maak het jezelf alsjeblieft ook een beetje at home and comfortable. En de hond maakt meer lawaai tijdens het blaffen. Dan tijdens het bijten. En ja. De kamer is beschikbaar. Alleen, hij is er zelf even niet. Maar komt waarschijnlijk ergens wel een keertje terug'. Today. Of zo.
Dat is ongeveer de strekking. En dat hangt dus een beetje op de deur te hangen. Maar dan in het Engels.
Ik ben de trotse eigenaar van een auto. Sinds vanochtend. Een witte. Tenminste tussen de roestplekken door is nog enig wit waar te nemen. Het eigenaarschap is is tijdelijk. Dat dan wel. Vier dagen.
Auckland heb ik gezien. En omdat Gerda nog enige dagen op zich laat wachten. Neem ik een besluit. Ik huur een auto. Kan ik mooi het meest Noordelijke deel van Nieuw Zeeland onder de loep nemen. Gerda en ik waren toch niet voornemens om dit deel te gaan bekijken. Dus 'schuren' doet deze beslissing niet.
Ik rijd met Claudia (een Duitse dame) naar de Botanical Garden (BG) van Auckland. We hebben elkaar in het backpackershotel ontmoet. Ze blijkt ook van planten, tuinen en bloemetjes te houden. En samen vatten we het idee op om de BG van Auckland te bezoeken. De auto komt goed van pas. Want de BG ligt een aardig eindje uit het centrum.
Na aankomst blijkt dat er geen entree geheven wordt. Ook worden er geen souvenirs en overige meukspulletjes verkocht. Sympathiek. Wel is het BG-restaurant zeer modern en professioneel opgezet. En alle bezoekers nemen daar na afloop plaats. En bestellen daar iets te eten. Naar mijn idee worden op deze wijze de gedorven entree-inkomsten dubbel en dwars terugverdient. Slim concept!
kronendak in de Botanical Garden....maffe foto he?
De tuin is mooi. Mij iets te gelikt. Het onderhoud verdient een 10+. En die plus die doet 't 'm nu net. Het is te. Maar het assortiment is deels onbekend. En dat is fijn. Want ik steek nog wat op.
Na dit zonnige bezoek (het is zonnig en warm) breng ik Claudia naar een plek vanwaar ze naar het centrum terug zal wandelen. Ik trek verder. Noordwaarts. Mijn doel voor vandaag is the Bay off Island. Een baai met een groot aantal eilanden. Dus je kunt lullen wat je wilt: de naam is goed gekozen. Op zichzelf. Iets met lading. Iets met dekking. Het ligt aan de oostkust. Het is een tocht van circa 200 kilometer.
Onderweg passeer ik leuke dorpjes. Reclameborden schreeuwen reclameteksten. Want dat doen reclameborden. Dat is hun kwaliteit. Daarvoor zijn ze in het leven geroepen. 'Wat schreeuwen ze dan Gerrit'. Nou moord en brand. En dat ik kopen moet. En het liefst vaak. En veel. En dat ze een verschrikkelijke goeie deal hebben. Met iets van korting. Zomerkorting. Met wel tot 60% korting (let vooral even op het woordje tot, maar dit geheel terzijde).
'En daar gaat het fout'.
Met die reclameborden. Want het zijn helemaal geen goeie deals. En zeker geen 60%. Nee. Nog geen week geleden betaalde ik in Nepal voor een soortgelijk product twintig keer minder. Dus. Weghalen die meuk. Klopt geen ruk van.
Inmddels ben ik aardig gewend geraakt aan alles wat niet Azie is. Maar wat heb ik een ongeloflijke bewondering gekregen voor mijn collega Geesje, die drie jaren in Nepal heeft gewoond. 'Hoe heb je ooit weer kunnen wennen in Nederland'. Dit is een vraag he?!.
Ik heb nog moeite met drie dingen:
1. ter bevestiging van iets 'knikschud' ik nog steeds met mijn hoofd (dat doen ze in Azie wanneer ze 'ja' zeggen of 'akkoord' zijn. Dat krijg ik er nog niet uit. Ik knik nog wat af hier.
2. de hoge prijzen hier (die natuurlijk niet veel hoger zijn dan in ons mooie landje, maar meeeeaan wat een verschil met de afgelopen vier
maanden
3. verkeerslichten. In Azie loopt iedereen maar aan. Geen verkeerslicht gezien. In NZ sta je gerust minutenlang te wachten voordat je 'groen' hebt.
De weg bocht en heuvelt wat van zich af. Bovenop zo'n heuvel heb ik prachtige vergezichten op de Pacific Ocean. Maar 'k moet mijn ogen wel op de weg houden. Om een aantal redenen. Ik heb ruim vier maanden geen auto gereden. Moet links rijden. En alles in die auto zit ook nog 's links......
Rond zessen arriveer ik in Russell. Russel is een beetje het Urk, Elburg, Kampen van Nieuw Zeeland. Maar dan slaperiger. Nog slaperiger. Je komt er met een ferry. Kort overtochtje. Beetje teleurstellend plaatsje. De baai ligt er mooi maar bewolkt bij. En het plaatsje slaapt. Er zijn toeristen. Maar dat valt niet op.
Ik ga op zoek naar een slaapplek. Een goedkope. De eerste keer schiet ik mis. Wel een plek. Maar niet goedkoop. 'Probeer 't 's bij Barry'.
Ik probeer het. Vind een briefje op de deur. Ga naar binnen. Check het hele zaakie. En neem mijn intrek. Barry komt later. Hij blijkt een oud-muzikant te zijn. Er staan wat gitaren in hoeken van de kamer. Bewijsmateriaal.
Barry is type: schuinmarcheerder. Type: No Worries Mate. Hij heeft een vriendin. Haar naam is Jane. Type: van-hetzelfde-laken-een-pak. Type: is ben zestig-en-dat-kan-je-zien-ook. type: en-ik-doe-er-niet-moeilijk-over. Type: het-leven-is-er-goed-over-en-langs-geschuurd. Type: en-ik-rook-ook-nog-'s. Leuke lui dus!
We ouwehoeren wat over (oude) muziek. En over mijn fietsreis door Pakistan. En voor een matsprijs a' 25 NZ-dollar mag ik overnachten. Ik twijfel geen seconde. En sluit iets van een deal.
No Worries Mate!
NotreeHill
Goedendag waarde volger en vriend. Fijn dat je er weer bent. 'Dat zijn natuurlijk niet mijn woorden. Dat snap je ook wel. Zo'n woord zou ik natuurlijk nooit gebruiken. Een dergelijk woord zou nooit over mijn lippen komen. Ik kijk wel uit. Ben je mal. Die staat niet in mijn woordenboek. Een woord als 'commercieel'. Zou ik nooit zeggen. Tuurlijk niet'. Dat had je meteen al door.
Je kent me toch?!
Nee. Het is een uitspraak van die knakker van DWDD. Die op woensdagen altijd korte humoristische zinnen /gedichten uitspreekt (ik ben zijn naam even kwijt, wie bied uitkomst?).
Zijn uitspraak sneed me trouwens wel een beetje. Door mijn tere ziel. Immers, ik ben lange tijd een enorme fan van deze band geweest. Heb ze een keer of twintig zien spelen. Live. Ging naar Parijs. Belgie. Om ze maar zo vaak mogelijk te kunnen zien spelen. Heb alle platen (nog). En ook heel veel bootlegs (illegale live- en video-opnamen).
Ben zelfs in mijn jonge jaren naar Dublin (thuishaven van de band) afgereisd om de opnamestudio te bekijken. Jah, alleen van buiten he!. En dronk een biertje in de pub (O'Connel Street) waar de heren toentertijd nog wel 's kwamen. En waar hun gouden platen aan de wand hingen. Ben je dan een fan? Ik dacht het wel!
Maar helaas moest ik 'm (die knakker van DWDD) gelijk geven. Niet een beetje. Maar volledig. De laatste tien jaren is er geen fatsoenlijk nummer meer door de vier heren op een plaat gezet. Commerciele shit! Dat wel. Jammer.
Het is 2012. Maandagochtend. Negen januari. Lichaam en geest zijn weer vriendjes geworden. Tijd voor actie!
Vanochtend ben ik begonnen met de Coast to Coast wandeling. Het fijne is. Die kun je gewoon zelf doen. Je hoeft niet in een rij. Je hoef geen kaartje te kopen. Niet op tijd te zijn. Niet mee heel veel mensen tegelijkertijd hetzelfde willen zien. Of doen. Nee. Gewoon lekker zelf. Op eigen gelegenheid. Met behulp van een routebeschrijving. Beetje struinen door Auckland City.
Auckland is de enige stad ter Wereld. Waar je dwars door de stad. Van de ene. Naar de andere oceaan kan lopen. In een uurtje of drie. Kilometertje of zestien. En dat wil ik wel. Twee oceanen zien. Op een (1) dag. The Coast to Coast wandeling dus.
Een waterig zonnetje schijnt te schijnen. Maar van dat schijnen merk ik niet zoveel. Van dat waterige des te meer.
De wandeling begint aan de rand van the South Pacific Ocean. Ergens middenin beginnen werd toch wat link. Ik loop via Queen Street. Langs Winkels. En hoge gebouwen. Daarna gaat het linksaf. Ik beklim een paar trappen. Zie een standbeeld van ene John Frederique Churton. En 'kruip' zo'n beetje onder de grillige takken van een Magnolia Grandiflora door.
de bloem van deze prachtige boom
Na een half uur kom ik in de universiteitenwijk. Veel jongelui zijn op weg naar college. Er wordt wat op snelheid gecontroleerd. En vervolgens loop ik door Cornwall Park. Waar behalve prachtige grillige bomen ook een bruidspaar staat dat voornemens is te gaan trouwen. Althans dat denk ik.
Want als je in de regen in een witte jurk en een zwart pak staat te poseren voor een fotograaf die ook in de regen staat om een witte jurk en een zwart pak te fotograferen dan lijkt mij de kans vrij groot dat het hier om een voorgenomen huwelijk gaat anders lijkt het me sterk dat je in een witte jurk en een zwart pak in de regen gaat staan poseren voor een fotograaf die ook drijfnat staat te zijn tijdens het maken van fotos van een witte jurk en een zwart pak. Maar dit geheel terzijde.
Maar ik ook. Want na anderhalf uur wandelen maak ik een ommetje. Natuurlijk is deze wandeling een (1) hele grote omweg. Want uiteindelijk hoop ik weer in het backpackershotel terug te keren. Maar dat geldt eigenlijk voor mijn hele reis. Aan het einde hoop ik gewoon weer terug te kruipen in mijn fijne zachte bedje. In Biddinghuizen. Eigenlijk gekkenwerk. Zo'n omweg. Ik had net zo goed thuis kunnen blijven.
Maar goed. Een ommetje dus. Ik wijk een stukje van de CTC-route af. En dat doe ik met veel plezier. Want ik ga een lang gekoesterde wens inlossen.
Ik ga One Tree Hill bezoeken. Of Maungakiekie. Zoals de Marori's de heuvel noemen.
One Tree Hill is een bijzondere plaats. In het bijzonder voor de Maori. De oorspronkelijke bewoners van Nieuw Zeeland. Ze kwamen zo'n 600 jaar geleden het eiland bewonen. Ene John Logan Campbell trok zich het lot van de Maori aan. En op One Tree Hill ligt hij begraven. En omdat enigszins te laten opvallen. Staat er een enorme obelisk ter nagedachtenis aan hem. En ter ere van zijn verdienste voor de Maori's.
'Maar wat heeft die commerciele kutband er nu precies mee te maken Gerrit?. Schenk 's even klare wijn mien jong'.
Ok, ik ga het u zeggen. In 1987 maar de Ierse band U2 een album: The Joshua Tree. Een album dat je met gemak een klassieker zou kunnen noemen. Geweldige plaat. Die ik nog steeds regelmatig. En met het nodige plezier beluister.
Op deze LP staat o.a. het nummer 'One Tree Hill'. Het nummer is een (1) groot eerbetoon aan de eerder genoemde meneer John Campbell. En aan de oorspronkelijke bewoners van Nieuw Zeeland: de Maori's.
'En waarom raakte U2 zo betrokken bij dit onderwerp, beste Gerrit?'. Vertel. Vertel!
Nou, een van de roady's van de band (dat is degene die tijdens de concerten de gitaren stemt, aanreikt en de microfoonstandaard op de juiste plaats en hoogte zet en zo) was een Maori. En zo raakte de zanger van U2, Bono, in het onderwerp geinteresseerd. Zodanig, dat de band afreisde richting NZ. Alwaar men One Tree Hill bezocht. Raakten daar zo onder de indruk van de plek. Dat ze er een nummer over schreven. En dat werd dus een van de nummers op the Joshua Tree. Zodoende. Dus.
En omdat ik nu toch in de buurt ben. Wil ik One Tree Hill ook wel 's bekijken.
Kort voor ik One Tree Hill ga zien. Bezoek ik het visitor centre. Ik zie een film. Zeven minuten lang. Interessant. En daarna 'tipt' de visitor-centre-dame dat het nog een hele klim is. Naar One Tree Hill. Met een hoogte van maar liefst 182 meter. Yeah right!!
Ik vertel haar, om haar gerust te stellen, want ze is best lief, dat ik voldoende proviand voor onderweg mee zal nemen. En ook dat ik mijn picknickkleedje bij me heb. En vier liter water. Reseveveters. Vaseline voor een schurende bilnaad (dit vond ze echt een heel goed idee......). Een uitgebreide EHBO-kit. Een een rol toiletpapier voor-je-weet-maar-nooit. En een fluitje voor als ik echt ik nood kom. Ik laat haar even horen hoe het fluitje klinkt (we oefenen even). Dan weet ze nl. dat ik het ben. Want ze vind mij ook heel lief. Kan ze me mooi komen redden.....
Ze is gerustgesteld. Tien minuten later sta ik bovenop de Hill.
'But where the fuck is the bloody tree?' (is een mooie taal da Engels...nie dan.).
Cornwall Park
Het voor een groot deel uit hout bestaande gevaarte, dat toch te herkennen moet zijn als met iets van wortels. Iets van takken. Iets van bladeren. Dat dus. Dat is in geen velden, heuvels of wegen te bekennen. Wel de enorme 'pilaar' (had hier eigenlijk 'stijve lul' willen typen, maar vond dat iets te ver gaan....) van John Campbell. Die is niet te missen. Die ligt daar lekker te snurken. Sinds 1912. Slaapkop! Maar een Tree. Nou neuh! Dacht het niet.
Gelukkig zie ik een local wandelen. 'Ze moeten lachen om mijn vraag'. Verteld me dat er lange tijd twee bomen hebben gestaan. Ze heeft daar altijd om moeten lachen. Omdat de plaats One Tree Hill wordt genoemd. Twee bomen. One Tree Hill. Dus nog een keer. Twee bomen. Op een heuvel die One Tree Hill genoemd wordt. Heb je 'm al?
Die ene boom moet ook gedacht hebben dat er geen ruk van klopte. En legde waarschijnlijk om die reden het loodje. En toen klopte het. One Tree Hill. Een (1) boom.
Maar daar dacht een activische Maori toch net even anders over. In 2000 hakte hij de enige en laatste boom om. 'Potdomme, wat een teleurstelling. Had ie daar verdorie niet een jaartje of 12 mee kunnen wachten. Dan had ik er ook nog iets van plezier aan kunnen beleven'.
No Tree Hill. Dat is het nu dus. Letterlijk en figuurlijk een afknapper.
aan de voet van One Tree Hill
Ik maar er wat foto's. Daal af. En vervolg mijn Coast to Coast Path.
Na heel wat gewandel. Gedraai, Gepark. Geboom. Gekeer. Gebrug. Gehuis (waar op een palmpje in de tuin meer of minder niet wordt gekeken). Kom ik aan bij de andere oceaan. The Tasman Sea. En los hier opnieuw, als beloning voor de door mij geleverde prestatie, een lang gekoesterde wens in. Het eten van Fish and Chips. 'No vinigar please'. Excuse me? 'No vinigar please'. Oh, no vinigar Maet. Ok dan. Heerlijk!
Ik loop via andere en regenachtige wegen terug. Naar mijn verblijfadres.
Mooie dag.
Moon is up
Over One Tree Hill
WeI see the sun go down
in your eyes
I'll see you again
when the stars fall from the sky
and the moon has turned red
over One Tree Hill
You run like a river.....
Nummer: One Tree Hill
Album: The Joshua Tree
U2, 1987