De Lustige Reiziger

Judasdruif

Het is8.00 uur. En mijn hart maakt nu al een sprongetje. “Wat ziet het er hier mooi uit”!


Ik glijd met fiets en al, zo de zee in. Nou bijna dan. Ik rem tijdig. En stuur net op tijd naar links. Het water blijft zodoende mooi rechts van mij. En ik houd droge voeten. “Wat is het hier fijn fietsen”. Weinig verkeer. Fietsen langs de zee. Wind bijna mee. Zo is fietsreizen bedoeld volgens mij.


Ik fiets van het meest Oostelijke puntje van Tunesië richting Tunis. En volg daarbij de zee. In tegenstelling tot de Zuidzijde (weg) is het hier lekker rustig. Mooi glooiend. En de zee is steeds zicht- en voelbaar. Ik kom door slaperig dromerige dorpjes waar vrouwen ijverig bezig zijn om de pepers aaneen rijgen. Die worden daarna opgehangen om te drogen. En die kunt u dan weer bij uw eigenste Appie op de hoek - in ruil voor wat euro’s - bemachtigen teneinde een pittige rode peperschotel op tafel te toveren. U weet wel: waar je zo lekker van van kan poepen. Mocht je geen idee hebben, pak dan gewoon de Allerhande even bij.

De werkloosheid is hoog in Tunesië. Ik ontmoet jongelui die - well educated - zijn, maar nergens aan de bak komen. Sommige willen een eigen zaak opzetten. Echter veel willen weg. Uit Tunesië. Naar het Westen. Een meisje - dat ik sprak - hoopte binnen een maand de vergunning te krijgen om naar Canada te gaan.

Ik gun het haar. Maar het is de dood in de pot. Jonge talentvolle mensen die vertrekken uit Tunesië. Terwijl het land hen nu juist zo broodnodig heeft. Ik zie veel jongelui - op doordeweekse dagen - bij elkaar klitten. Thee slurpen. En de wijzers van de vervelingsklok minuut voor minuut zien wegkijken (op hunnie telefoons).

Ik verveel me geenszins. Mijn tocht gaat verder.

Vandaag wil ik naar Korbous. Korbous is een bescheiden plaatsje. Echter het heeft iets speciaals. Het ligt aan zee. En de uitzichten zouden er fantastisch zijn. De weg richting Korbous heuvelt wat. Naarmate ik de kilometers wegtrap verandert het heuvelen in serieuze heuvelpuisten. Waar het een kilometer of wat hard werken is.

De dichtheid aan winkeltjes - hier aan de Noordkant - is beperkter dan aan de Zuidzijde. Ik sla van tijd tot tijd proviand in. Water staat met stip op 1. Brood en bananen vechten om de tweede plaats. En omdat ze er maar niet uitkomen dingen nootjes naar een plek op de derde plaats. Maar vandaag gaat het vinden van voedsel wat minder gemakkelijk.

Een restaurantje heb ik niet echt kunnen vinden. Ik doe het dus maar met een stuk stokbrood van gisteren - voorzien van stuifzand - en de Nutella die van thuis is meegenomen. En spoel het stokbroodzand weg met een bak gesuikerde thee.


Als ik al weer opgestapt ben stopt er plots een busje volgeladen met heerlijke vers gebakken en knapperige stokbroden zonder stuifzand.....

Ik kom in een dorpje waar de wekelijkse markt gaande is. Over een strook van 1 kilometer staan aan beide zijden van de weg kraampjes met uitgestalde waar. Ik houd van de bedrijvigheid. Iets verderop kan je drie hanen kopen. En ik vind het wel opmerkelijk dat ik tijdens al mijn fietsreizen zeer regelmatig geconfronteerd wordt met hanen. Dat kan toch haast geen toeval zijn? Denk u van wel? En dan ook nog ‘s hanen die kraaien. Vaak drie keer. Zou ik een soort Judas zijn?!

Ik ben niet zo Bijbelvast. Maar Judas kraaide toch ook drie keer? Of was het zijn haan? Of was het Mozes met die stoomboot van ‘m? En dat die drie keer aan z’n stoomfluit...... Ik weet het allemaal niet meer helemaal precies. Echter die Judas of die haan (1 van de 2) of die boot die deugde niet helemaal. Dat weet ik vrij zeker.


Met een ietwat onbestemd hanen-kraai-Judasgevoel vervolg ik mijn weg. Er volgt een serieuze klim. Ik klim naar 300 meter. Het gaat me prima af. Veel opgestoken duimen vallen me te deel. Bovengekomen verheug ik me op de afdaling. Een minpuntje: men heeft de bovenlaag van het asfalt geschraapt. Ze zijn precies op de top begonnen met schrapen en dan verder naar beneden. Hierdoor is een heel ruw oppervlak ontstaan, dat me dwingt om heel behoedzaam naar beneden af te zakken.

“Wat ben ik toch een druif”!

Nou ja, dat kan er na het zijn van een ‘Judas’ ook nog wel bij. Ik had Tunesië er niet meteen mee geassocieerd, maar ze telen hier ook druiven. En de oogst is right here and right now aan de gang. Er wordt wat af gesjouwd met kisten vol blauwe druiven. Ik krijg een trosje mee voor onderweg, als appeltje voor de dorst.


Tegen drieën neem ik de afslag naar Korbous.

Omdat ik lees dat de voorzieningen in Korbous minimaal zijn, tank ik mijn benzineflesje vol met brandstof. Het is altijd even goed opletten of ik echt ongelode bezine in mijn flesje krijg. En geen diesel of mengsmering. Daar raakt mijn brandertje binnen no time verstopt van. Maar dit lijkt goed te gaan. Mocht er in Korbous niets te kauwen zijn, dan kan ik in elk geval koken.

De laatste 10 kilometer beloven - deels - pittig te worden. Ik moet een heuvel over die me - uiteindelijk via een afdaling - naar de zee brengt. Ik voel voor de eerste keer dat de benen het lastig hebben. Ik rust van tijd tot tijd. Eet wat nootjes. Drink wat water aangelegd met vruchtensap. Ik worstel. En kom boven.



De uitzichten maakt alles goed.

Ik laat me - spectaculair snel - afzakken naar zeeniveau. En rijd een tijdje langs de zee.

In Korbous aangekomen informeer ik links, rechts, horizontaal, verticaal en diagonaal of er iets van een overnachtingsadres is voor een zekere Judas. Dat is er. Maar dan moet ik die - de man wijst naar boven - heuvel op fietsen. Tuurlijk. Wanneer je aan het einde van je krachten bent, moet je nog even die fuc%$@#king steile heuvel op.

Ook die steile heuvel bedwing ik. Met moeitebenen. Dat wel. Maar ook deze heuvel kan ik aan mijn verzameling - bedwongen heuvels - toevoegen. Redelijk versleten parkeer ik mijn fiets bij de entree van het hotel. Ik informeer. Er is plaats. En de prijs valt mee.

Na de plichtplegingen (formulier invullen, paspoort in drievoud overschrijven) sjouw ik alle spullen naar de 2e etage. Spoel me af. En ga op zoek naar iets van eetbaars. Ik heb wat te weinig gegeten vandaag.

Bij het binnen fietsen van dit dorpje zag ik vanuit mijn ooghoeken dat er hier en daar wat pogingen werden ondernomen om wat eten te bereiden. Althans ik zag wat mensen met een Allerhande in de weer.

Maar ‘s effe checken of ze het recept goed hebben aangehouden.

Afgelegde afstand: 71 km.


Reacties

Reacties

Roel

Prachtige foto 's Gerrit.
Ik zal JudasPriest hier voor je opzetten, ter ondersteuning.

Zal zeker niet meevallen al die klimmetjes met volgeladen ?
Gelukkig stevige Hollandse benen die voor aandrijving zorgen.
Wel voldoende eten hé
Groet vanuit een druilerig Nederland.
Positief, het Duitse elftal is verslagen met 4-2 ??

Gerrit

Ik heb het via de radio kunnen volgen Roel. Supergaaf!!!

Roel

cool
idd supergaaf hé

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!