“En wel nu. En wel hier. En wel meteen”!
Ik knijp hard in de remmen. En zoek naarstig naar een geschikte plek. Die vind ik achter wat grote hoge cactussen. Mijn bidon zet ik haastig spuitklaar. De deksel van het busje biotex trek
ik - onder de nodige hoogspanning - open. En met de nodige wanhoopspogingen frommel ik een rol wc-papier uit een van mijn tassen. Ik laat m’n broek zakken en direct daarna verlaat een aanzienlijke
hoeveelheid - waterige substantie - mijn lichaam. Als ware het een plotselinge bruine Golfstroom. Die de weg van de minste weerstand heeft gevonden.
Dat benadert de werkelijkheid ‘t meest.
Echter, mocht u een kruisje zetten bij ‘ tsunami’ dan keurt de examenkeuring commissie -gespecialiseerd in bruine waterige substanties - dat vast ook goed. En als u dan net kantje boord stond (4,9)
dan kan u dat net mooi over de grens trekken (heb ik toch mooi even mijn hele studieleventje notedopperig samengevat).
Ik hoop maar dat ik uw eetlust niet heb aangetast. En mocht dat wel zo zijn: mijn welgemeende excuses. Ik heb ‘t in 2011 in Pakistan ook een keer gehad. Een acute diarree aanval. Toen vond ik een
goede plek achter een grote kei. Ik denk dat die kei er nu nog van onderste boven is. En ik denk dat die cactus vanavond bij thuiskomst ook een bijzonder verhaal te vertellen heeft (normaal
reageert ie aan het einde van de werkdag wat stekelig richting thuisfront, maar nu heeft ie echt een goed verhaal).
“Wat lucht dat op”! Pfffff!!!!
Ik ben vanochtend voor zevenen vertrokken uit Kairouan. De etappe is ruim zeventig kilometer lang. En ik moet zeggen: “dat schrijf je een stuk sneller dan je het fietst”.
Kairouan is een wat conservatieve religieuze stad. Met een mooie medina en een grote moskee. Beide bekijk ik nog even voor ik echt vertrek. Het heeft vannacht flink geregend. De plassen water staan
nog in de straten. Dat maakt dat het buiten ‘drukkend’ aanvoelt.
Kairouan uit fietsen is nog een klusje. Het is al druk op straat en ik moet goed opletten.
Na 30 kilometer fietsen las ik een pauze in. Tot nu toe heb ik nog geen centje pijn. Maar ik wil mijn krachten goed verdelen. Ik moet er nog ‘s 45 kilometer wegtrappen.
Het leven is - wat mij betreft - te kort om steeds - als het om reizen/vakantie gaat - steeds naar het zelfde plekje terug te gaan. Ieder zijn ding natuurlijk. Daarover geen discussie. Maar onze
planeet heeft zoveel mooie, gave en interessante plekjes te bieden dat ik er de voorkeur aan geef om steeds weer een nieuwe locatie te zoeken. Om te kijken hoe het daar is.
Deze reis is daarop een uitzondering. Ik ben namelijk als ‘s in Tunesië geweest. Dat moet zo’n eh......31 jaar geleden geweest zijn. In een ander leven.
Het was mijn eerste reis naar het echte buitenland. Mijn eerste vliegreis. Het was de tijd dat je stapels reisgidsen bij het plaatselijke reisbureau ging halen. Avonden lang in die dingen zat te
bladeren. Die ingewikkelde prijslijsten (met die kut-kleine-lettertjes) zat te bestuderen. En er dan nog steeds niet snapte hoeveel het je nu ging kosten. Je koos een reis/bestemming. En ging dan
die reis ging boeken. Bij dat reisbureau.
De reis was een fly-drive naar Tunesië. Een groepsreis. Met een heuse Safari in de grootste bak speelzand van onze planeet. Duur: vier dagen. Aansluitend vier dagen strand vakaIk was 23 jaar oud.
Het was mijn huwelijksreis.
Ik knal er nog 10 kilometer uit.
Op 40 kilometer merk ik dat ik het wat lastig begin te krijgen. De kilometers van de afgelopen anderhalve week - en het reizen - eisen hun tol. Ik vraag me op dit soort momenten altijd af waar nu
eigenlijk het grootse pijn zit. Mentaal of fysiek. Ik denk dat het nu een mentale kwestie is. En een klein beetje fysiek.
Ik hak het resterende deel van de etappe in partjes van 10 kilometers. En begin de eerste van drie partjes af te werken.
Veel herinner ik me niet meer van die reis naar Tunesië. Nou ja. Nog wel wat. Dat er in het vliegtuig een fles Champagne werd opgetrokken voor het nieuwbakken bruidspaar. En dat een deel van het
vliegtuig applaudisseerde. Dat we in Sousse in een hotel werden ondergebracht. Dat we met twee jeeps op pad gingen. Dat in onze groep een vrouw zat die bovenmatig geïnteresseerd was in Perzische
tapijten. En niet kon stoppen met daarover te praten. En haar dochter die zich daar mateloos aan irriteerde. Een man met rugklachten Die (dus) altijd voorin moest zitten. Veel gehobbel. Veel zand.
Het ‘gehuil’ van de Imam. Soep met van die grote pitten. Kamelen. Flink aan de diarree geweest. En .........een bezoek aan het Colosseum van El Jem.
Mijn maag kan nog niet veel aan merk ik.
Ik koop wat appels en schil er elke 10 kilometer eentje. Ik zal toch wat moeten eten. En appels kan ik wel binnen houden. In Ouled Chamekh - een van de vele dorpjes waar ik doortrek - schuil
ik even voor de regen. Ik maak snel contact met meer schuilende mensen. Ze zijn allemaal geïnteresseerd en goedlachs. Na een half uurtje trekt de regen op. En ga ik verder.
Nog 20 kilometer. Het gaat een beetje op het tandvlees nu. Ik trap een wat lichtere versnelling. En probeer de krachten te verdelen. Maar ik heb ‘t even zwaar.
Mijn gedachten gaan weer terug naar 31 jaar geleden. Over wie ik toen was. Wat ik toen wist. Hoe ik toen in het leven stond. En over mijn vader. Die ernstig ziek was.
Mijn vader kreeg op een kwade dag de hik. Die maar niet over ging. De arme man heeft maanden en maanden de hik gehad. Zonder onderbrekingen. Zonder een pauze. Hij werd bedlegerig. De artsen stonden
voor een raadsel. Hij kon er niet bij zijn op onze trouwdag.We besloten (toch) om die reis naar Tunesië te maken. Na terugkomst overleed mijn vader. Nog geen week later. Zijn hart kon het gehik
niet langer bolwerken. Zou ik onder die omstandigheden weer zo’n reis maken? Ik heb me er wel ‘s schuldig over gevoeld......
Wat wist ik van andere culturen? “Niks”. Het is mede om die redenen dat ik deze reis heel graag wilde maken. Een keer terugkeren naar een plek waar ik in een ander leven al ‘s geweest ben. En
kijken hoe dat voelt! Hoe dat kijkt. Hoe ik dat ervaar. En ook de gelegenheid hebben om wat herinneringen en gebeurtenissen ‘s rustig de revuete laten passeren.
Mijn resten nog 10 kilometer. Mijn billen nemen de rauwheid van vers gesneden rosbief aan. Ondanks het feit dat ik een prima zadel heb is de billenkoek nu echt op.
Aha! In de verte rijst het Colosseum op. Dat geeft energie.
Het Colosseum is de enige echte plek waar ik nog een herinnering aan heb. Ik weet nog dat ik daar aankwam. En dat er wat souvenir verkopers voor de ingang stonden. En dat er veel zand was.
En dat het warm was. En dat je even snel binnen kon kijken. En daarna weer snel verder moest.Het programma afwerken.
Het bouwwerk komt steeds dichterbij. Trap voor trap.
De laatste kilometers fiets ik gemakkelijk weg. Ik doorkruis straatjes. Fiets door steegjes. Ontwijk zo behendig mogelijk auto’s en scooters. Waren die er 31 jaar geleden ook al?
En plots sta ik er pal voor. Boem!! Knal!!!
Ik ben trots dat ik - 31 jaar later - dit op mijn fietsje bereikt heb. Eigenlijk ben ik veel trotser dan 31 jaar geleden. Toen ik hobbelend en klotsend in een vierwiel aangedreven jeep dit UNESCO
WERELDERFGOED MONUMENT bezocht.
Ik kijk naar het gebouw. Tjonge, wat glijd de tijd toch door je vingers: 31 jaar geleden al weer. Wat is er in die jaren allemaal gebeurd......
Goed ik ben hier. En nu. Dat moment laat ik vereeuwigen. Een allerliefst meisje wil deze oude knar wel fotograferen. En aldus geschiedde.
Weet u. Mocht deze beschaving ooit ter ziele gaan (wat ik niet hoop, echter ook niet uitsluit). En miljoenen jaren later opgegraven worden. Stukje voor stukje. En mochten ze dan op een mooie dag
bij deze foto uitkomen. En het fotootje zorgvuldig afgestoft hebben. Dan weten ze dat een Hollandsche fietser hier ooit is geweest.
Twee keer zelfs!
Afgelegde afstand: 78 km.