De Lustige Reiziger

KnalPang

Ik voel me een beetje als een voetballer die in de eerste minuut van de wedstrijd een overtreding begaat en daarvoor een gele kaart krijgt. Die moet de rest van de wedstrijd toch een beetje op z’n tellen passen. Want bij een tweede gele kaart ligt ie eruit. Dan zou het over zijn met de wedstrijdpret.

Lieve kijkbuiskindertejes. Gisteren ben ik vertrokken. Uit Amman. Hoofdstad van Jordanië. Jazeker, daar is de reis begonnen. Jordanië is het land dat ik de komende 3,5 week een poepje zal laten ruiken en fiets-onveilig zal maken.

Nu zal het met die onveiligheid wel meevallen. Jordanië is het meest stabiele en veilige land in het Midden Oosten. De omringende landen kennen zo elk hunnie problemen. Neem bijvoorbeeld Syrië. Daar is een puinzooi gecreëerd door ene meneertje Assat. In Irak gaat het ook niet helemaal ok. En bij de Westelijke Jordaanoever (waar ik - terwijl ik dit zit te typen - maar 50 kilometer van verwijderd ben) zijn de Israëliërs en de Palestijnen al jaren bezig om landje-pik te doen en willen maar geen vriendjes worden.

Nee dan Jordanië. Tuurlijk. Er ontploft wel ‘s een bommetje. Maar dat is alweer heel wat jaren geleden. Enne, vanwege de spanningen kun je In het grensgebied van Syrië en Irak beter niet komen. Want ja, je weet maar nooit. En er wil zo hier en daar nog wel ‘s een stoeptegel scheef liggen, waarover je zou kunnen struikelen en dien ten gevolge lelijk zou kunnen bezeren. En een gang naar de EHBO noodzakelijk zou kunnen worden (iets met jodium, iets met pleisters). Maar dan heb je het ook wel gehad.

De eerste 20 kilometers verlopen vlak. Ik krijg te maken met een straffe wind. Tot zover niets aan het handje zou je zeggen. Maar kheb ‘m tegen. Recht op m’n snoet. Ik passeer een geitenhouder die z’n geiten in het gareel probeert te houden. In Madaba sla ik links af, de Kings Highway op. Wegnummer 35. Die weg ga ik de komende 300 kilometer volgen.


Bij een kippenverkoop stalletje houd ik stil. Ik zie hele vracht aan kukeleku-kuikentjes die ik zo in mijn achtertas zou willen meenemen. In mijn achtertas, ja! Mijn voortassen zitten namelijk knettervol. Als ik ze daar nog bij in zou moeten proppen dan zou dat voorwaar een bloedbad worden. En zou Jordanië in 1 klap van z’n fijne vredige imago afgeholpen zijn.

Maar goed: zelfs in mijn geval wint de wijsheid het van verlangen. Ik laat de kukulukukuikentjes maar achter, maar niet zonder dat ik hier nogmaals wil benadrukken dat dit een stevige concessie mijnerzijds is. Een hele stevige!!

Kukuluku!!!


Na 55 kilometer fietsen kom ik in Dibhan. In Dibhan is niets. Nou ja, niets. Er is van alles. Een scheefgezakte vuilniscontainer. Een dubbelbaans rijweg. Met geel zwarte betonbanden. Maar dan heb je het ook wel aardig gehad.

In het geval je vreselijk verliefd bent, en je liefje een keer naar een ver en romantisch oord zou willen meenemen: ik zou Dibhan niet snel kiezen. Tenzij het een liefje voor d’r bij is. Waar je snel van af wilt. Dan maakt het niet uit. In dat geval zou ik het juist doen. Is een tip: doe er uw voordeel mee.

Ik vind onderdak bij de plaatselijk groentenman. Ik mag in zijn winkel, achter de toonbank slapen. Juist als ik m’n hele spulletje heb uitgepakt en mijn slaapplek in gereedheid heb gebracht, verteld de eigenaar dat ie een betere plek voor me heeft: bij hem thuis.

Wat een gastvrijheid.

En zo eet ik een heerlijk maaltje. Slaap ik op een heus matras. En wordt mij des morgens een heerlijk ontbijtje voorgeschoteld.

Dat ontbijtje, die maagbodem, die ga ik hard nodig hebben.

Het is Ramadan. Tussen zonsopgang (7.00 uur) en zonsondergang (19.07 uur) mag hier niets gegeten en gedronken worden. Alle restaurants zijn dicht. En ik moet maar zien hoe ik aan mijn eten en drinken kom. Gelukkig zijn er wat winkeltjes en supermarkten open. Maar dan ontstaat het volgende issue. Waar eet en drink ik de gekochte waar op?! Dat moet een beetje stiekem. In het openbaar mag dit absoluut niet.

Ik heb er deze reis een extra uitdaging bij, zoveel is duidelijk.

Op woensdagochtend stap ik op. En mag ik meteen 4 kilometer klimmen. En daarna sta ik voor een geweldige afdaling. Die gaat van circa 700 meter naar een dam - in het dal - naar 200 meter. Maar tot zover het goede nieuwe lieve vrienden. Daarnahaaaaaa………..ga ie van 200 meter naar 1100 meter. Recht omhoog!

Ok, eerst de afdaling. U zou kunnen denken: lekker knallen naar beneden Gerrit. Grote halen, snel thuis. Tja, lieve lezer. Op zichzelf een logische gedachte. en ik weet dat uw gedachten doorgaans wat oppervlakkig van aard zijn. Maar eh… zo gaat het niet In z’n werk.

Het dalingspercentage is van dien aard dat ik heel behoedzaam naar beneden moet koersen. Teveel snelheid zou er toe kunnen leiden dat ik weliswaar heel snel beneden ben. Maar misschien niet helemaal op de plaats van bestemming terecht kom die ik vooraf in gedachten had. En misschien ook niet als Gerrit zoals U ‘m kent……

Om de snelheid te matigen moet ik veel remmen. En bij regelmatig remmen worden de velgen warm. Zeg maar: heet. En nu zou U kunnen denken: krijg de vinketiefus-tering Gerrit. Wat loop je toch moeilijk te doen man. Wat maakt dat nou uit.

Nou lieve lezer, zodra de hitte de binnenband bereikt, zegt ie knalpang. En dan heb ik een klapband. Buiten dat het levensgevaarlijk is om in een afdaling een klapband te krijgen (= me op al mijn reizen al 2 keer overkomen…..) heb ik nog maar 1 reservebinnenband over voor de hele reis. Nou ja, vandaar dat ik regelmatig afstap en de velgen laat afkoelen. Dalen is dus niet altijd een plezier.

Over het stijgen van daarna wil ik het nu niet hebben. Ik verdring dat. Negen kilometer omhoog stoepen en schuren. Haarspeldbocht na haarspeldbocht na haarspeldbocht. En leek geen einde aan te komen. Ik was kapot. Geen droge vezel meer aan m’n lijf.


Maar eh……om de koude meteen uit de lucht te halen. Ik heb het gehaald. Maar niet zonder de nodige energie te verspillen. De 35 kilometers die ik daarna moet fietsen gaan zwaar. De benen zijn verzuurd. Ik heb behoefte aan een voedzame maaltijd. Maar in plaats daarvan verorber ik 5 bananen en een pak koekjes (op een verlaten plekje).

Zeer (echt) vermoeid kom ik in Kerak aan. En vind er een hotelletje. Met een ligbed. En een douche.

In Karak ligt het kasteel van …….Karak. Ja, zou gek zijn als daar het kasteel van Biddinghuizen zou liggen….(ik vind dit overigens een behoorlijk gekke wending in het verhaal).

Ik wandel naar het kasteel, bekijk het geheel met belangstelling enne……laat ik het zo zeggen ………de reisgids belooft meer dan het kasteel waar kan maken. De uitzichten vergoeden veel van de lichte teleurstelling die ik mij ten deel laat vallen.


Ik wandel terug naar het hotel en moet wachten tot 19.07 uur. Vanaf dat tijdstip kan mijn vermoeide maag op iets van vulling rekenen.

Tot slot wens ik u een heel fijne Hubble Bubble-dag toe.

Gerrit

Maandag 18 april 2022
Amman (voorbereidingsdag)

Dinsdag 19 april 2022
Dibhan, 56 km

Woensdag 20 april 2022
Kerak, 55 km



Reacties

Reacties

Roel

Gerrit, man to h. Wat een planning. In de ramadan stevig fietsen, pffffff
Mag drinken dan wel?

Hete velgen is idd een groot probleem, voorzichtig aan man
Byzonder land, mooie foto 's weer

Fiets voorzichtig
Denk aan de Nick & Simon hit: m'n wieltje is zo heet ?, hij knapt bijna

Bram

Een reis en een verhaal zoals het Gerrit betaamt. Weer heerlijk om te lezen. Succes met de ram a dan en de fiets (ontplofte binnenband? Nog nooit gehad). Geniet ervan kerel!!

Roel (andere Roel)

Mooi verhaal Gerrit! Ik hoor het je gewoon vertellen! ? Succes! (Met stiekem eten…)

Gerrit

Dank je wel Roel!

Anja

Gewoonweg prachtig.

Gerrit

Dank je wel Anja!!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!