De Lustige Reiziger

Zandstralen

Na een kilometer of 15 gefietst te hebben fiets ik tegen een eerste militaire controlepost aan.
Dat wil zeggen: ik rem precies op tijd om dat ‘ tegen aan rijden’ te voorkomen.
Ik moet mijn paspoort tonen. Zeggen waar ik naar toe ga. En vooral uitstralen geen kwade bedoelingen te hebben.


Het overvalt me niet, die controle. Er zullen er nog meer komen.

Ik ga vandaag (en de komende dagen) de 65 volgen. De Jordan Valley Road. Die me ondermeer naar het laagste punt op aarde zal voeren: de Dode Zee.

De Jordan Valley Road loopt strak langs de Israëlische grens. Zo strak dat ik - als ik echt goed en ver kon gooien - zo een steentje op Israëlisch grondgebied zou kunnen gooien.
Er is wel een ietsje gevoeligheid in dit grensgebied in verband met het conflict met Israël en de Palestijnen. En Jordanië houdt een oogje in het zeil.

Dus ik zal nog wel ‘s tegen een controletje of wat aanfietsen.

De controlemeneer kijkt naar m’n rechtertas en vraagt me of er kleding in zit. Ik antwoord dat ik daar mijn geweren in vervoer. Hij loopt naar m’n linkertas en zegt: daar zitten zeker de fotospullen in?! Ik antwoord ‘m dat ik juist in die tas de kogels vervoer. Want ja, met een geweer moet je wel lekker kunnen knallen. Kanjer d’r niet genoeg van bij je hebben. En die lange tas: daar zit zeker je tent in?! Nee, zeg ik: daar heb ik juist die raketwerper in gedaan. Leek me een fijne plek.

Nou ja, in dat geval mag deze Hollandsche fietser gewoon doorkarren, maar niet nadat er een foto is gemaakt die op een Jordaanse Facebook-pagina zal prijken. Ik waarschuw de man nog dat ‘m dit vrienden gaat kosten. Maar ik geloof dat mijn overtuigingskracht tekort schoot.



Vanochtend heb ik Aqaba verlaten.

Aqaba is de enige havenstad van Jordanië en zit tegen Eilat aangeplakt (zie de foto hierboven). U weet wel die Israëlische badplaats waar het goed toeven is wanneer u lekker negerbruin wilt bakken. Eilat ligt zo dicht bij dat ik de gebouwen aan de andere kant van de grens prima kan onderscheiden. Ik zit het hemelsbreed minder dan een kilometer vandaan.

De rit van vandaag en de komende dagen jagen me ietwat schrik aan. Het is niet het hoogteprofiel. Die verloopt de eerste dagen vrij vlak. Het is niet de tegenwind. Die kan ik het kale hoofd bieden. Maar het is meer het ontbreken van voorzieningen. Op een enkel tankstation na, zou er niets aan eten en drinken te vinden Zijn……

Ik heb gisteren goed ingekocht. Heb vijf flessen water aan boord. Brood, chocopasta, koeken, bananen, noodlesoep en nog meer meuk die de fietsmaag zou moeten vullen.

Vandaag is een speciale dag in Jordanië. De Ramadan wordt afgesloten en het Eid al Fitr kan gevierd worden. Ik heb de afgelopen dagen talloze vrachtauto’s zien rijden met schapen aan boord. Die hunnie laatste ritje maken. Waarvan ik denk dat die lekker worden opgepeuzeld tijdens de feestelijkheden die tot drie dagen kunnen duren.

Het goede nieuws - voor mij is - dat de restaurants overdag weer open gaan. Kijk, reizen tijdens de Ramadan is prima te doen. Maar het kent wel z’n beperkingen. Het is wat moeilijker om eten te bemachtigen (je bent afhankelijk van een winkel/supermarkt), en het opeten moet in het geniep. Je bent niet vrij om zomaar ergens wat te eten en te drinken.

Na 50 kilometer - die droog, warm en relatief vlak en zonder een spoortje schaduw verlopen - is er een eerste tankstation. Ik hoop dat ze naast benzine ook wat fietsvoer hebben. Dat valt zwaar tegen.

Ik koop allerlei zoete en zoute meuk - dat ik normaal probeer te vermijden - en werk ‘t allemaal naar binnen. De komende 40 kilometer is er namelijk weer niets.

Ik stap op. De wind trekt aan. Het is zo warm dat ik mijn temperatuurmetertje niet check. Tja, ik kijk gewoon niet. Het is misschien wel 50 graden. Als ik daarvan bevestiging zoek, dan kan dat mentaal tegen mij gaan werken. Laat het lekker warm zijn, ik hoef niet te weten precies hoe warm.

Er is nauwelijks verkeer. Maar met regelmaat passeren mij grote vrachtauto’s. Die halen iets op, en transporteren dat dan weer in tegengestelde richting. Het gaat de hele fietsdag door. De meeste chauffeurs geven mij ruim baan. Maar er is er 1 die het leuk vind om mij van de weg te kegelen. Nou lijken die wagens erg op elkaar en weet ik niet precies welke wagen er aan komt en wie me nu wil liquideren. Het is en blijft opletten geblazen.

Er is nog iets. Gisteren heeft er in dit gebied een enorme zandstorm plaatsgevonden. Dat zand ligt ook op het asfalt. Wanneer de grote vrachtauto’s mijn passeren, stuift het zand met kracht op en wordt mijn gezicht gezandstraald. “Wat kunnen die zandkorreltjes scherp zijn zeg”!

Ik moet even in de remmen. Er steekt een kameel over (stoere zin om te schrijven….).

Op kilometerstandje 87 moet ik er nog drie. Het is iets van een gouden wet of zo (vraag Joan ook maar ‘s). De hele dag gaat het vlak. En ja hoor. De laatste drie - na 87 kilometer - lopen vuil omhoog. Gebeurt zoooooo vaak!! Ik begrijp nooit zo goed waarom dat nu moet precies op het moment dat je op het punt staat een vermoeide fietsdag te beëindigen.

Maar goed. Die berg is bedwongen. Ik rijd Ar-Rishah binnen. Het is een ietwat bevreemdende ervaring. Vanochtend heb ik Aqaba verlaten - waar alles is. Supermarkten. Telefoonwinkels. Restaurants. Banken. Tot aan een Mac Donalds toe (Zie foto hierboven). En hier is het armoedig, stoffig en geeft het een verlaten en armoedige indruk.

Ik had me erop voorbereid dat hier geen hotel zou zijn. En val bij het enige restaurant binnen dat dit dorpje rijk is. Ik vraag ‘m of er iets van onderdak te vinden is in zijn dorp. De eigenaar bied me meteen een douche en bed aan. En zegt er meteen bij dat ie daar geen geld voor wil.

In Jordanië heeft men gastvrijheid hoog in het vaandel. Je weigert een gast nooit maar draagt juist zorgt voor die gast. Je geeft ‘m te eten en te drinken. En vraagt daar geen tegenprestatie voor.

Ik sleep m’n spullen naar de hoogste etage. Neem een douche. En installeer m’n slaapplek.
Een slaapplek die ik mag delen met een Egyptenaar en nog iemand die in het restaurant werkzaam zijn.

Als de zon onder is gegaan staat er een maaltijd klaar, die we met z’n vijven opeten.

Ze vragen of ik de waterpijp meerook. Maar dat rook aanbod sla ik met het grootste mogelijke tact en vriendelijkheid af.

Als ik die ga roken kom ik morgen zeker niet vooruit.


Uw nederige dienaar.
Gerrit
Afgelegde afstand: 90 km.

Reacties

Reacties

Roel

Gelukkig geen doorrookte Gerritje. Wel super, die gastvrijheid hoor.

Klinkt toch allemaal wel spannend, zo in je eentje. Niemand, behalve je schaduw, om even mee te 'relatieveren'. Mis je je reismaatje? Oeps, lastige vraag hé ?

Blijf genieten man, gezandstraalde kom je terug met een verjongd uiterlijk hé

Paul B.

Mooi verhaal weer Pleitemans

Gerrit Pleijter

Thanks Roel. De x geen Nick und Simon, met hun hit: zandstralen is fijn, als je er maar Klaas Vaak voor heet....

Gerrit Pleijter

Dank U wel meneer Paulusman!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!