Druk druk
Na een goede nachtrust in de tuin van een ongelooflijk gastvrij gezin, breken we ons tentje af en gaan we, nadat Gerrit al zijn voetbalskills in de strijd heeft gegooid, (en daarna de handdoek in de ring, want deze dame kan voetballen!) hebben we besloten onze weg te vervolgen zuidelijk langs de Gambia rivier.
We hebben niet heel duidelijk op het netvlies waar we vandaag eindigen, maar we zouden onderweg iets van een overnachtingsplek moeten tegenkomen. Deze
komt al vrij vroeg, te vroeg om al te stoppen met fietsen dus we besluiten nog maar een eindje door te gaan. We passeren weer vele kleine dorpjes, en een heuse geitenmarkt.
Na 50 kilometer gaan we eens rondvragen voor een slaapplaats. Er staat een bord met een verwijzing naar een lodge, maar men is daar wat terughoudend over. Geen water en elektriciteit.
Nou ja, dat water hebben we en dat andere is niet noodzakelijk.
Als we kunnen slapen zijn we dik tevreden. De vermoedelijke afstand varieert per keer vragen, maar het lijkt alsof het haalbare kaart is, dus we gaan ervoor.
Al snel komen we op een zandweg, waar het erg moeizaam fietsen is. Met de kilometers in de benen, de zon op het hoofd en het zweet op onze rug begint dit een ware uitdaging te worden, zeker als we ook nog met regelmaat worden aangesproken en onderhoudende babbeltjes moeten maken over onze nice bikes en wat al niet meer. Snel doorfietsen is er hier niet bij, dus moeten we eraan geloven. Ik wil van alles, maar nu wil ik vooral die vermoedelijke 7 a 8 kilometer door dit mulle zand zien te trotseren, en daarna zien we wel weer verder.
Om de feestvreugde wat te verhogen, worden we de laatste kilometers geƫscorteerd door een stuk of 20 kindertjes, die energie technisch en vocaal gezien nog niet aan hun taks zitten vandaag.
Ik vind het loodzwaar en het huilen staat me nader dan het lachen. Dit is echt pittig, zeker aan het eind van de dagā¦..
Maar daar is de lodge! Dat is fijn, uitrusten, tent opzetten, eten en klaar. Ik kijk ernaar uit!
Ehā¦..sorry Joan, zo werkt het hier niet.
We zijn de attractie van de dag, en alle kinderen blijven zo ongeveer bovenop ons zitten.
Gerrit heeft al geĆÆnformeerd en we mogen hier kamperen, maar we gaan eerst kijken of we wat minder aandacht kunnen genereren. Nee dus. Uiteindelijk gaan we maar wat eten, met zoān 40 ogen op ons gericht. Na een tijdje vragen we een paar oudere jongens die Engels spreken hoe laat zij eigenlijk eten, hint, hint, en Gerrit durft het uiteindelijk aan om te vragen of zij de kinderen mee terug willen nemen naar de village. Dat werkt. Kunnen wij vlot de tent opzetten en het avondeten maken. Dit lukt, tent in een oud, halfopen gebouwtje, mooi beschutā¦..
Kijk daar! De volgende belangstellende, de voormalige beheerder van dit alles, die wil ook zijn ei kwijt, kom er maar bij hoor, gezellig.
En holladijee, daar komt nog een man, die nog een ernstige boodschap voor ons heeft ook!
Wij hebben onze tent in de (voormalige) moskee gezet en dat is niet de bedoeling. We begrijpen het maar even niet, en maken ook aan het andere gesprek een eind, tijd om naar bed te gaan.
Volgend probleem.
We stikken zo ongeveer in de tent, lekker beschut gebouwtje, houdt zo mooi alle wind tegenā¦.
De eerste uren komt er niets van slapen, ofwel door de warmte, en anders wel door de mug die zijn kans grijpt nu we alles open gooien ter verkoeling. Ik ben alert op elk geluid, bang dat we alsnog in het pikkedonker de moskee uit worden gebonjourd. Spanning werkt bij mij altijd op de blaas, dus ik kan er ook nog 2x uit. Uiteindelijk wordt het iets koeler en wint de slaap het van alles. Gelukkig.
Afstand: 60 km.
Warmhartig
Gisteren hebben we van een ouderwetse rustdag genoten.
Zo eens in de vier dagen moet dat van ons zelf. Niet eens zozeer omdat het conditioneel niet meer gaat, maar meer omdat het zitvlak enige rust behoeft. Ondanks het feit dat we onze zadels met de nodige zorg hebben uitgekozen (enneā¦..donāt forget the Europeegeltjes die hiervoor over de toonbank hebben moeten rollen.....) gaan de billen na circa 250 km fietsen toch wat protesteren. En dat is op zich niet erg. Geeft ons mooi de gelegenheid om wat aan groot onderhoud te doen.
Mijn achterwiel loopt een ietsje aan en ik kon de afgelopen dagen maar niet vinden wat de oorzaak is van dit schurende ongemak. Ik sleutel een uurtje of drie en dan heb ik het voor elkaar. Ik, niet gezegend en belast met een enorme hoeveelheid technische kennis, heb toch het klusje fijntjes geklaard. D.w.z., ik kreeg het niet voor elkaar en toen heb ik een hamer gepakt enā¦ā¦ neeh, neeh, neeh, zo is het niet gegaan lieve lezer. Ik heb echt gesleuteld onder het toeziend oog van mijn vriendin (drukverhogende factor!!!) en ondanks dit gegeven toch het klusje geklaard. En daar ben ik gepast maar toch ook wel behoorlijk trots op! Later op de avond laat ook het benzinebrandertje het afweten. En ook die brandende kwestie los ik met succes op.
Mijn leraar ā machinekennis ā van de lagere landbouwschool in Oldebroek zou met terugwerkende kracht trots op mij kunnen zijn. Maar ik denk eerlijk gezegd dat als ie er van gehoord zou hebben ie meer verbaasd zou zijn. Of eigenlijk, hij zou er geen bal van geloven dat ik die klusje geklaard zou hebben. Een diep ongeloof zou zich van van deze man meester hebben gemaakt. Wat op zich niet slecht is voor een leraar dat ie zichzelf iets meester maaktā¦ā¦. Sorryā¦ā¦..
Ik kon er destijds qua technische kennis helemaaaal nix van. Echt niet. Het interesseerde me ook geen bout. Of was het nou een moer? Zie, daar ga ik al. Tijdens de lasles plakte de elektrode aan de werkbank en met het afstellen van een 4 takt motor liep bij mij alles in het honderd. Terwijl het er toch echt maar vier waren.
Afin.
We bepalen onze route voor de komende vijf dagen en daar doemt iets van een probleem op. We kunnen namelijk maar moeilijk kiezen. Gaan we onderlangs de Gambarivier? Of, gaan we door het zuiden van Senegal fietsen?
Ai ai ai!! Daar komen we niet uit. Beide routeās spreken ons aan, maar we krijgen tegenstrijdige berichten over de toestand van het wegdek. De weg door Gambia zou erg matig van kwaliteit zijn. De route door Senegal zou iets gevaarlijker zijn omdat er hier en daar landmijnen in de bermen (kunnen) liggen. En als nu bekend was waar precies dat ā hierā en/of dat ā daarā is, dan zou het voorwaar geen problemen geven. Maar dat is niet het geval. Daarbij staat de route er om bekend dat er wel ās iets van kleine criminaliteit plaatsvindā¦ā¦.
Lastig. We besluiten om vandaag (onderweg) wat meer route informatie in de te winnen. En morgen nemen we ons besluit.
Vanochtend hebben we pal aan de grens van Gambia gelegen hotel verlaten. En konden (moesten eigenlijk) aansluiten in een lange rij wachtenden die net als wij naar Gambia willen.
āWat houd ik er toch van: GRENSOVERGANGEN! Heerlijk vind ik zeā. De hectiek, de spanning, de reuring die er heerst. Ik smul er van. Van mij mogen ze alleen al om die reden de controle aan de landsgrenzen in Europa weer in ere herstellen. Morgen invoeren. Gewoon aansluiten, lekker lang wachten, kofferbak leeghalen en dan van die douaniers met morssige blouses die net iets te ernstig en net iets te belangrijk kijken bij het controleren van het paspoort. Heerlijk!!
Heel eerlijk?!
Ik rijd tegenwoordig elke dag van Duitsland naar Nederland en ās middags vice versa. En elke keer als ik de grens oversteekā¦ā¦..niet lachen nuā¦..āt is echt waarā¦..dat brengt een vrolijk spannend gevoel bij mij teweegā¦ā¦.lijkt net of ik met vakantie gaā¦ā¦het voelt alsof ā¦ā¦ā¦..(laat maar, ik merk dat u hier afhaakt, tis misschien ook een puur persoonlijk dingetje van mijn kant..ā¦.).
We slagen met goed gevolg (had ik dat vroeger op school maar wat vaker kunnen zeggenā¦ā¦. Ja lach maarā¦ā¦tis namelijk echt waarā¦ā¦.). We worden uitgeschreven in Senegal. En een metertje of 50 verder worden we hoffelijk ontvangen door keurig geĆ¼niformeerde Gambiaanse mannen en vrouwen. Ze controleren ons medisch paspoort (dat we maar geen Cholera het land inbrengen, want daar hebben de Gambianen een broertje en zusje dood aan) en ons gewone paspoort. En hup met de Gambiaanse geit!
Wat meteen veranderd is de taal. Van het Frans naar Engels. Verder niets. Het landschap blijft onveranderd. De weg vlak en rustig. De temperatuur onveranderd hoog.
We fietsen heel relaxed 23 km verder. Daar wacht de pont die ons de Gambiarivier over zal brengen. Het is er hectisch en druk. Velen wachten om de oversteek te wagen. Een vriendelijke man (heb je hier heel veel van!!) koopt voor ons een overtocht kaartje. Hij acht het te gevaarlijk om de fietsen alleen te laten tijdens het kopen van een kaartje.
Deze pont is niet veel groter dan de gemiddelde ponten bij ons. Bij ons gaan er een auto of 20 op en nog enkele tientallen piepeltjes. Op deze pont weten ze zonder veel moeite honderden mensen te proppen. En tientallen vracht- en personenautoās. Onze 2 fietsen kunnen er nog net bij.
De overtocht die 40 minuten duurt en is een belevenis. Er wordt handel gedreven, het is een levendige bedoeling. Laat ik het zo zeggen: als je de pot overtocht naar Wijhe of Olst in gedachten neemt, of eventueel een andere willekeurige overtocht in ons mooie kikkerlandjeā¦..nou ā¦.dan is het hier ietsje drukker en kleur- en geurrijker.
De pont doet wat ie doen moet. We fietsen Banjul binnen. De hoofdstad van Gambia. We pinnen, tanken benzine, vullen onze voorraden aan en eten wat. Banjul uitfietsen is een makkie. De stad is niet groot en je bent er uit voordat je er erg in hebt.
We fietsen langs de zee en komen in Serukunda. Dat is andere Banjulkoek. Wat een hectiek, wat een drukte, wat een smerigheid. De stad is eigenlijk groter dan de hoofdstad: Banjul. Dit alles komt hard onze hoofden en lijven binnen. Gelukkig nemen we naar verloop van tijd een afslag. Een zandweg. Rust. Echter, deze weg zo mul dat fietsen nagenoeg onmogelijk is.
De laatste loodjes wegen zwaar. Door mul zand en extreme hitte.
We stranden bij een familie die ons toestaat dat we onze tent op hun grondstuk opzetten. We worden meteen uitgenodigd om mee te eten. En TV te kijken met de jongelui van de familie. We mogen gebruik maken van toilet en douche.
We hebben fijne gesprekken en voelen ons welkom. Met hartverwarmende harten vallen we in een diepe slaap.
Afstand: 45 km.
Grensgeval
Het is misschien moeilijk te geloven, maar we hebben het koud gehad vannachtā¦. Waar we overdag ons van tijd tot tijd even moeten verbijten, met name na het middaguur, als de zon echt fel gaat branden, koelt het ās nachts steeds meer af naarmate we zuidelijker komen. Ik heb vannacht mijn handdoek een nieuwe functie gegeven, en als deken gebruikt. Het is wel heel fijn trouwens, die koelte, het maakt dat we goed kunnen slapen, en dus weer fit aan een nieuwe etappe beginnen.
Vandaag gaan we naar onze laatste bestemming voordat we de grens met Gambia oversteken. Op naar Karang! We fietsen Sokone uit en laten haar en haar inwoners achter, natuurlijk met het gebruikelijke zwaaiwerk. Behalve Abdoullah, die besloten heeft om een tijdje mee te fietsen met die 2 Toubabs, zo noemen ze hier de witte mensen. Abdoullah heeft een prachtige roze Hello Kitty fiets, en omdat deze net een slagje te klein is voor hem, trapt hij zich een slag in de rondte. Net op het moment dat ik mijn zorgen naar Gerrit uitspreek dat hij ook nog de hele weg terug moet, zwaait hij en neemt de afslag naar links.
Het landschap verandert, het wordt steeds groener en begroeider, het begint zowaar een beetje op de Veluwe te lijken! We besluiten dat het tijd is voor een maaltijd en stoppen bij een restaurant.
De beste man heeft alleen een indrukwekkende verzameling jamās in zijn tentje staan en probeert zijn waar te slijten, maar eigenlijk willen we gewoon eten. Hij kent wat Nederlands omdat hij gids is voor toeristen. Blijkbaar is hij vogeldeskundige. We merken aan dit soort ontmoetingen dat we dichterbij toeristisch gebied komen. Gerrit vraagt om de Senegalese Yassar en dat blijkt een schot in de roos. Buikje rond fietsen we weer verder. Onderweg word ik 2 x aangesproken in een taal die ik niet versta, het blijkt Wolof te zijn, een taal van hier. Zodra we weer WiFi hebben, kunnen we er meer over te weten komen.
We rijden Karang binnen en al zoekende naar het hotel staan we voor de grens met Gambia. Maar dat is vandaag niet de bedoeling!! Vaker dan 1 keer de grens over in korte tijd roept vast vragen op, laten we de goden niet verzoeken. Gerrit prutst wat met de gps en vindt een nieuwe route, die zegt dat we de hoofdweg moeten verlaten. Al ploegend door mul zand doemt er in de verte een kleurrijk gebouw op, en het blijkt ons hotel te zijn. Met de originele naam, Senegambia. Voor mensen die niet kunnen kiezen ofzo. Ook wel verwarrend eigenlijk. Waar zoek je en waar vind je? Hoe dan ook, we zijn er en slaan de grote suite af, trop trop chere pour nous met onze velos , en eindigen in een kamer voor het gewone volk.
Omdat we het principe van de winkeltjes inmiddels goed tussen de oren hebben gaan we inkopen doen om zelf te koken. Het werkt simpel, je kijkt wat ze hebben, en wat ze niet hebben, vraag je bij de volgende. Er is veel, en ook veel niet. Uiteindelijk eindig je met wat spulletjes, krijg je de tomaten en uien cadeau, en kunnen we weer kokkerellen. Geen haute cuisine, maar wij zijn heel tevreden. We gaan hier 2 nachten blijven, om morgen een rustdag te houden. We hebben vlakbij onze hotelkamer een luidspreker van de moskee, dus dat wordt oordopjes indoen vannacht!
Joan
Afstand: 45 km.
Oegstgeest
Dag 4
āNu Syt Welecomeā, lieve lezer.
Terwijl u de paaskalkoen of de kersthaas uit uw 1e kerstdagtanden en -kiezen aan het flossen bent (en ik heb van mijn tandarts begrepen dat het belang hiervan niet te onderschatten is, en of ik dat ook even aan u wilde vertellen lieve lezer, daarbij, u moet natuurlijk ook weer (tandsgewijs) ruimte maken voor de 2e kerstdagkip of voor het wat er op 3e kerstdag over is misschien wel een fijngeitenrugfiletlapje), zetten wij om 8.00 uur des 2e kerstdag koers naar een nieuwe grote onbekende fietsbestemming.
En er is wat mij betreft niets fijner dan dat grote onbekende. Heerlijk vind ik āt.
Gisteren hebben we aan het einde van de fietsdag de veel te drukke N1 weg achter ons gelaten. Wat een hectiek, wat een geraas. En wat gevaarlijk ook! Nu fietsen we rustig weg van het hotel en kunnen voor het eerst naast elkaar fietsen. Wind mee. Geen verkeer. Heel relaxed. Omringd door prachtig schoone natuur. Wat kan fietsen toch heerlijk zijn.
De reden dat we vroeg starten heeft veel ā zo niet alles - met de hier heersende temperatuur te maken. Gisteren liep die op tot 39 graden. En vandaag zal het for sure zeker en vast en met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid,niet veel anders zijn. Daarbij koersen we ook nog ās richting het zuidelijk gelegen Gambia. En daar is het nog ietsje pietsje warmer zo is ons plechtig beloofd door de Gerrit Hiemstra van Senegal.
Even opgelet! Zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb. Ik gooi er even een Senegalese tegeltjeswijsheid tegen aan: ā Hoe warmer het weer, hoe heter de teerā .
Maar zonder grappen en grollen. We moeten goed opletten. Water aanvullen staat op ons prioriteitenlijstje op nummers uno!!! Geen gelul, gebak van Krul.
We fietsen door een drooggevallen delta, die nu zijn zout afzet. Het is zo ās ochtends vroeg 20 graden (dus nog lekker koel) en het licht is prachtig.
Na 23 km bereiken we Foudigoune (maar als ik Oegstgeest had geschreven, dan had u me waarschijnlijk ook wel ook geloofd), maar āt is echt Foudigoune.
Een visserplaatsje, gelegen aan een rivier, waar we met een pont oversteken. We hebben beiden weliswaar ons watertrappeldiploma met glans behaald (d.w.zā¦..Joan wel, echter ik moest het drie keer over doen, ik moest eigenlijk alles in mijn jonge leven drie keer over doen, met uitzondering van het halen van mijn rijbewijs, dat moest in vijf keerā¦ā¦en helaas heb ik dit niet verzonnen ā¦..) maar naar de overkant zwemen, met fiets en al, zou toch wat al te bont zijn. Vandaar de oversteek met de pont.
Hoe dan ook. De pont zal over een tijdje zān taak verliezen. Een stalen brug is sinds 2014 in aanbouw en zal spoedig gereed zijn om alle mensjes, kindertjes en gemotoriseerd verkeer naar de overkant te overbruggen.
We komen door kleurrijke dorpjes, waar we van tijd tot tijd stoppen. De mensen zijn zonder uitzondering hartelijk, behulpzaam en goedlachs.
De laatste 20 km rijden we op een gravelweg. Het is echt knetterknetterknetterheet! Vandaag tikt de mijn tellertje de 40 graden weer aan. En het blijft niet beperkt tot aantikken. Die 40 blijft er gewoon een aantal uren opstaan. Eerst dacht ik nog aan een vastloper. Of dat er een screenshot van het ding gemaakt zou zijn om mij een beetje te FUCKEN. Had gekund. Ik heb drie keer de batterijen verwisseld. Maar niets helpt. Het ding blijft 40 klein nulletje C aangeven.
Van tijd tot tijd stoppen we bij een boom waar we ons laven aan iets wat op schaduw lijkt. We drinken heeeeel veeeeel liters water weg, maar het verlies aan vocht is domweg niet bij te drinken.
De gravelweg is prachtig, de uitzichten mooi en onze foto-SD kaartjes maken overuren.
De gravelweg lijkt eindeloos door te gaan maar wordt het uiteindelijk zat en eindigt in het dorpje Sokone (maar als ik Oegstgeest had geschreven, dan had u me waarschijnlijk ook geloofd), maar het is toch echt Sokone.
Hier vinden we snel een onderkomen, koken vandaag ons eigen potje en kijken uit naar wat de grote onbekende dag van morgen ons gaat brengen.
Misschien komen we wel in Oegstgeest!
Gerrit
Bestemming: Sokone
Afstand: 67 km.
1e kerstdag
Dag 3
MBour was druk, chaotisch en lawaaierig en in dezelfde sfeer fietsen we er ook weer uit, op deze 1e kerstdag. Waar ik me gisteravond nog afvroeg of er wel een winkel open zou zijn, worden we verrast met volop leven op straat en hebben we ons kerstontbijt zo bij elkaar gescharreld. Was ook niet zo ingewikkeld, een paar stokbroden en een flesje jus d`orange scoren, maar toch. We merkten gisteravond al dat kerstmis hier meer leeft dan we van tevoren ingeschat hadden, er hangt hier en daar kerstversiering en menig Senegalees loopt met een gezellige kerstmannenmuts op. We willen een goede bodem leggen want het wordt een lange dag, dat weten we nu al.
Het verkeer is wederom druk, en vraagt veel concentratie, naast elkaar fietsen is er sowieso niet bij. Ik ben erg blij met het spiegeltje aan mijn stuur. Het lijkt wat bejaard, maar het is ontzettend fijn om te zien wat er wachter je gebeurt en wat eraan komt. Al wordt er gemiddeld genomen wel goed rekening gehouden met ons.
Na een tijdje wordt het echt rustig en kunnen we gaan genieten van de omgeving. We passeren zo nu en dan een dorpje en we zwaaien wat af, alle mensen zijn ontzettend vrolijk een aardig. De ā bonjoursā en āca va`sā vliegen ons om de oren, kinderen roepen ons vrolijk na. Als we stoppen om water te drinken, komen er soms wat kinderen naar ons toe, maar het is nooit vervelend of opdringerig. Water drinken we veel en vaak, Gerrits temperatuurmeter geeft waarden van wel 39 graden aan.
We zien veel dieren, ezels en geiten lopen sowieso overal rond, maar zo nu en dan komt er ook een auto voorbij met een geit op de imperiaal. Er wordt veel in de hoogte vervoerd, grote stapels bagage op een hoge bus, metershoog. Bij elk pompstation knijpen we in de remmen om water in te slaan en iets te eten, en je staat nog eens in de schaduw. Al fietsend langs een kerk in een dorpje zien we dames in oogverblindend mooie gewaden lopen. Waarschijnlijk hebben ze net een kerkdienst achter de rug.
De laatste kilometers zijn pittig, heel pittig. De billen beginnen te protesteren en de warmte en het stof helpen ook niet echt. Het is echt even afzien, gelukkig hoeven we niet op zoek naar een slaapplaats, want die hebben we gisteravond al geregeld. Een heus drie sterren hotel in Fatick.
We vinden het snel en na een hoop papierwinkelwerk hebben we een kamer, en een heus kerstdiner. Dat belooft wat. Het zal vast druk zijn zo op 1e kerstdagā¦. Nou, nee dus. Ons enige gezelschap is de dame die ons het eten brengt en ons observeert terwijl we het opeten. Niet erg, want we vinden het voor vandaag wel mooi geweest. We maken nog even goed gebruik van de WiFi en houden het voor gezien op 1e kerstdagā¦.
Joan
Bestemming: Fatick
Afstand: 78 km.
Stickerjuf
Dag 2.
Als klein Gerritje zat ik op de Juliana van Stolbergschool. In Wezep.
Als ik een goed resultaat behaald had, iets goeds had gedaan op school ā en ik kan u verzekeren, dat was niet heel vaak - dan kreeg ik een sticker. Een sticker van de Juf. Zoān sticker die op zoān groot stickervelgeplakt zat (heb je al snel met stickers), en daar mocht ik er dan eentje uitzoeken. ā Potdomme, wat was ik daar blij mee. En wat deed ik mijn best om zoān sticker te verdienenā.
De afgelopen ehā¦ā¦. 50 jaar heb ik niet meer zoān sticker gekregen. En helemaal niet van de Juf. Maar eigenlijk vind ik dat een sticker vandaag wel op zān plaats is.
Vanochtend bestegen we onze karretjes. Maar niet nadat we uitgezwaaid werden door Ahmet.
Ahmet heeft ons des vier uur sā nachts van het vliegveld geplukt en ons (en onze fietsen) in een broeierig warme nacht hobbelend over zandwegen naar ons verblijf gebracht. Daar hebben we de volgende dag de fietsen in elkaar gesleuteld, wat geslapen, wat gegeten. En gisteren zijn we dus vertrokken.
Het eerste traject voerde ons over roodkleurige zandwegen, die net iets te mul zijn. Onze fietsen slippen een aantal malen weg. Maar het humeur is goed en de zin groot en die wordt nog groter wanneer ik de enige echte Baobab boom zie (apebroodboom of Tree off Afrika). Voor het eerst in mijn leventje!! Wauw!! Hier word ik blij van.
De rode zandweg gaat over in asfalt. Als de weg na een uurtje fietsen overgaat in N1 wordt het serieus druk. Vrachtautoāsā passeren ons met grote snelheid en het is oppassen geblazen. Om 15.00 uur houden we het voor gezien.
We stranden in Mbour, het Zandvoort van Senegal. En vinden er een eenvoudig doch voedzaam onderkomen. Het stranden in Mbour heeft eigenlijk maar 1 voordeel: er zijn hotels, Nee, wacht ik heb er nog een: er zijn restaurants en winkels. Dat is fijn om de voorraden aan te kunnen vullen. Aha, bij nader inzien weet ik er nog een voordeeltje uit te peuren: er zijn geldautomaten! Die zijn in Senegal namelijk dun gezaaid. We nemen ons voor om de bank ās flink wat geld afhandig te maken. Dat zal ze leren!!
We werken een bord pasta naar binnen, maar dat bleek achteraf niet zoān goed idee te zijn. Althans van dat bord niet. Dat Senegalese aardewerk valt toch wat zwaar op de maag. Volgende keer houden we het alleen bij de pasta.
We kopen een SIM kaart van hiero, zodat we ook wat kunnen internetten als er geen WIFI is en kunnen bellen.
Ik vind dat we het goed gedaan hebben. Zoān eerste fietsdag is best spannend!
Onlangs was ik weer even terug in mijn dorpje Wezep. Ik reed langs de Juliana van Stolbergschool die er nog net zo bij stond als vroeger. Alleen hebben ze er een rare puist aan gebouwd. Ik moest in
het winkelcentrum zijn en liep even liep even bij de Korenbloem naar binnen. De korenbloem was (en is nog steeds) de enige echte boekhandel van het dorp. Ik liep wat te neuzen, keek wat rond en zag
op een goed moment een schap met ā¦..stickervellen!! Gewoon kant-en-klaar! Zo voor het grijpen!!
ā Potdomme, die had ik nog nooit gezien. Die dingen kan je dus gewoon kopen! En als dat zo is, dan heeft mijn Juf van vroeger dat ook geweten. Nog sterker, die ging ze daar natuurlijk gewoon halenā.
Ik had als klein Gerritje dus gewoon de Korenbloem binnen kunnen wandelen met 50 ouderwetse centen in mijn beurs, en dan was Gerritje spekkoper geweest. Dan was dat harde blokken, dat zo je best doen, je uit de naad werken, het hebben van klotsende oksels, het zoute transpiratievocht door de bilnaad voelen lopen, mijn allemaal bespaard gebleven.
Dat ik daar 53 jaar voor geworden moet zijn.
Bestemming: Mbour
Afstand: 43 km.
Hoogst gemeten temperatuur: 42 klein nulletje C.
Waterfiets
ā Ouagadougouā, ā Librevilleā , ā Bamakoā. Ze staan op de borden. Zomaar wat exotische bestemmingen waar je van hier zomaar naar toe kan vliegen.
Op het vliegveld van Casablanca heerst vandaag een warme, opgewonden sfeer. Nu zal dat gisteren ook wel geweest zijn. En eergisteren. En de dag voor eergisteren. En de dag daarvoor waarschijnlijk ook. Maar toen waren wij er niet. En dan wordt het toch lastig qua bewijslast.
De rijen zijn dik en onduidelijk. De haast is groot. De procedures traag als Appelstroop van Rinse die een jaartje of vier in een koelkast heeft gestaan die zān verkoelende taak net iets te serieus heeft genomen.
Het vliegveld in het noorden van Marokko blijkt een springplankvliegveld te zijn van waaruit best wel veel piepeltjes naar tal van Afrikaanse bestemmingen reizen. En wij onderscheiden ons op dit specifieke punt niet van hunnie. Want we laten ons door de gevederde vrienden van Maroc Air zelfs nog een uurtje of drie verder zuidwaarts brengen.
Naar Dakar.
U weet wel, die stad waar die totaal overbodige en onzinnige woestijnrally eindigde en die in Parijs begon. En die onze eigenste Hollandsche eigenheimer Jan de Rooij altijd won. Volgens mij was Jan de enige trucker die mee deed. Je zag in die samenvattingen alleen maar onze Janman door het zand stuiteren.
Veel mensen zal het is ontgaan zijn, maar Jan had vroeger stiekem heel veel (meer dan goed voor ām was) in de zandbak willen spelen. Zo op zān knietjes een beetje met zand in de weer zijn. Dat wilde ie.Maar dat mocht niet van zān ouders. Die vonden dat Jan een echte kerel moest worden. En geen taartjes van vormpjes moest bakken in het zand. Maar dat wilde Janmannetje zoooo graag, maar dat mocht dus niet. Nou ja, daar zal de kiem gelegd zijn voor onze Jan. Toen ie later groot werd, kon ie alsnog in het zand spelen. Onverwerkt traumaatje weg werken. Geldt volgens mij voor al die rallyrijders.
Maar ok. Terug naar de Parijs-Dakar rally. Omdat er iets teveel van die irritante overstekende nomadenkindertjes aan snot gereden werden, en het prachtige natuurschoon toch wel wat van zān glans begon te verliezen, hebben ze de rally naar Zuid Amerika verplaatst. (maar de echte reden is dat ze onder druk van dreiging van aanslagen de koers hebben verlegd).
Ons plan is om Senegal en Gambia per tweewieler te ontdekker. D.w.z.twee wielen voor mij, en twee voor Joan, wat het totaal al snel op vier wielen brengt. Dat weet ik ook wel, waarde lezer. Ik kan verdikkie ook wel een ietsje rekenen. Heus wel hoor. Maar met vier wielen fietsen is een geklooi van jewelste. Dat stuurt voor geen meter en de kans op lekke banden is ook meteen een stuk groter. Dus we laten het maar bij twee.
We gaan een mooi 1200 km lang lusje fietsen. Als u zo ongeveer de kerstkalkoen staat dood te knagen vertrekken wij vanuit het stoffig hete Touab Diablo (dat niet ver van Dakar ligt), en koersen naar Gambia. Daar steken we de rivier over en dan verder naar het zuiden van Senegal. Daarna ploerten we weer noordwaarts en daarna knoerten dan weer zuidwaarts langs de kust om vervolgens in de remmen te knijpen, het zand tussen tanden en tenen te flossen en te eindigen in Dakar. Net als onze gemotoriseerde vrienden tot enkele jaren geleden deden.
De woestijnige terreinbanden zijn gemonteerd. De kettingen staan in het vet. De GPS afgesteld. Noodrantsoen ingeslagen. Onderdelen aan boord. En een geweldige hoeveelheid water. Het lijken potdomme wel waterfietsen. Kortom, wel lijken behoorlijk compleet te zijn, alleenā¦ā¦..er mist nog ietsā¦ā¦.iets eh......
Ahā¦.daar heb ik āt: het Dakar-motorgeluid ontbreekt nog.
Ach kom, dat maak ik dan zelf wel.
Vroemmmmm, Vrrrrroemmmmm, Vroooeeeeemmmmmmmmmmmmm!!!!!
Gerrit & Joan
Bestemming: Touab Diablo
Datum: Zaterdag 21 december 2018
Afstand: 0 km.