Tegen tweeƫn rollen we - onder een blakend zonnetje, dito temperatuur en een knalblauwe - bijna wolkenloze hemel - het stadje Azemmour
binnen.
Net daarvoor - net buiten de stad - bezochten we de plaatselijke weekmarkt.
We hadden veel geluk. Want als we gisteren waren gekomen, dan zouden we de markt zijn misgelopen. Waren we morgen gearriveerd, dan hadden we de
markt voorwaar gemist. En overmorgen hadden we geen schijn van kans gemaakt. Maar vandaag schoten we recht in de roos. Want de markt was vandaag!
Over zoān markt lopen is een ware belevenis. Het is een soort HEMA. Je kunt er alles kopen. Levende kippen (die voor je ogen geslacht worden), alle
soorten handige plastic bakjes, kruiden, groenten, matrassen en nog veel meer handige shit, tenminste als je er naar op zoek bent. Anders niet. Nee, in dat geval is het overbodige meuk waarvan je
je afvraagt waarom het te koop aangeboden wordt. Maar goed: als je het nodig hebt, is het reuze handig, al die spulletjes. Maar ok, als je er niet op zit te wachten dan is natuurlijk overbodige
shit. Mocht daarentegen verlegen zitten om het een of ander, ja dan is weer heel fijn.
Afijn.
De markt is naar schatting een aantal voetbalvelden groot. Het is ingedeeld in categorieƫn. Er is een kippenafdeling. Een afdeling met matrassen.
De handelaren in kruiden staan bij elkaar. En dat ā gegroepeerdeā is wel zo handig voor de kopers. Want die weten dan wat waar te vinden is. De handel is levendig. En de waar wordt luidkeels en/of
met luidsprekers aangekondigd.
Vandaag is het feest op de markt. Er hangen slingers. Strak geblazen ballonnen hangen overal. De confetti snippers hangen in de lucht. Er is
namelijk een heugelijk feit te vieren. Iets dat niet vaak gebeurt. Iets ongelofelijks. Een unicum!!
WIJ ZIJN ER! TWEE HOLLANDSCHE FIETSERS!!!
En dat is reden voor veel opgestoken duimen, lachende gezichten en veel āWelcome in Maroccoāsā!
Na deze ware zegetocht van Joan en Gerrit over de markt van Azemour trappen we onze ketting strak richting het centrum. Dat centrum bereiken we
door een rivier over te steken. Kort daarna stijgen we lichtjes en slaan we scherp linksaf. We zetten koers richting het reisdoel voor vandaag: de stad El Jadida.
We proberen de stad te bereiken via een weg die strak langs de oceaan loopt. Echter we slagen daar vooralsnog niet in. Om de op de kaart aangegeven
achteraf-langs-de-zee-weg te bereiken moeten over een golfcomplex. Aan de poort worden we tegengehouden. āHier mag je niet door, probeer het ietsje verderopā vertelt de bewaker ons.
Iets verderop stuitten we op een nogal zwaar bewaakt villapark (bodemplaten van autoās worden met spiegeltjes onderzocht voordat ze door
mogen).
Aha, over een villapark gesproken. Er moet mij iets van het hart.
Gisteren vertrokken we uit Casablanca. Enneā¦..hoe zeg ik dit. De eerste vijftig fietskilometers van deze reis schrijven we niet bij in de top 10
van door ons mooiste gefietste routes. Zekers te weten niet!
U vraagt? Hoe dat komt?!
Nou lieve lezer. De Marokkaanse kuststrook wordt bijkans helemaal volgebouwd met appartementencomplexen, villaparken en nog meer stenige
beton-meuk.
Ongetwijfeld aangenaam, leuk en fijn voor inwoners van Casablanca en Agadir om een tweede huis aā 91.000 euro te bezitten in the country-sea-side
met zwembad en sauna-achtige knuffelmuur (mocht U lieve lezer zoān ding in huis hebben: die dingen zijn knetterheet, pas op dat je er niet te lang tegen aanleunt want er is serieus gevaar op
āaankoekenā! Ik heb me laten vertellen, boze tongen beweren, er wordt gefluisterd dat er mensen zijn die er net wat te lange tegen aan hebben gezeten en dat ze die er met hamer en beitel vanaf
hebben moeten bikken. Niet te lang knuffelen met die muur dus! Is een tip: doe er uw voordeel mee).
Voor mij is het een gruwel. Die betonnen kolossen onttrekken de zee aan het zicht van twee Hollandsche fietsers. Het landschap wordt er op een
vreselijke wijze door aangetast. Dit is overigens een verschijnsel dat ik op veel van mijn fietsreizen waarneem. Talloze voorbeelden van compleet verpeste landschappen trokken reeds aan mijn
netvlies voorbij.
Mijn hoofd trok dat gisteren slecht. Het maakt wat verkeerde afslagen. En vraagt zich af: moet onze hele aardbol dan helemaal naar de kloten
geholpen worden? Mag dan iets wat mooi is, niet gewoon mooi blijven? Moeten we altijd streven naar meer? Naar beter? Naar hoger? Meer omzet? Nog meer winst? Er moet toch een keer een eind komen aan
die ongebreidelde behoefte aan groei? Aan bouwen? Dat trekt onze - tot nu toe vrij geduldige - planeet toch niet heel veel langer meer.Hoe
lang kunnen we nog blijven zeggen dat het 5 voor 12 is?
U merkt āt. Gisteren schoot mijn hoofd in een dip. Gelukkig was Joan in de buurt. Die had haar vizier op āpositiefā staan. En dat is altijd fijn
als tegenwicht.
Goed terug naar de veel mooiere dag van vandaag.
We genieten met volle teugen. We hebben de lelijke bouwactiviteiten achter ons gelaten en trekken door een landschap dat door landbouw activiteiten
gedomineerd wordt. Er steken ās wat schapen en koeien over. Mensen bewerken het land. Een koe staat wat te balken. Een ezel wat te blaten. Kortom: het leven is mooi en goed.
We proberen nog steeds zo dicht mogelijk langs de oceaan te fietsen. En doen nog een poging.
Bij het zwaar bewaakte villapark wordt ons ten verstaan gegeven door te rijden over de hoofdweg. Dat doen we dan maar. Een kilometer of 7voor El
Jadida kunnen we dan eindelijk over de kustweg rijden. En die is dan meteen ook weer heel fijn en lekker rustig.
We rollen soepeltjes El Jadida binnen en trekken na 67 kilometer de hydraulische remmen van onze fietsen strak. Tegelijkertijd.
Dat laatste is wel van het grootste belang. Daar hebben we afspraken over, anders wordt het fietsgewijs een bende. Als de een remt, en de ander
niet, dan wordt het voorwaar een bloederige aangelegenheid. Met ledematen die door de lucht vliegen met alle ellende van dien. Geeft ook zoān rommelā¦ā¦..en dan moet je weer met je eigenste Nilfisk
in de weer (is die zak weer net vol, moet je dat ding weer wisselenā¦.geklootā¦.) en met een bezem en stoffer en blik in de weerā¦ā¦ā¦.Allemaal niks.
Ok. El Jadida Dus. Binnen in de Medina (ommuurde gedeelte van de stad) vinden we een klein, eenvoudig maar voedzaam onderkomen.
Hier gaan we onze benen en lijven een dag rust gunnen.
āDe bewaker van het appartementencomplex herkent me zowaarā.
Verdomd zegt hij: ājij bent de Hollandsche fietser die hier vorig jaar ook wasā. Hij toont daarbij zān hagelwitte tanden en dito glimlach. Ik
herken hem ook. En glimlach terug. Met tanden die meer de kleur hebben aangenomen van enigszins vergeelde en over de datum geraakte hagelslag. Van Venz. De enige echte.
En dan bedoel ik niet de kleuren hagelslag. Of die beschuitmeuk waarop je je tanden kapot bijt als er weer ās een kindje geboren is.
U kent ze wel. Van die trotse ouders die dan komen aanzetten met zoān - kijk nou ās wat we bij elkaar geneukt hebben-blik - met een schaal van die
beschuiten (en die gaan nog wel) maar daarbovenop knallen ze van die roze of blauwe zoetig gladde kogellagertjes. Die kleine ronde Motherfuckers die de vullingen uit mijn tanden en kiezen doen
springen. Je zou ze potdomme beter als kogellagers in de trapas van je fiets kunnen gebruiken. Echt waar. Ik ben vaste klant bij mijn eigenste tandarts, die voordat ie tot de behandeling overgaat
vraagt hoe dit kindje nu weer heet. Zo erg is het geworden. Kost me verdorie elk jaar mān eigen risico. 385 europegeltjes down the drain. Huppakee!!
Maar goed, er is ook goed nieuws. Want daarna hoef ik die wortelkanaalbehandeling - die er noodzakelijkerwijs op volgt - in elk gevel niet zelf te
bekostigen. En daās een meevaller.
Ik dwaal af. De begroeting met de bewaker is alles hartelijkst.
Ja, zeg ik; āik was hier vorig jaar ook. Toen fietste ik van Casablanca noordwaarts naar Rabat. En vereerde toen alle Koningssteden met mijn komst.
Achteraf is gebleken dat mijn verblijf diepe sporen heeft nagelaten en dat deze Marokkaanse steden in een diepe crisis zijn gedompeld. Maar goed lieve lezer, een kleinigheid houd je nu eenmaal
altijd.
Over een kleinigheid gesproken.
Joan en ik zouden deze reis vanaf afgelopen 1 januari maken. Maar ja, hoog water gooide roet in onze kelder. Die kelder liep namelijk meerdere
keren per dag vol. En dat waterige spulletje moest er natuurlijk weer uit gewerkt worden. Want ja, een kwartiertje watertrappelen is best leuk. Een half uur trek je ook nog wel. Echter. Na drie
kwartier slaat de verveling toe. En na een uur is de aardigheid er zeker en vast wel van af. En daarom hebben we onze reis een ietsje uitgesteld.
De zanger - Joost Zweegers - is ooit begonnen als straatmuzikant in Nijmegen. Trok naar Belgiƫ. Vormde een band: Novastar.
Joost brengt elke zes/zeven jaar een album uit. Met prachtige liedjes. Hij heeft een vaste schare fans. Hij treed meestal op een rokerige achteraf
zaaltjes, waar Joan en ik graag komen. Groot was onze verbazing dan ook dat hij een optreden in Carre had geboekt. Nou ja, daar gingen we kort voor deze fietsreis naar toe. En dit nachtelijke
avontuur zit nog in onze lijven.
Gisteren vlogen we naar Agadir. Een kust- en badplaats in Marokko.
Nadat Joan me met een pikhouweel uit de vliegtuigstoel had gehouwen (ik zat namelijk met mān knieĆ«n vastgekoekt aan de voorstoelenā¦.tjonge die
knakkers van Ryanair maken dār wel een potje vanā¦.goedkope tickets okā¦.maar je wil toch geen pikhouweel als handbagage hoeven mee hoeven nemen omā¦..ik heb blauwe plekken op mān knieĆ«n. De eigenaar
van Ryanair is een Ier. Een Ierse eikel. Hoog tijd dat ze die ās beschuit met muisjes gevenā¦ā¦.. Kost ām mooi zān eigen risico. Dat zal ām leren!
Afijn.
Eenmaal in de aankomsthal van Agadir aangekomen sleutelden wij onze fietsen in elkaar en togen naar ons eerste verblijf.
Nou ja verblijf. Laat ik het zo zeggen: wij zijn niet heel kieskeurig. We hebben in smerige plekken overnacht. Tot aan een geitenschuur in Nepal
aan toe. Maar iedereen heeft een ondergrens. Wij ook. En laat het zo zeggen: dit verblijf schuurde angstig dicht tegen die ondergrens aan.
Joan verontschuldigde zich bij mij. Zij had āt geregeld. Maar ik zei haar dat dat helemaal niet hoeft. Ik vertel haar:ā het zal nog veel erger
wordenā. Maar ik zie dat mijn opmerking niet helemaal goed valt. Het huilen staat haar nader dan het lachen. Dus ik heb maar snel gezegd dat ik een grapje maakte. Wat - lieve lezer - niet zo is.
Maar dat leest zij nu pas.
Fietsreizen maken doe je door ā¦ā¦fietsen in een veel te grote en dure huurauto te knallen. En dan lekker rondtoeren. Ha!! Heb ik u mooi tuk. Dacht u
nu echt dat we gingen fietsen. We kijken wel uit. Kut fietsen!! Flikker toch op!!!
Tuurlijk trouwe lezer. U weet dit allang. Casablanca. Ik was er vorig jaar ook. Ik keer normaal gesproken nooit naar dezelfde plek terug. De Wereld
is veel te groot om naar dezelfde plek terug te gaan. Er is teveel om te ontdekken. En daarbij: teruggaan naar een ooit zo mooi ervaren plek levert vaak teleurstellingen op.
Ze hebben op die mooie plek een appartementencomplex gebouwd. Die ooit zo mooie rivier is nu vervuild geraakt. Dat bochtige slingerweggetje is
vervangen door een geasfalteerde snelweg. Dat restaurant met die bloedmooie serveerster, jah, die werkt er dus niet meerā¦ā¦ā¦.Nou ja dat soort teleurstellingen dus.
Natuurlijk. U heeft gelijk. Naar dezelfde plek teruggaan heeft ook voordelen. Je weet de weg. Je weet wat je te wachten staat. Je weet die pizzeria
te vinden waar je de heerlijkste Pizza Frutti di Mare kan weg knagen. Je weetā¦ā¦..
Dus. Beetje vreemde actie misschien op het eerste gezicht. Dat terugkeren naar Casablanca. Maar dat valt mee. Want - u kent ons ondertussen - er is
iets van een plan.
Vorig jaar ging ik Noordwaarts. Nu gaan Joan en ik zuidwaarts. Van Casablanca naar Agadir. Op de fiets. Joan was nieuwsgierig geworden door mijn
eerdere fietsreizen naar Marokko. En zij wilde het daar ook wel ās komen bekijken.
Dat gaan we doen.
Een ritje van zoān 600 kilometer langs de Atlantische oceaan. Of we nog niet genoeg water gezien hebben de afgelopen maanden. Maar zonder gekheid:
Grote delen van deze route schijnen prachtig te zijn. En die willen we wel ās befietsen.
We hebben er zin in. Spring maar achter op onze waterfiets.
Kijk maar even in welke volgorde u de woorden zet. U bent daar veel bedrevener in dan ik.
Ik doe dit allemaal voor U. Dat fietsen.
Dit keer in Marokko. Opdat U vanuit uw luie doorzak stoel (borrelnootjes erbij, glaasje wijn, bier met een schuimkraag) toch fijn een reisje kan maken. Ik doe
dat graag. Voor U.
En dat ik daarbij ook nog ās dat fijne Hollandsche beginlente gevoel misloop. Die heerlijke eerste zonnestralen. Die hogere temperaturen. De kachel kan uit, de
schuifpui kan weer op een kier. Heerlijk, dat lekkere lenteweer. Dat ik dat mis. Dat U dat wel heeft. Ik neem āt op de koop toe.
Ik hoop dat die lentezon de afgelopen weken uw blanke winterhuid mooi een beetje heeft weten bij te bruinen.
Ik hoorde het gerucht - weet dus niet of het waar is - dat de zonnebrand crĆØme en zonnebrillen in uw eigenste ālont-in-het- kruidvat drogistā bijkans
uitverkocht is geraakt de afgelopen weken.
Hoorde ook dat er lange files stonden op uwe Hollandsche wegen. Grappenmakers zeiden dat dat kwam vanwege de slechte weersomstandigheden (sneeuw, ijs regen).
Maar daar trap ik natuurlijk niet in, ik ben niet gek. Dat waren natuurlijk files richting de kust. Heerlijk die eerste zonnestraaltjes opvangen, beetje pootjebaden. Zwembandje om het middel
geknoopt. Tuurlijk zou ik ook doen als ik U was.
En ik maar afzien.
Weliswaar onder staalblauwe luchten. Maar toch. Vergeleken met wat U - lieve lezer - heeft mogen ervaren de afgelopen wekenā¦ā¦.Marokko kan er niet bij in de
schaduw staan. Enneā¦..leg de klemtoon maar gerust op het woord SCHADUW!
Kortom: ik zie er uit naar uw gebruinde hoofden te mogen aanschouwen. De eerste voorjaarsbloemen geur op te mogen snuiven. Ik heb ook zin om in het
openluchtzwembad te jumpen. Het zwembad dat ongetwijfeld zijn poorten - vanwege de prachtige weersomstandigheden - heeft geopend. Die zien natuurlijk hun commerciƫle waterkans schoon.
De tocht voerde van Casablanca (geen Koningsstad by the way) naar Rabat. Vandaar naar Fez en Meknes. En toen weer naar Casablanca.
Het is de tweede keer dat ik in Marokko heb gefietst. Een jaar of zes geleden ben ik een week of zes door het zuiden getrokken. Richting de Sahara en terug. En
nu dus wat Noordelijker.
Het was een avontuurlijke reis.
De eerste fietsdagen - langs de kust - reken ik overigens niet tot de meeste inspirerende fietskilometers die ik ooit heb afgelegd. Veel bebouwing dat de
Atlantische Oceaan aan mijn zicht onttrok. Vrij druk verkeer. Niet zo bijzonder.
Vanaf Rabat - meer landinwaarts - werd het interessant. De laatste anderhalve week werd het ronduit mooi. Het avontuur zat met name in het zoeken en vinden van
overnachtingen. De plekken waar ik heb geslapen waren regelmatig van ehā¦ā¦..twijfelachtige kwaliteit.
āWaarom dan geen 5 sterren hotel Gerrit, je hebt toch geld zatā?
Tuurlijk lieve lezer, dat is ook zo. Ik bulkā¦ā¦.. voel me dikwijls Dagobert Gerritā¦ā¦..Maar ehā¦..zoān hotel is niet
altijd voorhanden, eigenlijk nooit. Dat komt omdat de afstanden tussen de steden - die berekend zijn op gemotoriseerd verkeer- niet vragen om slaapvoorzieningen.
Met een auto rijd je gemakkelijk van stad naar stad op 1 dag.Met een fiets ga je langzamer en kom je op plekken en
in dorpjes waar niets is. En moet je actief op zoek naar een slaapplek. Mensen nodigden me uit, en dikwijls mocht ik blijven slapen en boden ze me muntthee en een maaltijd aan.
Hartverwarmend.
Een avontuurlijke onzekerheid was mijn gezondheid. Ik had niet ver voor mijn reis naar Marokko corona gehad en was nog ietsje herstellende en was daardoor
onzeker of ik de tocht goed zou kunnen volbrengen.
Inmiddels is mijn loopneus tot stilstand gekomen. En met die hardnekkige kuch en schraperige keel is het een stuk beter geworden. Conditioneel ging het
prima!
Ik ben me er altijd - elke fietsreis weer opnieuw - van bewust: er kunnen tijdens zoān reis duizend dingen mis gaan. Met mens en materiaal. Een gebroken spaak
was het enige bescheiden kinkje in de kabel. Gelukkig deze rit geen verder onheil.
Dank je wel voor het meelezen. Speciaal woord van dank deze keer voor Hidde. Waarmee ik - alweer een hele tijd geleden - mocht hardlopen bij atletiekvereniging
Flevo Delta. Wat leuk dat je (nog steeds) meeleest. Blijft gezond en blijf fietsen. En dat geldt voor u allemaal. Blijf zo gezond als mogelijk.
Er is een vaag plan voor een kort fietsreisje ergens in september. Joan fietst dan ook weer mee (Willemijn). En we laten dan vanzelfsprekend weer van ons
horen.
Nog voor het krieken van de dag ben ik gisteren opgestapt. En fietste het nog wat slaperige dorpje Romanni uit.
Ik kriekte zo vroeg dat de verlichting op mijn fiets eindelijk ās van pas kwam. Ik was zo vroeg uit mijn bedje gerold dat mijn camera bijna dienst weigerde om
een foto te maken. Niet omdat is zān KlaasVaak zand nog uit zān lensoogjes moest wrijven. Maar omdat er domweg nog te weinig licht was.
Nadat ik mijn maat 45 klompvoeten in mijn - door de regen van gisteren - nat doorweekte lederen schoenen heb geschoven (heerlijk gevoel is datā¦.). Ben ik op
pad gegaan. Na een kilometer of vijf stopte ik voor een ontbijtje.
Vaak zie je langs de weg wel iemand iets staan te bakken zo langs de weg. Vaak zijn dat hier van die blader-degerige pannenkoeken. Die je kan besmeren met
honing of chocopasta. Maar dat is vandaag niet voorradig. Ik koop twee koeken en probeer die zonder de hulp van zoetigheid weg te kauwen. Omdat dat niet helemaal fijn lukt, maakte ik het hele
zaakie in mijn - met rotte en daardoor holle kiezen gevulde mond - wat vloeibaarder met wat glaasjes muntthee.
Ik fietste in twee etappes naar Casablanca.
Deze twee dagen kenmerkten zich door prachtige landschappen waar ik doorheen trok. En U weet āt lieve lezer: geen schoonheid zonder pijn. Moeite en pracht en
praal gaan hand in hand.
Kortom: klimmen dus!!
Waar ik eergisteren nog zat te ploeteren in de regen, tegenwind en kou. Gisteren en vandaag is er geen wind. Volop zon. En met de conditie zit het goed.
Ik krijg wat bergpassen voor de kiezen. Maar bedwing die al fietsend - weliswaar met beleid - op vrij krachtige en soepele wijze.
Ik passeer slaperige- en minder slaperige dorpjes. Bekijk een plaatselijk marktje. En nog weer later een schapen- en koeienmarkt. Mocht het U interesseren of
mocht U nog een paar vierkante meter beschikbaar hebben op uw eigenste gazonnetje of balkon: een koe kost hier 130 euro. Tel je 30 euro neer dan bent u zomaar opeens de trotse eigenaar van uw
eigenste bleh bleh schaap.
Aan het einde van deze twee fietsdagen nader ik Casablanca. Omdat het nu wel erg druk met verkeer wordt, besluit ik via allerlei binnen- en achterafweggetjes
mijn hotel in het City Centrum van deze waanzinnige stad te bereiken.
Ik fiets door de suburbsvan Casablanca.
Er wonen ruim 4 miljoen mensen en ik vind het altijd heerlijk om een stad binnen te fietsen. Ik weet dat er Wereldfietsers zijn die dan een treinstation
zoeken net buiten de stad. Dan zetten ze hun fiets op de trein en kachelen zo het drukke stadscentrum binnen. Om te drukte en het daarmee samenhangende
gevaar te vermijden. Maar dat is aan mij niet besteed. Ik houd van de hectiek. De drukte. En het manoeuvreren.
Ik moet wel zeggen nu ik zo door de buitenwijken rijd (en ik zeg dit niet snel, want ik heb gevoel nu eenmaal niet zo gauw): het is midden over dag. Maar heel
eerlijk: ās nachts zou ik hier niet graag verkerenā¦ā¦..
Op een wat bredere boulevard (de binnenweggetjes waren even op) zie ik hutjes en met dekzeilen afgezette stukjes.
Ik snap het eerst niet goed. Denk dat er wegwerkzaamheden zijn. Dat de wegwerkers een tijdelijk kampement hebben opgetrokken.
Maar bij nadere bestudering zie ik (schatting) honderden zwarte Afrikanen die hier verblijven/wonen hier. Ze blijken vooral uit Senegal te komen. Zijn hier
naartoe gevlucht. Om een betere toekomst tegemoet te gaan. En zijn dus op deze binnenberm van de boulevard beland.
Totaal uitzichtloos. Doelloos. En door de Marokkaanse overheid als ongewenste vluchteling beschouwd proberen ze bij verkeerslichten wat Dirhams los te weken
van automobilisten die daar staan de wachten.
Ik ben wat gewend, maar schrik er enorm van. Er zo langs fietsend emotioneert het me ook. Wat een gezeul met mensen. Dit zijn onmenselijke omstandigheden
(waar ik geen foto van maak, bewust).
Als dit de uitkomst is van ā opvang in de regioā dan ehā¦.. mag je wat mij betreft daar meteen mee stoppen. Hoe het dan wel moet: ik heb geen idee., lieve
lezer. Maar dit is ook niks.
Ik rijd de stad binnen precies op het moment dat de 3e ronde van het dagelijkse gebed plaats grijpt. Wegen, parkeerplaatsen en benzinestations worden voor een
half uurtje ābezetā door onze biddende - naar het Oosten gerichte - medemens. Er zal en moet gebeden worden.
Ongelofelijk. Het gaat met een massaliteit gepaard die ik nog niet eerder heb gezien.
Einde van de middag bereik ik mijn prettige hotel.
Bied me de mogelijkheid om eindelijk naar een dag of vier weer ās een (warme) douche te nemen.
Vandaag en morgen zal ik Casablanca stad met een bezoek vereren.
Na een fijn ontbijtje neem ik afscheid van deze familie.
De familie die mijn geheel onbaatzuchtig een slaapplek heeft aangeboden. Een avondmaaltijd gaf en dus vanochtend een heerlijk ontbijtje voorschotelde.
Hartverwarmend.
De zon straalt vrij strak aan de blauwe hemel als ik na een kort vlak stukje weg, de derde klim aanvang.
Na een half uur begint het te regenen. En niet zomaar regen. Na een aarzelend begin mondt het uit in een stortregen die zān weerga niet kent. Dat gecombineerd
met een ijzige koude en stormachtige tegenwind. Maakt. Dat dit een helse tocht gaat worden.
Het gaat hier zo omhoog dat ik over de eerste 8 kilometer bijna twee uur doe. De ene slinger volgt de andere op. Er lijkt geen einde aan te komen.
Ik rol een dorpje binnen. Totaal doorweekt. IJskoud. Hier slurp een kop thee naar binnen.
Precies tijdens het theedrinken is het droog. Ik stap op. Enā¦ā¦het begint weer te regenen. Nog harder dan daarvoor.
Onder deze omstandigheden begin ik aan een vierde fikse klim.
Het is geen feest. Ik kom maar moeizaam vooruit. Alle kleding die ik aan heb is natter dan nat. De leren schoenen zijn doorweekt. De linksdraaiende corrigerende
therapeutische steunzolen trekken al het vocht ook niet meer. En glijden al watertrappelend door mijn schoenen. Mijn handen vertonen uitval verschijnselen.
De laatste kilometers gaan recht naar beneden. Door alle natte kleding is het dalen - met de koude rijwind - ook geen feest. Mijn lichaam voelt als een ijsklomp
waarop de recente klimaatomstandigheden (lees: iets met smelten, iets met ijskappen) nog geen vat hebben gekregen.
Om 14 uur val ik - na slechts 25 kilometers te hebben gefietst - het dorpje Rommani binnen. Ik zou wel verder willen maar dat gaat echt niet in dit
beestenweer.
Rommani heeft geen slaapvoorzieningen, dat wist ik al. Ik loop als iets wat het midden houd tot - een net ontslagen kikvorsman, wegens ondermaats presteren of
een kletsnatte zombie die met enig zenuwzweet voor zān eerste waterige filmrol opgaat - het eerste de beste theehuisje binnen. De vele aanwezigen slaan mij met met enige verbazing gade. Ik krijg
een handdoek aangereikt en een brillendoekje. En of ik iets warms wil, iets van thee of zo.
Op mijn vraag of ze een slaapplaats voor me weten in dit dorpje, is het antwoord: hier niet. Fiets maar door naar Casablanca! Beproef daar je geluk maar. Daar
maak je meer kans.
Ik antwoord grappend dat ik in dat geval beter een onderzeeƫr of een rubberboot met buitenboordmotor kan nemen, want op de fiets gaat dat vandaag niet meer
lukken.
Een modern geklede vrouw stapt naar voren. Doet wat belletjes. En zegt naar verloop van tijd dat ze iemand heeft gevonden die mij een kamer wil verhuren. Voor
20 euro. Ik ben blij. Dolblij.
We gaan al wandelend op pad. Halverwege de route naar die kamer komt er toch een soort van kink in de kabel. We verleggen van koers. Ik mag in het huis van haar
ouders overnachten.
Na de gebruikelijke - vrij uitgebreide - thee ceremonie - waarbij ze me eerst op het uitdruiprek op het aanrecht hebben geplaatst, betrek ik een ijskoude kamer
Op de bovenste etage. Neem een ijskoude douche. En loop met blote voeten op de ijskoude vloer. Alles is hier koud.
Bibberrrrrrkoud!!
Echter, blij en dankbaar, dat ben ik met deze fijne slaapplek. En de maaltijd die ze met om 22.30 uur voorschotelen.
Hoe ik mijn kleding en schoenen droog ga krijgen, mmā¦.daar moet ik vanaf nu maar ās een goed werkend DELTA plan voor gaan maken.
Of dat gelukt is, dat hoort u brrrrrrā¦.morgen van mij.
Ik rijd in het des Heeren geschapen maagdelijke ochtendlicht een nogal druk en bezig Khemisset uit.
De zon schijnt. De wind blaast zijn partijtje mee. Dat blazen vind ik prima. Heb jaren in de Fanfare van mijn opgroei-dorpje gespeeld. Ik houd wel van wat
trompet- en bugelgeschal. Ik blaas graag mijn partituurtje mee. Ben een liefhebber.
Maar deze wind denkt er vandaag heel anders over. Die blaast tegen. Eerst van opzij. Daarna recht in mijn snoet.
Vandaag beloofd een zwaar fietsdagje te worden.
Ik zit op 600 meter hoogte te fietsen. Maar zal vier keer deze dag naar een hoogte van 200 meter afdalen. Om daarna weer naar 500 meter te stijgen. En dat vier
keer. Over een etappe van 80 kilometer.
En het is gek. Zodra ik een kilometer of vijf onderweg ben, weet ik al dat dat vandaag niet gaat lukken. Want los van de energie die het kost - al dat klimmen,
dalen, klimmen, dalen ā¦ā¦kost het ook tijd. Je gaat nu eenmaal niet zo snel omhoog. Dat gaat tergend langzaam. En de winst de je haalt met het daalwerk staat in geen verhouding tot de verloren
stijgtijd.
Ik ga vandaag die vier heuvels nooit niet halen.
Na de eerste heuvel bedwongen te hebben val ik het dorpje Ej Jemaa El Houdrane binnen. Ik heb al behoorlijk wat energie verbruikt. Heb iets van rust nodig. En
strijk neer op een van de plastic terrasstoelen van het enige theehuisje dat het dorpje rijk is.
Ik zit net als ik wordt aangestoten. Door een man. Omar is zijn naam. Omar wil zijn Engels oefenen, en vraagt of ie mag aanschuiven.
Omar heeft de Engelse taal machtig gemaakt via YouTube filmpjes en door Google assistent te gebruiken. Hij spreekt het zo redelijk dat we een gesprek kunnen
voeren.
Hij zegt dat het leven in de dorpje vrij saai is. "Dār is hier niets te doen" . Ook verteld ie me dat veel mensen in dit dorp geen baan hebben (hij zelf ook
niet, hij is āin between jobsā zoals ie zelf zegt) en dat mensen in deze streek in armoede leven. Er is domweg te weinig werk. Die wel werk hebben werken in de agrarische sector en verbouwen
wortelen, aardappelen of artisjokken.
Omar is 26 en op zoek naar een vrouw. Wil een gezin stichten en veel kindjes āmakenā.
Ik grap naar ām dat ie bij aan het verkeerde adres is en dat ik wellicht niet de beste gesprekspartner inzake dat doel ben. Hij moet om mijn grap lachen (hij
wel). Nadat ie uitgelachen is verteld hij een aantal interessante dingen.
Allereerst dat er in zijn dorp veel meer mannen dan vrouwen leven. Dat maakt de spoeling dun. Maar ook dat hij pas een een gezin kan stichten als ie wat
financiƫle armslag heeft.
Dat heeft twee redenen: allereerst kiest een vrouw voor een man die haar financieel kan onderhouden. Opdat ze niet het gevaar loopt in armoede te moeten leven.
Daarnaast is het een Marokkaanse man zijn eer te na om een vrouw en kinderen in armoede te moeten laten leven. Dus voordat de jacht op een leuke vrouw geopend kan worden moeten er keiharde Dirhams
in zijn portemonnee glijden.
Maar goed. Er vanuit gaande dat Omar dat gaat lukken. Hoe dan verder. Nou verteld hij: hij zal gaan werken. Zijn vrouw zal thuis blijven. Ik vertel ām hoe dat
in onze cultuur toegaat.
Omar verteld dat het niet zozeer een kwestie is dat vrouwen in Marokko niet mogen werken. Maar een getrouwde vrouw laten werken in een omgeving met andere
mannen zou best ās bepaalde risicoās met zich mee kunnen brengen. En dat kun je als man niet laten gebeurenā¦ā¦
Ik had zojuist twee winkeltjes verderop een perengebakje gekocht. En die werd verkocht door een vrouw. Omar verteld: dat mag dan wel weer. Daar werken geen
mannen. En de kans dat een vrouw verliefd wordt op een perengebakje schat hij niet zo groot inā¦.. (ik vertel hem maar niet over de liefde van mijn vriendin in relatie tot gebakjes en koeken, want
dan zou ie nog wel ās van een koude kermis thuis kunnen komenā¦). Voor wie het niet weet. Google maar ās op Taartjes van Tootje, en verwen U zelf maar ās. Tot zover de commerciĆ«leboodschappen voor
vandaag.
Omar heeft zijn Engels wat op kunnen halen. Ik ben weer wat wijzer geworden over een specifiek onderdeel van de Marokkaanse cultuur. We nemen afscheid.
Ik stap op. Niet snel daarna dient de tweede heuvel zich aan. Ik ben uren bezig om het pukkelige kreng te bedwingen. Het gaat tergend langzaam omhoog. Moet ook
regelmatig even stoppen om wat bij te drinken en bij te ademen.
Ik heb deze reis de nodige aanvallen van honden moeten afslaan. Meestal met wat dreigende armgebaren wist ik ze met succes van me af te slaan. Maar nu is het
serieus. Deze twee M&%#!*F&*%@#S zijn van een speciaal ras: de volhouders, en dan de vrij assertieve, agressieve GROM GROM bloedlijn.
Ik gooi heel wat hunebedden naar ze toe, maar ze willen van geen wijken weten. Elke keer als weer opstap en een stukje verder wil fietsen. Komen ze achter me
aan en tonen ze hunnie gebit aan me. Nou dat ziet er prima onderhouden uit. Ik kan U uit betrouwbare bron meedelen lieve lezer dat het met de tandtechnische staat van hondengebitten in Marokko
prima gesteld is. Meer dan prima!! No FUCKING doubt about that!!!!!
Een man die het schouwspel reeds minutenlang in stilte gade heeft geslagen, komt nu in actie. Hij gooit stenen naar de honden. Terwijl ik opstap en verder
fiets. Het werkt.
Het is 16 uur. Ik heb 65 kilometer gefietst en besluit dat het mooi geweest is voor vandaag. Een derde heuvel zit er niet meer in. Qua energie niet. En qua tijd
ook niet.
Ik ga onderdak zoeken. En precies op dat moment hoor ik PANG. Een PANG geluid dat zo 1 keer in de drie-vier fietsreizen klinkt. Ik weet meteen wat er aan de
hand is. Een gebroken spaak.
Op een gebroken spaak zit je nooit te wachten. Maar gek genoeg breken die dingen - als ze breken - altijd als je moe bent. Of halverwege met een klim bezig
bent. Of die keer toen ik in Peru fietste. Op een steile berg. Onverhard pad. Zweetdruppels parelend in de bilnaad. Einde fietsdag. Bijna. Nog maar vier kilometer voor het dorpje waar ik zou
overnachten. Onder de dreiging van regen en onweer.
Kijk, dat vertellen ze je er op de fietsonderhoud cursus nooit bij. Zoān spaak vervangen, dat is het werk niet. Maar de omstandigheden waaronder je dat moet
doen, daar ligt de uitdaging.
Om een gebroken spaak te repareren zijn een aantal zaken van belang: rust (is een fijne eigenschap) het hebben van een reservespaak (noodzakelijk, anders kun je
ontslag nemen). Een spaaksleutelje (zonder begin je niet veel) en ā¦ā¦ā¦. een uitstekend gevoel voor ā¦ā¦..TOONHOOGTEN!!
Ik vermoed dat U die laatste niet zag aankomen. Ga U met veel plezier uitleggen hoe dat zit.
Je draait de oude spaak eruit. Wurmt de nieuwe spaak in het wiel (is geklooi). En dan draai je met je spaaksleuteltje de spaak in de nippel van de velg.
Maar ja, hoe ver draai je de spaak aan?
Hier komt enig muzikaal talent van pas. Zet je nagel achter een nog prima functioneerde spaak. Doe net of je een gitaarsnaar beroerd en laat de spaak achter je
nagel weggspringen. En luister naar de klank die het afgeeft. Doe dat bij nog een paar goede spaken. En draai dan de nieuw aangebrachte spaak net zover door totdat ie ongeveer dezelfde toonhoogte
geeft. Dat maakt dat ie ongeveer op dezelfde spanning staat als alle overige spaken. En dat voorkomt een slag in je wiel.
Tot zover de muzikale spaken fruitmand voor dit jaar!
Ik rijd een dorpje binnen waar niets, maar dan ook niets aan welke voorziening dan ook te ontdekken is. Een moskee. Ja. Maar winkeltjes, restaurantjes laat
staan hotelletjes. Niets van dit alles. Het ziet er zelfs wat desolaat uit.
Ik klop - op goed geluk - bij een willekeurige woning aan. Drie vrouwen komen naar buiten. Op mijn vraag of ze een slaapplaats voor me weten voor de nacht, belt
een vrouw even met haar man. En nodigt me daarna uit om mijn tent op hunnie terrein op te zetten. Om precies te zijn in hunnnie kippenhok.
Zie hier de foto.
Daarna moet ik natuurlijk met iedereen op de foto. En wordt ik uitgenodigd om voetbal te kijken op tv. En een kaartspelletje te spelen. En de olijfboomgaarden
te bekijken. En om de namen van alle geiten te oefenenā¦ā¦ā¦..Om een 21.30 uur zitten we aan de avondmaaltijd.
Met een gevoel van diepe dankbaarheid duik ik mān slaapzakkerige tent in.
Het was een mooie en loodzware dag.
Want.
Op deze dag is mijn goede vriendin en tevens oud collega (ze leest als jaren mee op dit weblog) vandaag geopereerd in Amsterdam. Een operatie met de duur van 6
uren. U begrijpt. Het gaat hier niet om een vervelend ingegroeide teennagel. Een ooglid correctie of een naar binnen gegroeide oorlel. Ook vervelend.
Zeker.
Maar dit is van een andere- en zeer zorgwekkende orde. Met als dat klimwerk, die bijthonden en dat muzikale spakengedoe gingen mijn gedachten meer dat ooit naar
haar uit.
Update: ik hoorde van haar zoon dat de operatie naar omstandigheden goed is verlopen. Geen uitzaaiingen ā¦ā¦ā¦